Driekwart van bedrijfsleiders verwacht exporttoename
Ondanks de brexit, het terrorisme en het aarzelende economische herstel denkt een grote meerderheid van de Belgische bedrijfsleiders dat hun export in de komende drie jaar zal stijgen.
Dat optimisme blijkt uit een enquête van Trends en de kredietverzekeraar Credendo onder Belgische ondernemingsleiders. 75 procent van hen denkt dat hun onderneming de komende drie jaar meer zal exporteren. Dat geldt vooral voor firma’s die al een belangrijk deel van hun omzet in het buitenland realiseren, wat bijzonder gunstige resultaten op het gebied van volumes doet vermoeden.
Euforie is echter uit den boze, want de verwachte stijging blijft bescheiden. Meer dan de helft van de respondenten schat ze op minder dan 10 procent. Anderzijds verwacht 12 procent van de bedrijfsleiders dat hun export met meer dan 25 procent zal opveren. “Dat zo’n groot deel van de ondernemingen vindt dat het economische klimaat voldoende gunstig is voor de bevordering van de export, is een mooie verrassing”, zegt Vincent Reuter, gedelegeerd bestuurder van de Union Wallonne des Entreprises en voorzitter van Credendo. “Zo veel slagvaardigheid wekt optimisme.”
Staatssecretaris van Buitenlandse Handel Pieter De Crem (CD&V) denkt dat het optimisme terecht is. “De economische vooruitzichten zowel in Europa als in de rest van de wereld zijn positief. Het Europese consumentenvertrouwen neemt toe. De markt in China lijkt te stabiliseren, net als die van de opkomende economieën. Voor de VS is het afwachten wat de invloed van eventueel protectionistisch beleid zal zijn. Maar hoe dan ook geldt hier hetzelfde als bij de brexit: de Amerikanen en de Europeanen hebben elkaar nodig als handelspartners.”
Regionale verschillen
De sectoren met het grootste potentieel zijn biotechnologie, farma en chemie. Dat bevestigt de afhankelijkheid van onze export van de brede farmasector, zeker in het zuiden van het land. De Vlaamse bedrijfsleiders plaatsen de bouw en de baggerbouw op de tweede plaats, wat uiteraard te maken heeft met de macht van DEME en Jan De Nul. Een ander duidelijk regionaal verschil vinden we in de ruimtevaartindustrie, die beter ingebed is in Wallonië. De werkgevers in die sector zijn twee keer meer geneigd tot optimisme.
Los van die sectorale verschillen tonen zowel de Vlaamse als de Franstalige bedrijfsleiders zich relatief optimistisch. De Vlamingen hebben iets meer vertrouwen in het economische wereldklimaat (6,1/10 tegenover 5,2/10 voor de Franstaligen). De grote politieke problemen temperen dat optimisme niet: 88 procent zegt dat het terrorisme geen invloed heeft op hun uitvoer en 85 procent vindt dat ook de brexit geen weerslag zal hebben. “Over de brexit nemen de ondernemingen veeleer een afwachtende houding aan”, vindt Bénédicte Wilders, directeur van Brussels Invest & Export. “We hadden voor de brexit een helpdesk geopend, maar we hebben daar geen enkele verontruste reactie binnengekregen. Het ging vooral over praktische zaken als douaneverplichtingen en dies meer.”
Bestemming Azië
Als de Belgische export toeneemt, wie zijn dan de kopers? De ondernemingen geloven sterk in Azië, gevolgd door Canada en de Verenigde Staten (de enquête gebeurde voor de verkiezing van Donald Trump). Dat vertrouwen is het sterkst bij de grote uitvoerders, die daarentegen minder optimistisch zijn als het over de afzet in de buurlanden en meer in het algemeen de Europese Unie gaat.
Met andere woorden, hoe meer een bedrijf over heel de wereld actief is, hoe minder het vindt dat de grote groei in Europa te vinden is. “Door de toestand van zwakke groei die hier blijkbaar normaal wordt, worden steeds meer ondernemingen er zich van bewust dat overzees exporteren vaak de enige mogelijkheid is om te groeien”, bevestigt Reuter.
Ook Afrika verdient enige aandacht. De cijfers lijken bescheiden (22 % verwacht een stijging van de export naar dat continent), maar als we de ondernemers zonder mening uit de peiling wegfilteren, verwacht 45 procent van de respondenten een toename van de export. Afrika jaagt de ondernemers die het niet kennen ongetwijfeld nog wat schrik aan, maar wie er al activiteiten ontwikkeld heeft, wil er best in geloven.
De onbetaalde factuur
Waarom exporteren de Belgische bedrijven niet méér? Het antwoord ligt voor de hand: door onze productiekosten. Hoe belangrijker de export is in de omzet, hoe meer de hoge productiekosten als een rem op de groei ervaren worden. Er is meer nodig dan een taxshift om daarin verandering te brengen.
Een andere belemmering is het risico van niet-betaling. Een onderneming op de twee zegt al verlies geleden te hebben op de export door onbetaalde facturen. Eigenaardig genoeg verandert weinig aan dat aandeel naargelang van het belang dat de internationale activiteiten innemen in de omzet. Anderzijds is het zo dat hoe meer de onderneming exporteert, hoe meer belang ze hecht aan politieke risico’s (revolutie, oorlog, …).
“23 procent van de exporteurs is niet verzekerd tegen het risico van niet-betaling. Dat is hallucinant”, zegt Reuter. “Dat toont aan dat risicomanagement in al te veel ondernemingen onbestaande is of nog in een embryonaal stadium zit. Dat geldt zowel voor de niet-betaling als voor het reputatierisico, het risico op industriële ongevallen enzovoort. Als in België uw klant niet betaalt, dan beschikt u over juridische middelen om uw rechten te doen gelden. Maar voor de export buiten de EU liggen de zaken helemaal anders.” Zelfs onder de bedrijven die meer dan 75 procent van hun omzet met export realiseren, is er nog altijd een op de vijf zonder enige dekking voor het risico op niet-betaling.
“Die antwoorden sterken me in de overtuiging dat we er goed aan gedaan hebben informatieseminars in te richten”, voegt Wilders eraan toe. “We kunnen de ondernemingen de weg wijzen naar de geschikte partners, bijvoorbeeld voor kredietverzekering. Als ik zie welke belemmeringen voor de export aangehaald worden, moeten we vooral onze diensten beter bekendmaken. Als ze vragen hebben over het vinden van een goede lokale partner, over de prospectiekosten of de zwakke kennis van de lokale markt, dan kunnen we hen concrete antwoorden bieden.”
Ook de federale regering probeert te helpen. Sinds vorig jaar biedt Credendo forfaiting aan. Credendo neemt dan de openstaande schuld aan de exporteur over, waardoor die onmiddellijk over zijn geld kan beschikken en het betalingsrisico wordt weggewerkt. “En er is het koperskrediet”, vult De Crem aan. “Dat nieuwe product is nog maar voor een beperkt aantal landen beschikbaar, maar wordt vanaf 2017 verder uitgerold. Dit maakt het voor de exporteur mogelijk onmiddellijk bij de contractbesprekingen een financieringsvoorstel te voegen. De financiering gebeurt dan door Delcredere. Ik denk dat dit een grote troef is voor de exporterende kmo’s. De beschikbare financiering door Delcredere werd onlangs trouwens verdubbeld.”
Christophe De Caevel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier