Duidelijke regels, goede regels

Jan Tuerlinckx
Jan Tuerlinckx Jan Tuerlinckx is advocaat van Tuerlinckx Fiscale Advocaten

Iedereen kent wel de termen business-to-business (B2B) en business-to-consumer (B2C). Daar zijn nog enkele combinaties bij gekomen. Een logische nieuwkomer is business-to-government (B2G). B2B en B2C hebben zich verenigd in business-to-society (B2S), dat dan weer verwantschap vertoont met human-to-human (H2H). De recentste nieuwkomer is peer-to-peer (P2P).

P2P-economie staat voor shortcut- en share-economie. Dat zijn parallelle economieën die gebruikmaken van internettoepassingen en waarmee particulieren informatie, ervaringen, goederen of diensten kunnen delen. Uber en Airbnb zijn daar enkele voorbeelden van. Uber brengt particulieren die taxidiensten aanbieden en klanten in contact brengen met elkaar. Airbnb doet hetzelfde met particulieren die een kamer in hun woning ter beschikking willen stellen, als alternatief voor een hotelkamer.

Waar zulke projecten worden opgestart, rijst hevig verzet van de klassieke economie. Om te beginnen beschikken de particuliere aanbieders niet over vergunningen, en zijn ze niet in regel met de veiligheidsvoorschriften en andere regels. Daarnaast zouden share-economieprojecten zich niet houden aan de belastingvoorschriften. Daar past de BBI nu een mouw aan. In haar Operationeel Plan 2014 stelt de dienst dat ze een strijdpunt wil maken van de “frauduleuze handelingen in de digitale economie”. Daaronder valt onder meer het niet aangeven van activiteiten in de share-economie.

Daarmee spant de BBI het paard voor de kar. De belastingregels zijn toegesneden op de klassieke economie. Het is bijgevolg duwen en wringen om die toe te passen op de share-economie. De problemen zijn legio. Vanaf welke activiteitsgraad is de winst belastbaar? Moet iemand die voor korte tijd een kamer in zijn woning ter beschikking stelt, belasting betalen? Zijn die inkomsten onroerende verhuur? Of moet je die verhuur gelijkstellen met een hoteldienst en de opbrengsten bij een redelijke activiteit beschouwen als diverse inkomsten, en bij uitgebreide activiteit als beroepsinkomsten? Vanaf welk niveau is er sprake van economische activiteit waarop btw verschuldigd is? De share-economie is ook bijzonder omdat de diensten met privégoederen worden verstrekt. Welke kosten kun je in de share-economie dan beschouwen als beroepskosten?

Alle onduidelijkheid en rechtsonzekerheid ten spijt, maakt de BBI er dus toch een strijdpunt van. Het was beter geweest eerst een duidelijke wetgeving uit te werken. Het is toch essentieel duidelijk de fiscale krijtlijnen te trekken, voordat een overtreding kan worden vastgesteld en bestraft? Nu dreigt de BBI een rechtspraak te ontwikkelen op de kap van enkele principiële testcases. Enkele proefkonijnen worden dan opgeofferd, om de rechtbanken te laten beslissen hoe de klassieke regels kunnen worden toegepast op de share-economie.

Nochtans zijn er kansen. De internetaanbieders, de Ubers en Airbnb’s van deze wereld, beseffen maar al te goed dat hun businessmodel alleen kans op slagen heeft als ze kunnen opereren in een duidelijke wettelijke omgeving. De wetgever kan daarvoor aangepaste regels uitwerken. Daaraan willen de internetaanbieders mogelijk ook meewerken.

Heel wat aandacht gaat naar de begroting. De BBI wordt daarbij gezien als een instelling die het gat in de begroting mee moet helpen vullen. Maar de acties van de BBI kunnen niet meer inkomsten genereren dan wat een duidelijke wetgeving in het laatje zou brengen. Ik kan dus maar moeilijk geloven dat de overheid er de voorkeur aan zou geven processen te voeren in rechtsonzekerheid, boven het creëren van duidelijke regels. Alleen ben ik in dat geloof al menigmaal teleurgesteld. Het valt dus te vrezen.

Jan Tuerlinckx is advocaat van Tuerlinckx Fiscale Advocaten.

JAN TUERLINCKX

De belastingregels zijn toegesneden op de klassieke economie. Het is duwen en wringen om die toe te passen op de share-economie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content