Warmtepomp of gasketel? 9 tips om de juiste verwarming te kiezen
Twee jaar geleden werd de warmtepomp de hemel in geschreven, dezer dagen is dat de gasketel. Verbouwers en woningeigenaars krabben zich in de haren over welke verwarming ze moeten plaatsen. Deze richtlijnen kunnen helpen.
De ontwikkelingen op de energiemarkten en het energiebeleid in ons land veranderen vaak en snel. Dat maakt de keuze voor bouwers, verbouwers en mensen die een nieuwe verwarmingsinstallatie nodig hebben niet makkelijk. Twee jaar geleden was een warmtepomp nog de vanzelfsprekende keuze, nu lijkt dat een gasketel te zijn. Dit zijn enkele tips om tot betere verwarmingsbeslissingen te komen.
1. Maak een plan
Voor nieuwbouw is het simpel: een al dan niet hybride warmtepomp is verplicht. Maar de verwarmingspuzzel voor verbouwers of mensen die hun verwarmingsinstallatie moeten vervangen, is zo specifiek en veelzijdig dat het heel moeilijk is daar in algemene termen advies over te geven.
Alle experts zijn het er wel over eens dat anticiperen de beste verdediging is. “Maak een plan”, benadrukt Patrick O van Climafed, de Belgische federatie voor klimaattechnologieën. “Breng in kaart wat de warmtevraag is van je woning en wat er mogelijk en nodig is aan renovatie. Zo voorkom je dat je met de rug tegen de muur staat wanneer je gasketel het onverwacht begeeft en je niet anders kunt dan hem vervangen.”
Niels Van Mossevelde van het installatiebedrijf MEE-tec plaatst geen warmtepompinstallatie zonder eerst een grondige energiestudie van een woning. “Zo’n studie bepaalt de warmtevraag, het vermogen dat je nodig hebt en of een warmtepomp haalbaar is”, zegt hij. “Sommige mensen zien dat als verloren kosten, maar die verdien je vaak terug omdat je een meer geschikte installatie plaatst. Stel dat je op basis van een aantal basisgegevens zoals het jaarverbruik een warmtepomp van 8 kilowatt plaatst, maar die energiestudie wijst uit dat een van 6 kilowatt ook goed is, dan heb je de meerkosten van die studie al meteen terugverdiend. Niet alleen door de lagere aankoopprijs, maar ook door het lagere verbruik. Het beleid mag wat meer aandacht hebben voor het belang van zulke studies en plannen.”
Maarten De Groote, programmamanager bij VITO en EnergyVille, wijst naar de website van de Vlaamse Woningpas als een goed vertrekpunt voor zo’n plan. “Die verzamelt alle gegevens van woningen, zoals de ontvangen subsidies of het energieprestatiescertificaat (EPC). Daarop staat al summier wat nodig is om een woning tot energielabel A te upgraden”, vertelt hij. “De Europese richtlijn voor de energieprestatie van gebouwen verplicht ook vanaf 2026 een renovatiepaspoort voor elke woning. Dat zijn allemaal goede aanzetten om te evolueren naar een renovatieplan per woning met daarin de stappen om die woning tegen 2050 fossielvrij te verwarmen.”
‘Ik erger me aan krantenkoppen die de ene of de andere verwarmingstechniek naar voren schuiven. Elke situatie is anders. Elke woning is anders’
Niels Van Mossevelde, MEE-tec
2. Vind het warm water uit
De efficiëntie van een warmtepomp hangt af van de watertemperatuur waarmee verwarmd wordt. Daar geldt: hoe lager, hoe beter. “Als een warmtepomp het water continu tot 55 of 60 graden moet verwarmen om een huis op te warmen, zal die heel veel verbruiken en niet rendabel zijn. Het rendement van een warmtepomp stijgt exponentieel naarmate de benodigde watertemperatuur daalt”, zegt Wannes Van den Branden van het studiebureau VDB Engineering.
“Daarom heerst de overtuiging dat een warmtepomp alleen met vloerverwarming te combineren is, maar dat geldt niet altijd”, zegt Maarten De Groote. “Als je van een bestaande woning met radiatoren de energievraag genoeg laat zakken, kan ook daar een warmtepomp rendabel zijn.”
3. Elke kamer telt
De benodigde watertemperatuur kan afhangen van details, zoals bijvoorbeeld een radiator in een bepaalde kamer. “Met een energiescan kun je voor een bestaande woning met radiatoren of convectoren per kamer in kaart brengen tot welke temperatuur de warmtepomp het water moet verwarmen om al die kamers comfortabel warm te krijgen”, zegt Wannes Van den Branden.
“Als blijkt dat voor een of enkele kamers de radiatoren te klein zijn, dan is het veel beter die radiatoren te vervangen, dan je installatie continu op temperaturen van 55 graden of meer te laten draaien”, voegt Niels Van Mossevelde toe.
Andere kleine ingrepen kunnen een grote impact hebben. “Als uit zo’n scan blijkt dat verwarmen op lage temperatuur niet mogelijk is, betekent dat niet altijd dat je je huis moet afbreken of grondig renoveren. Soms is het voldoende om een paar ramen te vervangen, de binnenkant van het dak te isoleren of drie van de tien radiatoren te vervangen. Dat zijn geen gigantische kosten”, zegt Wannes Van den Branden.
Het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap VEKA heeft sinds kort een onlinetool waar woningeigenaars een aantal zaken over hun woningen kunnen invullen om na te gaan of die warmtepompklaar is.
4. Vertrouw niet op vuistregels, wel op maatwerk
“Ik erger me aan krantenkoppen die de ene of de andere verwarmingstechniek naar voren schuiven”, zegt Niels Van Mossevelde. “Elke situatie is anders. Elke woning is anders. De noden en wensen van de bewoners zijn ook altijd anders. Daardoor kun je er geen vuistregels rond maken, of geen algemeen idee van de kosten geven.”
“Ik geef altijd het voorbeeld van twee identieke woningen van hetzelfde bouwjaar, waarvan de ene wel geschikt is voor een warmtepomp en de andere niet door kleine verschillen in de isolatielaag en de afmetingen van de radiatoren”, zegt Wannes Van den Branden. “Een heel grove vuistregels kan zijn dat woningen die gebouwd zijn onder de EPB-regels (Energieprestatie en Binnenklimaat, regels voor onder meer isolatie en ventilatie, nvdr), pakweg vanaf 2010, en vloerverwarming hebben bijna allemaal geschikt zijn voor een warmtepomp. Dat is maar een heel klein deel van de woningen.”
‘Wie nu nog een gasketel plaatst, moet wel beseffen dat hij of zij tegen 2050 klaar moet zijn voor een warmtepomp’
Wannes Van den Branden, VDB Engineering
5. Wees voorzichtig met airco’s
Als de omstandigheden het mogelijk maken, is een warmtepomp de meest rendabele optie, maar niet elke pomp is dezelfde. Er zijn verschillende types. Een bodem-waterwarmtepomp haalt warmte uit de grond en verwarmt die tot de gewenste temperatuur om die dan te verdelen via vloerverwarming, radiatoren, convectoren of andere afgiftesystemen. Dat zijn de duurste toestellen. Een studie van EnergyVille geeft richtprijzen van 11.000 tot 25.000 euro.
Een lucht-watersysteem doet hetzelfde, maar haalt zijn warmte uit de buitenlucht. Het gros van de warmtepompen is van dat type, dat goedkoper is. Prijzen gaan van 7.000 tot 15.000 euro. “Een nadeel was vroeger dat de buitenunits vaak opzichtig waren en in bepaalde omgevingen moeilijk te plaatsen waren. Nu kunnen de toestellen veel beter in huizen en de omgeving geïntegreerd worden”, zegt Maarten De Groote.
Tot slot zijn lucht-luchtwarmtepompen in opmars. Dat zijn in essentie aircotoestellen die naast koude ook warme lucht kunnen maken en blazen. Dat zijn de goedkoopste toestellen, met prijzen tussen 3.500 tot 8.000 euro. “Die oplossingen zijn bij ons niet zo bekend, maar worden in de rest van de wereld wel veel gebruikt”, zeggen Maarten De Groote en Patrick O.
Niels Van Mossevelde en Wannes Van den Branden plaatsen daar een waarschuwing bij. Alle warmtepompen bevatten koelmiddelen – de zogenoemde F-gassen – die door een nieuwe Europese verordening binnenkort niet meer gebruikt mogen worden omdat ze een enorm hoog broeikaseffect hebben. “Bij bodem-water- en monoblock lucht-waterwarmtepompen zitten die koelmiddelen in een gesloten circuit in de pomp, maar bij airco’s circuleren die in een veel groter circuit tussen de binnen- en de buitenunits. Bovendien gelden er nu ook nieuwe regels voor het gebruik van F-gassen bij onderhoud en service. Wie vandaag nog zo’n systeem met F-gassen als koelmiddel plaatst, is niet zeker of dat nog tien of vijftien jaar zal meegaan”, zeggen ze.
6. Bekijk een gasketel enkel als tussenoplossing
In veel gevallen maken de kenmerken van een woning en vooral het budget van de eigenaars geen warmtepomp mogelijk. Veel mensen kunnen niet anders dan een nieuwe gasketel te zetten. “Als de warmtevraag te groot is of een warmtepomp niet rendabel genoeg kan draaien in de winter, dan is een gasketel te verantwoorden”, zegt Niels Van Mossevelde. “Als alle energieverslindende ketels al vervangen zouden worden door hoogrendementcondensatieketels, zal dat het verbruik en de CO2-uitstoot ook al sterk verminderen”, zegt Kurt Van Campenhout van Techlink, de Belgische beroepsfederatie van installateurs.
Een belangrijke kanttekening is dat de keuze voor een gasketel het best gepaard gaat met een traject om op de lange termijn fossielvrij te verwarmen. “Wie nu nog een gasketel plaatst, moet wel beseffen dat hij of zij tegen 2050 klaar moet zijn voor een warmtepomp”, zegt Wannes Van den Branden.
Een zogenaamd hybride systeem kan in die tussentijd als tussenoplossing dienen volgens Patrick O van Climafed. “Zo’n systeem combineert een warmtepomp voor de verwarming van de ruimtes en een gasketel voor het sanitair warm water en voor de heel koude dagen”, legt hij uit. “Maar het is geen goedkope oplossing. Het gaat om twee installaties en dus twee onderhoudscontracten. En het vergt de nodige kennis om af te stellen en te bedienen.”
Zo’n systeem geeft mensen wel meer tijd en ruimte om op termijn hun verwarming te verduurzamen. “Als je een woning met een hybride opstelling gaandeweg renoveert, zal het aandeel van de warmtepomp steeds groter worden en wordt uiteindelijk de gasketel overbodig”, zegt Wannes Van den Branden.
7. Kies een installateur die mee is
De installatie en regeling van een warmtepomp vergt specifieke vaardigheden. Daarom is het belangrijk dat installateurs mee evolueren. “Eerst werd de loodgieter chauffagist. Daarna werd de chauffagist technicus, maar tegenwoordig moet je al ingenieur zijn om zulke installaties te plaatsen en in te stellen”, zegt Kurt Van Campenhout van Techlink. “We evolueren naar verdienmodellen zoals heating-as-a-service. Dat vergt een stevige ommezwaai van kennis en competenties en de installatiesector moet daar meer in ondersteund worden. Vraag ook aan je installateur welke opleidingen hij of zij gevolgd heeft, dan weet je of je met een gepassioneerde vakmens in zee gaat. Zo iemand kan een eventuele meerprijs voor kwaliteit of rendement verantwoorden.”
De dimensionering van een warmtepomp is zo’n voorbeeld van een belangrijke nieuwe vaardigheid. “Ik ken gevallen waar een installatie met een vermogen van 8 kilowattuur werd aangeraden, terwijl 6 kilowattuur voldoende was. In aankoopprijs scheelt dat 500 tot 1.000 euro”, geeft Maarten De Groote als voorbeeld.
“Het is heel belangrijk een warmtepomp niet te groot te dimensioneren. Die fout wordt nog te vaak gemaakt. Je kiest beter eentje met een iets lager vermogen die op de heel koude dagen extra hard moet werken maar in de rest van het jaar rustig kan draaien. Een installatie met een groter vermogen gaat veel meer op- en afspringen, te veel energie verbruiken en sneller verslijten”, zegt Niels Van Mossevelde.
8. Denk ook aan koeling
Een gasketel kan enkel verwarmen. Warmtepompen hebben als troef dat ze ook kunnen koelen. “De noodzaak voor koeling in de zomer wordt steeds groter”, zegt Maarten De Groote. “Dan zijn een warmtepomp en zonnepanelen het perfecte koppel. De nood aan koeling is het hoogst wanneer de zon volop schijnt en de zonnepanelen dus maximaal energie opwekken.”
Het type koeling hangt af van het type warmtepomp. “Bij grond-watersystemen haalt de warmtepomp koelte uit de grond en stuurt ze koud water naar het afgiftesysteem zoals de vloerverwarming. Dat is passieve koeling en die verbruikt niet veel. Bij lucht-water- of lucht-luchtsystemen moet de compressor van de pomp harder werken om de warmte aan de woning te onttrekken en er koelte in te krijgen. Dan is het verbruik hoger”, zegt Niels Van Mossevelde.
‘Het is een verkeerd signaal dat door naar label D te gaan de zaak beklonken is. Dan begint het pas’
Patrick O, Climafed
9. Denk en handel op lange termijn
Met de lagere gasprijzen van de jongste maanden lijkt verwarmen op aardgas het interessantst. De experts waarschuwen evenwel dat mensen zich daarmee vast dreigen te zetten. “De Europese doelstellingen zijn om tegen 2050 fossielvrij te verwarmen. Een nieuwe gasketel heeft een levensduur van 20 tot 25 jaar, dan zit je al in 2050”, zegt Patrick O.
“Een nieuwe verwarmingsinstallatie is een langetermijnbeslissing en -investering, maar mensen laten zich daarin vaak leiden door kortetermijnontwikkelingen. Tijdens de energiecrisis als gevolg van de Oekraïne-oorlog wilde iedereen warmtepompen. Nu de gasprijzen weer gedaald zijn, wil iedereen opnieuw gasketels. Maar binnen twee jaar zal de context weer helemaal anders zijn”, zegt Wannes Van den Branden.
Dat neemt niet weg dat de gasketel op dit moment zuiver financieel interessanter lijkt. Dat heeft te maken met de verhouding tussen de elektriciteits- en de gasprijs. “Elektriciteit is momenteel vier keer duurder dan gas. Dat betekent dat mensen die vandaag in een warmtepomp investeren minder zullen verbruiken, maar wel evenveel aan energie zullen uitgeven. Daar komt nog bij dat een warmtepomp twee tot drie keer duurder is dan een gasketel. Aan het einde van de rit dreig je dus niks uit te sparen. Dat is een vlieger die voor veel mensen niet opgaat”, zegt Patrick O. “Wanneer de verhouding tussen elektriciteit en gas terugvalt tot 2,5 of lager, is een warmtepomp voor veel woningen opnieuw een rendabele optie”, voegt Maarten De Groote toe.
Er zijn steeds meer signalen dat de kloof tussen elektrictiteits- en gasprijzen kleiner zal worden. “Voor nieuwbouw en grote projecten zijn gasaansluitingen verboden. De distributiekosten van gas zullen dus door steeds minder mensen gedragen worden. Daarnaast willen beleidsmakers belasting verschuiven van elektriciteit naar fossiele brandstoffen. En vanaf 2027 zal ook de woningverwarming onder het Europese emissiehandelssysteem ETS2 vallen, waardoor woningen die verwarmen op gas zullen moeten betalen voor hun CO2-uitstoot”, sommen Niels Van Mossevelde en Kurt Van Campenhout op.
Ook de renovatieverplichting van de nieuwe Vlaamse regering waarmee eigenaars maar tot energielabel D moeten renoveren, is een kortetermijnaanpak die op lange termijn voor hogere kosten kan zorgen. “Iemand die vandaag 6 centimeter dakisolatie legt, een paar zonnepanelen en een nieuwe gasketel plaatst, kan daarmee label D halen. Maar als die over tien jaar een warmtepomp wil plaatsen, is misschien 20 centimeter dakisolatie nodig”, geeft Maarten De Groote als voorbeeld.
“Het is een verkeerd signaal dat door naar label D te gaan de zaak beklonken is. Dan begint het pas. Vergeet ook niet de impact van het energielabel op de waardering van een woning. Twee jaar geleden kenden woningen met labels F en E een waardedaling van meer dan 15 procent. Dat is ook iets om op de lange termijn te bekijken”, besluit Patrick O.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier