Dromen worden even opgeborgen

Leo Abruzzese senior director van The Economist Intelligence Unit

Stap om het even welke elektronicawinkel in de VS binnen en u zult niet naast de gapers kunnen kijken die rond de flatscreen-tv’s samengetroept staan. De verkoop van die dure speeltjes is in de eerste helft van 2008 met meer dan de helft toegenomen. Net op het ogenblik dat in de Amerikaanse economie bijna 500.000 jobs verloren gingen. Nog maar eens een bewijs dat de Amerikaanse consument toch altijd weer rechtkrabbelt? Misschien, maar het zou wel eens een van de laatste keren kunnen zijn. De Amerikaanse portemonnees kunnen in 2009 dichtklappen. En dat zal heel de wereld voelen, van de speelgoedfabrikanten in China tot de stikkers in de Cariben.

China is vandaag misschien een macht in de wereldeconomie, maar de Amerikaanse huishoudens blijven een nog sterkere macht. De persoonlijke bestedingen in de VS gingen er bijna drie decennia lang jaar na jaar op vooruit en zullen in 2009 de 10 biljoen dollar overtreffen. Meer zelfs, de consumptie-uitgaven zijn in niet één kwartaal sinds 1991 gekrompen. Maar nu almaar meer hypotheken niet terugbetaald worden en de werkloosheid op weg is naar 7 procent, hebben de Amerikaanse consumenten wellicht geen andere keuze meer dan te sparen.

Ooit spaarden de Amerikanen even rigoureus als ze tot voor kort geld uitgaven. In de jaren tachtig legden de Amerikaanse gezinnen 9 procent van hun inkomen opzij. Dat daalde naar 5 procent in de jaren negentig en naar amper 2 procent in de beginjaren van dit decennium. Sinds het begin van 2005 spaarden de Amerikanen nog een pover half procent van wat ze verdienen.

Als de spaarquote in 2009 stijgt van 0,5 naar 5 procent, dan zullen de consumptiebestedingen met ongeveer 500 miljard per jaar zakken. Dat komt overeen met zowat een achtste van de Chinese economie. Sectoren die zorgen voor niet-alledaagse behoeften – kleding, meubels, restaurantbezoek en, ja, ook hippe televisietoestellen – krijgen dan de zwaarste klappen. Het grootste deel van de elektronica die in Amerika verkocht wordt, is afkomstig uit Azië, zodat de gevolgen daar bijzonder ernstig zouden zijn.

Maar hoe waarschijnlijk is zo’n scenario? De spaarquote beweegt zelden meer dan een paar procentpunten per jaar. Een plotse opflakkering naar 5 procent zou dus uitzonderlijk zijn. Maar het zijn nu eenmaal uitzonderlijke tijden. De boekhoudingen van de Amerikaanse huishoudens worden zo op de proef gesteld dat een verhoging van de spaarquote haast onvermijdelijk lijkt. De schuldenlast van de gezinnen bedraagt 100 procent van het bbp, het dubbele van 1980. De maandelijkse afbetalingen nemen ongeveer 14 procent van het inkomen voor hun rekening. Bovendien zijn de inflatiegezuiverde lonen in het voorbije jaar gedaald. Na een decennium van geld verspillen aan te dure huizen, te grote auto’s en te ingewikkelde elektronica, kan de Amerikaanse consument beslist een adempauze gebruiken.

Het kan lang duren, maar een terugkeer naar een spaarquote van 5 procent is allesbehalve onwaarschijnlijk. De huishoudens in de eurozone sparen gemiddeld 9 procent van hun inkomen. De Amerikanen moeten gewoon meer beginnen te sparen om de investeringen en de productiviteit een steuntje te geven. Maar als dat te snel gebeurt, mogen Amerika en de rest van de wereld zich voorbereiden op een schok.

DE AUTEUR IS REDACTIEDIRECTEUR NOORD-AMERIKA VAN DE ECONOMIST INTELLIGENCE UNIT.

Leo Abruzzese

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content