Dimmen en trimmen

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

Twee West-Vlaamse multinationals willen fitter worden door hun informatica- infrastructuur samen te gaan beheren. Wie volgt?

In het weekend van de Wapenstilstand was de kogel door de kerk: het Ieperse Picanol verhuisde zijn IBM mainframecomputer naar Bekaert in Zwevegem, 30 kilometer verderop. De weefgetouwenfabrikant bezegelde zo de overdracht van zijn informatica-infrastructuur aan Delaware Infrastructure Management ( DIM), een joint venture met Bekaert en diens informaticadochter Delaware Computing Group. Een definitief akkoord was er nog niet, wel een letter of intent. “Zo’n zaak is gebaseerd op vertrouwen,” zegt directeur financiën en administratie Jacques Devos, sinds 1977 verantwoordelijk bij Picanol voor de informatica.

Het zou tot februari duren voor de betrokken firma’s hun handtekening zetten onder de definitieve contracten van wat een eigentijdse outsourcingovereenkomst is, West-Vlaamse versie.

Met steun van het topmanagement

De eerste ideeën in die richting dateerden al van 1992-1993, herinnert Jacques Devos zich. “Wij hadden een probleem in de informatica-afdeling: de systemen werden almaar complexer. Er was de overgang van de mainframe naar Unix-systemen, naar pc-netwerken. Wij voelden ons daar niet makkelijk bij: voortdurend moeten investeren in systemen en niet in applicatieontwikkeling, wat uiteindelijk de sterkte van het bedrijf zou moeten zijn…”

Om tegelijk de vaste kosten te beperken en toch aan de nood aan nieuwe toepassingen te beantwoorden, werd de ontwikkeling van een aantal applicaties uitbesteed, onder meer in 1989 aan het Antwerpse Delaware Computing, dat toen net door Bekaert was overgenomen. Devos: “Uitbesteden van toepassingen is de rapste manier om iets te doen, maar intern valt dat niet zo goed. Daar klinkt het: wij zitten met de oude brol en nieuwe projecten gaan naar nieuwe mensen of externen. Niet erg motiverend.”

Bekaert zelf had zijn Zwevegemse informatica-infrastructuur al eerder ondergebracht in het in 1991 opgerichte Delaware Infrastructure Management, dat uitbreiding zocht in outsourcing. Die eerste gesprekken leidden niet tot resultaat. Chris Lebeer kwam aan het hoofd van Delaware en de draad werd zo’n anderhalf jaar geleden opnieuw opgenomen. Een verkennend gesprek tussen Bekaert, Picanol, Sidmar en Union Minière – vier industriële bedrijven die werken met mainframe, unix, pc’s – concentreerde zich meteen op het gemeenschappelijk beheer van infrastructuur: hardware en systeemsoftware. “Synergie is daarin zeker te vinden. Of je nu CICS ( nvdr – een software die de dialogen tussen terminals en mainframe beheert) moet onderhouden voor 600 terminals of voor 1600, uiteindelijk is dat hetzelfde,” zegt Devos, die de lijn doortrekt naar databasebeheer, netwerken, helpdesk. Consultant Booz-Allen-Hamilton had in Italië de informatica van acht Honda-filialen succesvol gecentraliseerd en kreeg de opdracht om een praktisch plan op te stellen. De vier sloegen aan het rekenen. Hoe groot kon de besparing zijn?

Probleem was dat Sidmar deel uitmaakt van de Arbed-groep. De interne plannen van de groep bleken moeilijk verzoenbaar met die van de gesprekspartners. En Union Minière was bezig met ingrijpende herstructureringen en wou zich uiteindelijk liever niet aan nog een omwenteling wagen. Bijgevolg gingen alleen Bekaert en Picanol samen door.

Toetsen aan de markt

Delaware Infrastructure Management werd ontdaan van andere belangen dan de Zwevegemse informatica-infrastructuur en verrijkt met de infrastructuur van Picanol, via een kapitaalverhoging met 46 miljoen frank (tot 184 miljoen). Daarmee was de aandelenverdeling ruwweg 25% Picanol, 51% Bekaert en 24% Delaware Computing Group. Een verdeling die is bepaald in functie van de omzet die de partners met de joint venture denken te zullen halen, aldus Devos. “Als de omzet van de ene tegenover de andere groeit met een bepaald percentage, is er een uitwisseling van aandelen voorzien.” DIM, nu 106 werknemers, verwacht dit jaar ongeveer 600 miljoen frank om te zetten.

“Het moest een joint venture worden, met financiële implicaties,” stelt hij. “Niet zomaar een outsourcingcontract als klant-leverancier bij Delaware. De voorwaarde is dat de firma winstgevend moet zijn en elk jaar besparingen moet realiseren uit synergie en standaardisatie.” Picanol zal bijvoorbeeld voordeel halen uit de uitgebreide Unix-kennis van Delaware. Disaster recovery, vroeger onbetaalbaar, is nu reëel door de koppeling van beide mainframes in Zwevegem. Helpdesk-permanentie zal worden uitgebreid van 12 tot 16 of 20 uur, om de mobiele medewerkers (vooral monteurs en technici bij Picanol) wereldwijd een aanspreekpunt te geven bij problemen. Fax en datacommunicatie vallen bij Picanol onder de joint venture, maar voorlopig niet de telefonie, hoewel DIM wel de telefooninfrastructuur van Bekaert uitbaat.

“Na drie jaar moeten we 15% per tariefeenheid goedkoper zijn dan bij het uitgangspunt vorig jaar, dat staat in de joint venture-overeenkomst.” Zelfs dit jaar verwacht Jacques Devos al een besparing, ondanks de opstartkosten. En eigenlijk wordt erop gerekend dat DIM winst maakt, en dat er ook via dividenden nog wat geld terugvloeit naar de aandeelhouders. De vennootschap moet zich bovendien blijven meten met de markt. “Zo’n 10% van de omzet moet van externen komen,” zegt Devos.

Vlaams voorbeeld

Het akkoord laat ruimte voor soepelheid. “Wij zijn niet verplicht om te standaardiseren,” zegt Jacques Devos. “Als wij een bepaald product in huis willen houden, moet DIM dat ondersteunen, maar dat valt dan niet in het totale pakket dat wordt verdeeld onder de twee maatschappijen. De kosten worden apart doorgerekend.” Dat is zo voor de automatische magazijnen voor de montagebevoorrading bij Picanol, waar AGV’s ( automatic guided vehicles) worden aangestuurd door een IBM-systeem op basis van een pc-netwerk.

Picanol vormt met zijn 25,13% een minderheid in DIM. Om de zaak evenwichtig te houden stelt de joint venture-overeenkomst dat een aantal beslissingen collegiaal moet worden genomen: benoeming van de topman, strategie, investeringen, wijzigingen aan het doel, de budgetten. “Niettegenstaande we veel kleiner zijn dan Bekaert, hebben we daar gelijke zeggingskracht,” zegt Jacques Devos.

Van de systeem- en supportafdeling van Picanol zijn er tien mensen – systeemingenieurs, operators, support – naar DIM overgestapt en daarmee meteen in een ander statuut terechtgekomen. De twee overige kozen om bij Picanol te blijven. Chris Lebeer: “DIM gebruikt de managementsystemen van het vakgebied, niet van de staalsector of de machinebouw. Het personeelsstatuut volgt de informaticasector: een grotere variabele component in functie van de resultaten en de groei, meer geïndividualiseerde social benefits en de in de IT-sector gangbare vakantieregelingen.” Vooral dat laatste was voor overstappende kaderleden van Bekaert een probleem. Zij moesten een groot aantal vakantiedagen inleveren. Lebeer: “Daartegenover staat dat zij een zeer goede zaak doen als de onderneming succesvol is.”

Jacques Devos is tevreden over de deal, omdat hij ruimte schept om de inspanningen in applicatieontwikkeling op te voeren.

DIM probeert actief om nog andere partners bij de joint venture te betrekken, al wil Chris Lebeer daarvan geen namen kwijt. “Wij zijn met zeer concrete ideeën bezig. Zeker nog dit jaar willen wij een nieuwe kandidaat identificeren en er in principe bijhalen,” zegt Chris Lebeer. Union Minière (waar ex-Bekaert-topman Karel Vinck de leiding heeft) blijft een mogelijkheid.

BRUNO LEIJNSE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content