Bij BASF in Antwerpen verdwijnen 600 banen, want het bedrijf moet structureel besparen. Het Antwerpse filiaal deed al behoorlijk werk de voorbije drie jaar. Van 2022 tot en met 2024 haalde de Duitse moeder 9,8 miljard euro uit het bedrijf, via dividendenuitkeringen en een kapitaalvermindering.
Het gaat niet goed met de chemieproductie in Europa. Te dure grondstoffen, te hoge energieprijzen in vergelijking met de rest van de wereld voor de zeer energie-intensieve industrie, goedkope invoer uit China, stijgende personeelslasten en een makke vraag in Europa. Ze halen de sector onderuit. Sinds 2022 daalde de productie in de chemie in Europa met 12 procent, meldt de nv BASF Antwerpen in de jaarverslagen bij de balansen. Vorig jaar was er een schuchtere heropleving met 1,6 procent. Voor dit jaar wordt opnieuw een lichte daling met 0,3 procent in het vooruitzicht gesteld. Maar vooral 2022 en 2023 kwamen hard aan, met een productiedaling van ruim 13 procent.
Mooie winsten
Toch hield de site in Antwerpen zich meer dan overeind de voorbije jaren. De bedrijfswinst bleef solide, het aantal werknemers groeide bovendien met bijna 300 mensen (zie balanscijfers). De Duitse moeder bleef bovendien investeren in Antwerpen. Vooral de productie van ethyleenoxide wordt fiks verhoogd, een totale investering van ruim een half miljard euro. Daarnaast investeert de groep in het klimaatneutraal maken van de fabriek in Antwerpen. Het filiaal investeert ook behoorlijk in onderzoek en ontwikkeling, en innovatie: sinds 2021 ruim 69 miljoen euro. BASF Antwerpen staat bovendien al jaren in de top tien van grootste vennootschapsbelastingbetalers in ons land.
Als compensatie zag de moeder hoe het filiaal in België behoorlijk wat middelen bezat. Van 2022 tot 2024 werd 9,8 miljard euro uit de nv BASF Antwerpen gehaald. Dat geld stutte de resultaten van de moedergroep (zie balanscijfers). De dividendenstroom naar het hoofdkantoor in Ludwigshafen aan de Rijn bedroeg de voorbije drie boekjaren bijna 8,3 miljard euro. Begin maart vorig jaar volgde nog eens een kapitaalvermindering met anderhalf miljard euro. De balansstructuur van BASF Antwerpen blijft weliswaar solide. Maar het eigen vermogen slonk van ruim 9 miljard euro eind 2021, naar iets meer dan een miljard euro eind vorig jaar. De onderneming betaalt evenmin voortdurend dividenden. Tussen 2009 en 2021 gebeurden enkel in 2014 en 2016 dividendenuitkeringen, voor in totaal 4,5 miljard euro.

De onderneming benadrukt dat de dividenden en de kapitaalvermindering die vanuit Antwerpen naar het moederhuis vloeiden, geenszins als dividend aan de finale aandeelhouders van het beursgenoteerde concern werden uitgekeerd. “De kapitaalvermindering en dividenduitkeringen vanuit BASF Antwerpen aan het moederhuis dienen om de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten binnen de BASF Groep”, meldt woordvoerder Lotte Dierckx.
600 banen weg
Voor Ludwigshafen volstaat de miljardenstroom niet. Tegen eind 2028 verdwijnen 600 banen in Antwerpen. De onderneming moet structureel 150 miljoen euro vaste kosten besparen. Dat betekent vooral personeelskosten.
‘Na de Franse ondernemingen pompen nu ook de Duitse hun Belgische dochterbedrijven leeg’
Pascal Flisch, analist bij de financieel-economische databank Trends Business Information, is niet echt verbaasd over de manoeuvres. “Alle grote ondernemingen begonnen met een afslankkuur. Dat blijkt ook uit een recente analyse van Trends Business Information van de grootste bedrijven in België. In 2024 daalde hun totale aantal werknemers in vergelijking met 2023. Ook hun investeringen, de omzetcijfers en de beschikbare cashflow daalden. Als die grote bedrijven hun marges toch nog willen redden, moet dat via alle mogelijke kanalen gebeuren. Personeel is één middel, de dochtermaatschappijen leegpompen een ander. Franse ondernemingen doen dat al jaren systematisch (kijk naar Engie en BNP Paribas Fortis). Nu beginnen ook de Duitsers. De Belgische economie is massaal in handen van buitenlandse bedrijven. Ik vrees dat de versnelling van dat proces de volgende jaren zeer pijnlijk zal worden.”
Lees ook: 10 jaar na de sluiting van Ford Genk: ‘De Limburgse maakindustrie mist nog diepgang’