DROOM VAN EEN BELGISCH ENERGIEBEDRIJF
De Europese grootmachten rollen over het canvas en België is als vanouds het slagveld. Suez rekent dit koninkrijk tot zijn exclusieve wingewest, maar ook het Italiaanse Enel heeft er veel geld voor veil om hier in te breken. Een derde hond krijgt een gouden kans om – misschien met steun van de Belgische regering en wellicht van de Europese Commissie – een aantal vette brokken uit de brand te slepen en een nieuw energiebedrijf te smeden dat, waarom niet, lokaal verankerd is. Het kan tegelijk de concurrentie op de energiemarkt nieuw leven inblazen en de bevoorradingszekerheid verstevigen.
De energiefrank is ook in de Wetstraat gevallen. Ten eerste beseffen ze dat de fusie tussen Gaz de France en Suez de vrijmaking van de energie- markt degradeert tot een farce: één speler heerst, en duldt alleen wat sidekicks die zelfs de schijn van concurrentie niet meer kunnen ophouden. En twee: een buitenlandse regering, in casu Frankrijk, controleert strategische energiebelangen, zoals de uitbouw van de aardgasinfrastructuur en de exploitatie van de kerncentrales. Het zou van een letterlijk grenzeloze naïviteit getuigen om de schouders op te halen bij de nationaliteit van de controlerende aandeelhouders. Want vroeg of laat botsen de Franse belangen met de Belgische, en rara, wie betaalt dan het gelag?
Beide gevolgen versterken elkaar bovendien: een slechte marktwerking is slecht voor de bevoorradingszekerheid. “In een markt met een hoge concentratiegraad en weinig concurrentie zullen stijgende energieprijzen niet gegarandeerd leiden tot de nodige investeringen. Voor een dominante onderneming kan het winstgevender zijn de investeringen uit te stellen of op een lager niveau te houden dan noodzakelijk om zo de prijzen op te drijven. (…) De onderneming zal daardoor haar winst kunnen verhogen. Een geconcentreerde markt kan dus zelfs de bevoorradingszekerheid in het gedrang brengen,” waarschuwt regulator Creg de regering.
Beeld u daarom de volgende Belgische energiegroep in, gekneed naar het advies van de Creg. De kern van het bedrijf is elektriciteitsproducent SPE, aangevuld met de overname van aankoopcontracten en vervoerscapaciteit van Distrigas, of waarom niet met heel Distrigas, en met eigen opslagcapaciteit, zoals het BUGS-project (zie blz. 16) die wil ontwikkelen. De zwakte van dit geheel is dat het alleen gasgestookte centrales heeft om elektriciteit te produceren, terwijl Electrabel hoge winsten puurt uit zijn kerncentrales. De Creg adviseert daarom dat Electrabel een kerncentrale of dito exploitatierechten verkoopt. Het nieuwe energiebedrijf kan ten slotte ook participeren (hoogstens 20 %) in netbeheerders Elia en Fluxys. Dat biedt de business een risicovrije inkomstenstroom als basis en helpt om de netbeheerders onafhankelijk te maken. Dat zijn de ingrediënten voor een stevige Belgische concurrent voor Suez. Investeerders zijn zonder twijfel warm te maken voor dit project.
Het is een droom die de jongste jaren vakkundig werd getorpedeerd door Suez. Maar het is nu of nooit. De Belgische regering en de mededingingsautoriteiten (ook de Europese) staan voor het uur van de waarheid. Als ze een dominantie van 90 % laten passeren, kunnen ze beter voor eeuwig en altijd zwijgen over de liberalisering van de energiemarkten.
Daan Killemaes
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier