‘In 2030 drinkt iedereen kraantjeswater’: Aqualex levert duurzame alternatieven voor flessenwater
Het drinken van leidingwater opwaarderen, zodat flessenwater tegen het volgende decennium iets is voor het museum. Dat is de ambitie van Aqualex, de West-Vlaamse producent van kranen voor gefilterd leidingwater. De nieuwe COO Veerle Lozie moet verdere groei mogelijk maken. “We worden op korte termijn een Europese speler.”
Omdat het kriebelde om zelf te ondernemen, bezocht de jonge Alexander Vanlerberghe ruim vijftien jaar geleden tal van beurzen op zoek naar innovatieve ideeën om in België te introduceren. Als groot liefhebber van bruiswater viel zijn oog op een toestel dat je kon aansluiten op de waterleiding en vervolgens zowel gefilterd plat water als spuitwater kon maken. “Zoiets was nog niet op de markt. Het enige wat je had, waren logge bidons met plat water. Dat nieuwe toestel was meer te vergelijken met een koffiemachine, maar dan voor plat water én bruiswater. In 2010 heb ik met mijn spaargeld een aantal van die toestellen gekocht om te proberen ze hier te verkopen”, vertelt Vanlerberghe.
Hij begon vanuit de kelder van zijn ouderlijk huis. “Tegen gunstige huurvoorwaarden”, grapt hij. Het gaf Vanlerberghe de ruimte om samen met enkele medepioniers het idee van een hoogwaardig alternatief voor waterflessen voort uit te werken. Ze maakten werk van een aantrekkelijk design voor de toestellen en bedachten een nieuw systeem met een kraan, die kan worden aangesloten in keukens of kitchenettes.
‘Het is toch een rare gedachte dat we vandaag water drinken dat in Italië is gebotteld en vervolgens in een vrachtwagen naar hier vervoerd?’
Veerle Lozie
Het prille team van Aqualex bleef tot 2015 vanuit die kelder werken en boekte enkele mooie resultaten. “Mijn eerste klant was AZ Groeninge, dat toen net begon aan de bouw van een nieuwe grote ziekenhuiscampus in Kortrijk. En aan de overkant bouwde Voka een gloednieuw kantoor. Dat werd mijn tweede klant. Met een groot ziekenhuis en een werkgeversorganisatie, zo is het verhaal van Aqualex begonnen.”
Vijftien jaar later is Aqualex een stevige kmo met honderdtwintig medewerkers, van wie ruim honderd werken in een vestiging in Deerlijk en de rest in Duitsland en Frankrijk, waar de eerste expansiestappen zijn gezet. Al heeft Vanlerberghe het nooit over personeel of medewerkers, maar steevast over de ‘amigeau’s’, een ambitieus team dat met een pioniersgeest blijft werken aan nieuwe ideeën en een bijdrage wil leveren aan een duurzaam, ecologisch product.
U begon in de kelder van uw ouders. Komt u uit een ondernemende familie?
ALEXANDER VANLERBERGHE. “Bij ons aan tafel ging het altijd over ondernemen, over bedrijven, over mogelijkheden. En ook veel van mijn vrienden zijn ondernemers, dus het zat er altijd al wel wat in. Het was geen verrassing dat ik na mijn studie handelswetenschappen zelf wilde ondernemen. Toen ik eenmaal was gestart met Aqualex, heb ik snel een paar amigeau’s aangeworven. De meesten van hen werken hier nog altijd. Die band is ook de reden waarom we zo snel zijn gegroeid, denk ik. En door goed naar onze klanten te luisteren zagen we al snel nieuwe kansen.”
Kunt u daar een voorbeeld van geven?
VANLERBERGHE. “Onze eerste toestellen waren lelijke plastic dingen. Dus die werden ergens in een hoek weggestopt. Vandaar het idee om een mooier toestel te maken. Daarna kwam het plan om het systeem ergens in te bouwen en te werken met een kraan, omdat dat er natuurlijk veel fraaier uitziet in een interieur of een kantoor. Door dat soort aanpassingen door te voeren zijn we bijna automatisch een producent geworden. De eerste toestellen kochten we nog in, maar door al die aanpassingen en ideeën kwamen we uit op iets wat nog niet bestond. Sinds 2020 ontwerpt ons onderzoeks- en ontwikkelingsteam toestellen en kranen waar we eerst een prototype van maken, om dat vervolgens helemaal zelf uit te werken.
“Het was soms een beetje chaos, een beetje rock-’n-roll, maar zo zijn we er stap voor stap wel in geslaagd ons eigen gamma te produceren. Dat doen we in samenwerking met het maatwerkbedrijf WAAK, omdat we in België willen produceren. Door sterke mensen aan te trekken konden we blijven groeien en inzetten op innovatie, op een markt waar tot vandaag weinig innovatie is.”
Mevrouw Lozie, u bent als operationeel directeur een van die nieuwe mensen. Heb ik het goed dat u een beetje meer structuur in die chaos moet brengen?
VEERLE LOZIE. “Chaos zou ik het zeker niet noemen, maar het is wel de bedoeling iets meer structuur aan te brengen in de productie, de customer service en de samenwerking tussen de teams. Als je zo snel groeit als Aqualex en volop inzet op innovatie, is het bijna onvermijdelijk dat je de complexiteit wat meer moet stroomlijnen en professionaliseren, zeker omdat we ook internationaler willen werken. We willen ons product overal aanbieden waar er drinkbaar kraantjeswater en interesse in bruiswater is. Daar ga ik het bedrijf op voorbereiden.”
‘Wij willen de beleving van het drinken van kraantjeswater naar een hoger niveau tillen’
Alexander Vanlerberghe
VANLERBERGHE. “Nu zijn 90 procent van onze klanten bedrijven uit de Benelux, daarnaast zijn er nog wat in Frankrijk en Duitsland. Maar op vrij korte termijn zullen we een Europese speler worden.”
U heeft lange tijd gewerkt voor de chipproducent Melexis, een wereldwijde speler en een beursgenoteerde onderneming met meer dan 2.000 medewerkers. Wat overtuigde u om de overstap naar een familiebedrijf met een pioniersmentaliteit te maken?
LOZIE. “Bij Melexis probeerden we ook wel die start-upmentaliteit vast te houden. Het is een prachtig bedrijf, ik hoefde er zeker niet weg. Maar op een bepaald moment in je loopbaan heb je toch nog eens zin om iets anders te doen. Dan hoor je zo’n stemmetje fluisteren dat het na 27 jaar Melexis misschien tijd is om de sprong te wagen. Ik wilde wel werken voor een bedrijf dat mijn organisatorische talenten goed kan gebruiken en een product maakt dat me interesseert. Ik denk dat het de eerste keer is dat ik voor een bedrijf werk waarvan ik het product, met wat training, zelf in elkaar kan steken. Het is een tastbaar product, waar ik erg in geloof, een onderdeel van de circulaire economie.
“Ik heb twee dochters van zeventien en negentien jaar. Je voelt dat zij anders denken dan wij, dat zij duurzaamheid echt belangrijk vinden. Het is toch een rare gedachte dat we vandaag water drinken dat in Italië is gebotteld en vervolgens in een vrachtwagen naar hier vervoerd?”
VANLERBERGHE. “Eigenlijk is het bizar en bijna belachelijk dat het zo lang heeft geduurd voor we dat beseften. De nieuwe generaties denken al helemaal anders. Als ik mijn dochters ga afhalen na de dansles, staan daar in de hoek 24 herbruikbare drinkflessen en nog één plastic flesje. Dat was vroeger helemaal anders. Het overgrote deel van de rugzakken heeft vandaag een houder voor een drinkfles. Die was er vroeger ook niet. Het bewustzijn bij de jongeren is er dus al.”
U wilt tegen 2030 iedereen aan het kraantjeswater krijgen. Dat is erg ambitieus.
VANLERBERGHE. “Dat is het zeker. Het is al een aantal jaren onze visie, maar nu komt het inderdaad wel heel dichtbij (lacht). Het geeft ons hele bedrijf en iedereen die hier werkt wel een duidelijk perspectief. Wij zijn al overtuigd en de jongeren zijn al overtuigd. Maar dat wil zeggen dat we nog een shift moeten maken en nieuwe oplossingen zullen moeten aanbieden aan de markt, zodat je altijd en overal kraantjeswater kunt drinken.”
Aan welke oplossingen denkt u dan?
VANLERBERGHE. “Oplossingen on the go vooral. Als je gaat tanken in een tankstation, moet je daar je fles kunnen bijvullen, in plaats van een plastic fles te kopen. Of het aanbod op openbare plaatsen, in parken bijvoorbeeld. We werken nu met de Watergroep en Farys samen om op verschillende plekken in Vlaanderen openbare drinktappunten te plaatsen, bijvoorbeeld langs fiets- en wandelknooppunten, zodat mensen daar hun drinkfles met gefilterd water kunnen vullen. Wij willen de beleving van het drinken van kraantjeswater naar een hoger niveau tillen. Dat willen we niet alleen thuis of op kantoor realiseren, maar overal.”
Ziet u de plastic fles nog als een concurrent? Of zijn dat toch eerder de SodaStreams van deze wereld?
VANLERBERGHE. “De plastic fles is een aflopende zaak. Wij zijn ervan overtuigd dat je over tien jaar naar een museum zal moeten als je een plastic fles wilt zien. SodaStream zien we als collega’s, omdat we dezelfde visie delen om over te schakelen op kraantjeswater. Alleen zitten wij in een ander segment. We hebben niet hetzelfde bedrijfsmodel. Wij richten ons vooral op bedrijven en grote organisaties. Meer dan 90 procent van onze omzet komt van bedrijven, overheden, ziekenhuizen, woon-zorgcentra en scholen. SodaStream richt zich veel meer op de particuliere markt, maar voor mensen die thuis veel water drinken en graag bruiswater drinken, hebben wij zeker een goed aanbod, met een groot gebruiksgemak.”
U had het eerder over een sector die weinig innoveert. Waar ziet u nog mogelijkheden tot innovatie?
VANLERBERGHE. “Wij zien bijvoorbeeld nog veel mogelijkheden in de horeca, omdat we een product aanbieden waarmee klanten veel sneller bediend kunnen worden. Dat is dus tijdswinst voor de horeca-uitbater. We ontwikkelen producten voor ziekenhuizen, waar de veiligheid een belangrijke rol speelt, bijvoorbeeld voor het filteren van bacteriën. Daarvoor werken we samen met de Universiteit Gent. Daarnaast gaan we er prat op dat onze toestellen het sterkste bruiswater op de markt leveren. En als je de sterkste bent, kun je ook afzwakken, dus we bieden in één systeem verschillende soorten bruiswater aan, zoals je aan de koffieautomaat de sterkte van je koffie kiest. Daar is veel onderzoek aan voorafgegaan.
“En we hebben een nieuw toestel, de Circulo, dat volledig gemaakt is van end-of-life-materiaal, zoals visnetten of resten van kledijverpakkingen. Onze kranen hebben we ook vernieuwd. Die worden niet meer afgewerkt in chroom, aangezien dat het meest vervuilende productieproces is. 80 procent van de kranen wordt nog afgewerkt met chroom, maar daar doen we niet meer aan mee. Zo maken we een verschil op de markt. De innovatie zit dus in alle mogelijke domeinen. Het zorgt er wel voor dat onze organisatie wat complexer wordt, naast de internationalisering. Dan heb je mensen nodig die ervaring hebben en dat al eens hebben meegemaakt. Daaruit is ook de samenwerking met Veerle gegroeid.”
Heeft u net als andere bedrijven ook moeite met het vinden van personeel?
VANLERBERGHE. “Dat is zeker niet gemakkelijk, maar het helpt dat we voor jongeren een aantrekkelijk product met betekenis maken. Ik hanteer een heel open managementstijl en probeer de collega’s zo vaak mogelijk individueel te spreken. We geven veel verantwoordelijkheid aan onze amigeau’s. Ik heb echt een hekel aan micromanagement.”
LOZIE. “Ik wil er graag aan toevoegen dat behalve ervaren mensen ook jonge mensen hier zeer welkom zijn, en er is veel aandacht voor training op de werkvloer. Als je veel innoveert en snel vooruitgaat, moet je graag investeren in je personeel en dat is hier zeker het geval. Ik krijg wel eens cv’s onder ogen van mensen die tien jaar lang geen enkele opleiding hebben gekregen. Dat is niet meer van deze tijd. ‘Ja, maar wat als ze dan weggaan?’ is vaak het excuus. Terwijl ik denk: wat als die mensen zonder extra training blijven werken voor je bedrijf?”
VANLERBERGHE. (Lachend) “Precies! Dat is het helemaal!”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier