CEC Belgium leert bedrijven regeneratief te denken

Geneviève Tissot, oprichter van CEC Belgium © Debby Termonia
Benny Debruyne Redacteur van Trends
Benny Debruyne Redacteur van Trends

CEC neemt CEO’s van multinationals tot start-ups mee in een tien maanden durend traject om het zakenmodel van hun bedrijf te verduurzamen. De methode van CEC heeft de afgelopen drie jaar in Frankrijk haar deugdelijkheid bewezen. Nu breidt de organisatie uit naar België.

Zeventig bedrijven kunnen zich inschrijven voor de eerste Belgische editie van CEC Belgium, die begin volgend jaar plaatsvindt. Elk bedrijf neemt deel met twee personen, van wie één de CEO moet zijn. Die kiest wie er nog meekomt, bij voorkeur iemand die goed geplaatst is om de verduurzaming ingang te doen vinden in de organisatie. Dat kan de ESG-directeur zijn, maar evengoed een andere manager. Die sidekick van de CEO wordt de planet champion genoemd. De bedrijven worden opgedeeld in groepen van tien. De tarieven om deel te nemen variëren volgens de omvang van de deelnemers. Er zijn vier categorieën: start-ups, kleine kmo’s, grote kmo’s en grote bedrijven. Elke groep bestaat dus uit tien duo’s. Ze worden tien maanden lang intensief begeleid door CEC. In die periode zijn er zes sessies. De uitkomst is een concrete roadmap waarmee het bedrijf zijn kernactiviteit duurzamer kan maken.

Dat de aanpak van het Convention des Entreprises pour le Climat (CEC) werkt, werd in Frankrijk al bewezen. Sinds de oprichting in 2020 doorliepen zo’n duizend bedrijven het traject, van grote ondernemingen als Akzo Nobel, Heineken en Renault Trucks tot start-ups. Al die deelnemers engageerden zich ertoe over te schakelen van een lineaire naar een regeneratieve economie. Zo’n economie is erop gericht de natuurlijke hulpbronnen – metalen, mineralen, schone lucht, water, vruchtbare bodem, hout en biodiversiteit – te herstellen en te verbeteren. Dat gaat een stap verder dan geen schade veroorzaken.

Hart, hoofd en lichaam

De no-nonsenseaanpak met duidelijke doelen, de betrokkenheid van de CEO’s en de professionele begeleiding van CEC inspireerde Geneviève Tissot om een Belgische afdeling op te richten. Er komt er ook een in Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.

Het eerste traject gaat in de lente van start. Het gaat om een nationaal project. Tissot mikt op een evenwichtige deelnemersveld van bedrijven uit Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Naar eigen zeggen heeft ze al een tiental toezeggingen beet, maar namen kan nog niet noemen. Tissot heeft een uitgebreid netwerk in de bedrijfswereld. Eerder in haar loopbaan zette ze partnerallianties op voor de IT-reus SAP, nu is ze zelf ondernemer met OFF, een eventlocatie voor bedrijven in de Waals-Brabantse natuur.

CEC onderscheidt zich naar eigen zeggen met zijn aanpak door de combinatie van hart, hoofd en lichaam om de deelnemers anders naar hun bedrijf te laten kijken. “De eerste sessie is een emotionele klap”, zegt Geneviève Tissot. “‘Wat we willen bereiken, is dat de deelnemers het streven naar een regeneratieve economie onweerstaanbaar vinden. Het gaat niet om een beetje nadenken over pakweg mobiliteit, maar om het herdenken van je hele zakenmodel binnen de grenzen van de planeet. Alle deelnemers schrijven een nieuwe roadmap voor hun bedrijf, die tegen het einde van de zesde sessie af moet zijn.” Die roadmap – met hefbomen, indicatoren en actieplannen – komt tot stand in kleine groepen van een tiental bedrijven, die basecamps worden genoemd. De bedrijfsleiders en managers geven elkaar feedback bij het hertekenen van hun zakenmodel. Daarbij worden ze begeleid door experts en facilitatoren.

“Als het op actie aankomt, zie je vaak dat iedereen op elkaar zit te wachten”, zegt Geneviève Tissot. “De overheid wacht op de ondernemingen, de burgers wachten op de overheid. Wat zou er gebeuren als de personen die de beslissingen nemen in de bedrijven echt tijd en energie investeren om de dreiging voor de planeet te begrijpen, vroegen de oprichters van CEC zich af. Dan gaan CEO’s zelf de gang van zaken in hun onderneming ter discussie stellen. Zo verlaten ze de business-as-usualhouding en nemen ze vanzelf verantwoordelijkheid op.” De routeplannen per bedrijf worden publiek gedeeld in rapporten op de website en elke groep volgt de uitvoering ervan. Het collectief is belangrijk, zegt Tissot: “Je hoeft het niet alleen te doen.”

‘Wat we willen bereiken, is dat de deelnemers het streven naar een regeneratieve economie onweerstaanbaar vinden’

Geneviève Tissot, CEC Belgium

Fit for 55

Dat ‘niet alleen doen’ kan een brede betekenis hebben. Een van de deelnemers aan het Franse CEC-traject was het staalbedrijf Ugitech. Het verbond zich ertoe zijn CO2-emissies voor scope 1, 2 en 3 – van eigen uitstoot tot die in het begin van de productieketen – met 40 procent te verminderen tegen 2030. Dat is 15 procent te weinig dan het Fit for 55-plan van de Europese Unie vraagt, want dat wil een vermindering van de CO2-uitstoot met 55 procent tegenover 1990 vraagt. 40 procent blijkt de grens te zijn van wat de staalsector tegen 2030 realistisch kan bereiken. CEC weet hoe belangrijk staal is in de maatschappij en begeleidt Ugitech daarom om een andere oplossing te zoeken. Misschien zijn bij de andere deelnemers, zelfs als ze in een totaal andere sector actief zijn, bedrijven te vinden die hun emissie met 70 procent kunnen verminderen en zo de 15 ontbrekende procenten van Ugitech kunnen compenseren?

Een ander voorbeeld van hoe bedrijven kunnen leren aan systeemdenken te doen, is Renault Trucks. De ‘regeneratievraag’ die elk bedrijf tijdens het traject formuleert, luidde hier: hoe kunnen we een transportleverancier met een lage uitstoot worden, en ervoor zorgen dat er minder vrachtwagens rijden op de wegen en dat die minder kilometers afleggen? Het is een op het eerste gezicht vreemde vraag voor een transportbedrijf, want ze dreigt het op volume gebaseerde zakenmodel van de onderneming onderuit te halen. Door naar het hele transportsysteem te kijken, doemt er toch een antwoord op. Niet alleen rijdt een kwart van de vrachtwagens nu leeg rond, waardoor er veel winst te halen valt, zegt CEC, de zware vrachtwagens verslijten de wegen duizenden keren sneller dan auto’s. Minder vrachtverkeer bespaart dus miljoenen euro’s aan wegenwerken, plus de emissie die het gevolg van die wegenwerken zou zijn. z

GENEVIEVE TISSOT
“De eerste sessie is een emotionele klap.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content