Christophe Dhaene (Belgian Offshore Cluster): ‘In windenergie op zee staat België voor kwaliteit’
“Belgische bedrijven zijn betrokken bij elk nieuw windmolenpark in het buitenland”, zegt Christophe Dhaene, de voorzitter van de Belgian Offshore Cluster, die de belangen van de toeleveraars voor de windindustrie op zee behartigt. Hij hoopt dat Belgische consortia kansen krijgen bij de bouw van de nieuwe Prinses Elisabethzone. “Wij gaan in België toch niet heiliger zijn dan de paus?”
Vorige week blies de Belgische offshore-industrie voor de zevende keer verzamelen in Oostende voor de Belgian Offshore Days, een beurs georganiseerd door de Belgian Offshore Cluster (BOC), een vzw die de belangen van de toeleveraars voor de windindustrie op zee behartigt.
“De eerste editie was niet meer dan een koffietafel, maar nu groeien we stilaan uit onze voegen”, zegt Christophe Dhaene, de voorzitter van de BOC en de CEO van e-BO Enterprises, een technologiebedrijf dat onder meer de beveiliging van kritische infrastructuur digitaliseert, zoals windmolenparken.
“De BOC telt intussen zestig leden. Daarbij zijn grote spelers als Deme en Jan De Nul, maar we begeleiden ook kleine en middelgrote bedrijven.
“Onze missie is om de knowhow te exporteren die we de voorbije jaren opgebouwd hebben. Na de afwerking van de eerste golf van Belgische windmolenparken in 2020 hadden we geen andere keuze dan de kaart van de export te trekken.”
Wat is het potentieel van de Belgische offshore industrie?
CHRISTOPHE DHAENE. “Het potentieel is groot dankzij onze heel brede expertise en de aanhoudende internationale groei van onze afzetmarkten. De productie van windturbines is het enige wat we niet doen bij de bouw van een windmolenpark. De lijst van activiteiten en diensten die we aanbieden is lang, gaand van de installatie van de funderingen tot het monitoren van de onderzeese kabels en het leveren van allerhande componenten. Onze expertise wordt internationaal erkend. Belgische bedrijven zijn betrokken bij elk nieuw windmolenpark in het buitenland. België staat in de offshore-business voor kwaliteit. De volgende stap is om als toeleveraar dichter bij de uitbaters van de windparken te raken. Als we rechtstreeks met hen kunnen zakendoen, in plaats van toe te leveren aan andere aannemers, dan kunnen we vlotter contracten van 25 jaar binnenhalen voor de hele levensduur van een park. De grootste rem op onze groei is een structureel tekort aan geschoolde arbeidskrachten. Kapitaal is er genoeg.”
In 2024 worden in België de concessies voor windmolenparken in de nieuwe Prinses Elisabethzone geveild. Verwacht u dat de overheid de Belgische industrie een streepje voor geeft in die veiling?
DHAENE. “Als er in het buitenland concessies worden toegekend, worden de concessiewinnaars verplicht minstens gedeeltelijk te werken met lokale toeleveranciers. In het buitenland wordt die voorwaarde ons door de strot geramd. Wij gaan in België toch niet heiliger zijn dan de paus? Wij hopen ook dat twee van de drie concessies zullen gewonnen worden door Belgische consortia. De buitenlandse interesse voor de nieuwe zone is in elk geval groot.”
Wat verwacht u nog van het beleid?
DHAENE. “We vragen in de eerste plaats rechtszekerheid, een snelle vergunningsprocedure en een vlotte afhandeling van aanbestedingen. In Litouwen bijvoorbeeld verloopt de administratie met de overheid volledig digitaal. Hier in België is het voor een kleine kmo vandaag vrijwel onbegonnen werk om een lijvig dossier in te dienen om innovatiesubsidies te krijgen. Dat kan beletten dat een klein, jong bedrijf doorgroeit en de sprong naar de wereldmarkt maakt. Wij proberen hen te helpen, maar ook de overheid zou dat proces kunnen vereenvoudigen of kleine bedrijven daarbij beter begeleiden. De business verkopen we zelf wel.”
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier