Desnoods met een duwtje
De nacht dat Jo Lernout en Pol Hauspie zich benevelden aan een Chateau Margaux uit 1966 om de notering van hun bedrijf op Nasdaq te vieren, veranderde er veel in de Westhoek. Ook voor Francis Declercq, bij wiens Roeselaarse bedrijf CompuVision de echtgenote van Pol Hauspie, Mireille Pynaert, in 1991 nog als boekhoudster was komen werken. Tot dan was Francis Declercq (45) een relatief bescheiden verkoper van informaticaoplossingen geweest. Nu groeiden de ambities.
Francis Declercq, in 1978 afgestudeerd in economische wetenschappen en marketing aan de Ufsia, was controller bij 3M toen hij de eerste microcomputers leerde kennen. ” ZX81 Spectrum, Apple, Commodore PET… het begon te kriebelen,” zegt Declercq, die in de Ieperse radio- en tv-winkel van zijn ouders ook videorecorders begon te verkopen. “Na zes maanden zag je dat die twee niet samengingen.” Declercq koos voor de informatica en richtte de dealer CompuVision op.
Het daaropvolgende decennium was wild, met grote prijsdalingen en distributiemodellen die zich voortdurend moesten aanpassen. “Wij hebben altijd gefocust op ondernemingen, met oplossingen – desktop publishing, medische programmatuur en de typische boekhoud- en netwerktoestanden die belangrijk werden,” zegt Francis Declercq. In 1992, omstreeks de tijd dat hij vader werd van een tweeling – jongens, na drie meisjes – gaven we een overzicht van de sector. CompuVision viel op door zijn hoge schuldgraad. Het was de tijd dat Vobis en andere grote computerketens in de markt kwamen. De pc werd een massaproduct. Francis Declercq richtte filialen op en breidde zijn aantal winkels uit. Maar de groep bleef zwak gekapitaliseerd en raakte vanaf 1994 in de problemen.
Het was onder meer Fernand Cloet, die ook Lernout & Hauspie Speech Products hielp lanceren, die de situatie hielp rechttrekken. Op 15 december 1995 werd het kapitaal van CompuVision, intussen tot Media Square herdoopt, opgetrokken van 5 naar 171,3 miljoen frank. Een jaar later boekte Media Square bijna 107 miljoen frank aan verliezen af.
Didier Fettweis herinnert zich die periode nog goed. In februari 1996 zocht hij met zijn Computer Square-winkels aansluiting bij een aankoopcentrale. Hij meldde zich als franchisenemer bij CompuVision Partners, het retail- en franchisefiliaal dat Francis Declercq opzette. “Ik had vertrouwen in hem. We waren allebei lid van de Lion’s Club,” herinnert Fettweis zich. “Maar het was een catastrofe, een totale desorganisatie.” De zaak werd ten slotte via een joint venture geregeld. “Wij namen hun winkels in Gent en Brugge over. CompuVision kreeg een participatie van 33%.” Dat was op 13 september 1996. “Ik heb hem nooit meer teruggezien,” sneert Fettweis.
Niet verwonderlijk. Op 28 juni 1996 was Francis Declercq in het avontuur gestapt dat hem nu, via zijn managementvennootschap Infolink, een jaarlijks inkomen van 12 miljoen frank opbrengt, zonder over zijn 7,5% aandeel in Keyware te spreken. Samen met Professional Computer Systems(PCS) stond hij die dag aan de wieg van twee bedrijven, Keyware Technologies NV en Excalibur Technologies NV (ETNV). De timing was niet toevallig: de twee kochten prompt een licentie van Lernout & Hauspie Speech Products en hielpen de spraakmaker daarmee aan zijn eerste kwartaalwinst van 223.000 dollar. In de volgende dagen stapten de Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen ( Gimv) en het Flanders Language Valley Fund in de twee bedrijven in. Declercq: “Alle puzzelstukken kwamen inderdaad te zamen. De technologie was er en ook de spirit van de investeerders.” Bij Media Square nam hij ontslag als gedelegeerd bestuurder. “Ik had de opportuniteit om iets te doen, waar je meer ondernemer skills voor nodig hebt en niet puur manager skills,” zegt Declercq, die momenteel van zijn hobby – paardrijden – afziet nadat hij in november een smak maakte. Media Square, waar Declercq nog altijd minderheidsaandeelhouder is, is nu de informaticaholding Offon, die onder voorzitterschap van Pol Hauspie naar de beurs lonkt.
Net als voor Jo Lernout & Pol Hauspie is dit eigenlijk een verhaal van een duo. Het was ingenieur Stéphane Vandervelde, de oprichter van PCS (waarin CompuVision in 1993 participeerde), die Francis Declercq in de mogelijkheden van de technologie inwijdde. Keyware wou software ontwikkelen die patroonherkennings- en sprekerverificatietechnologie voor beveiligingsdoeleinden integreerde. Vandaar de band met Excalibur, een technisch hoogstaand, maar verlieslatend Amerikaans bedrijfje waarvan CompuVision-filiaal PCS de archiveringssoftware verkocht. Excalibur ontwikkelde onder meer software om gearchiveerde beelden terug te vinden. Het was die technologie die Keyware voor gezichtsherkenning en beveiliging wou gebruiken. Tegelijk kreeg de zustervennootschap van Keyware, Excalibur Technologies, de distributierechten voor de Excalibur-software in een groot aantal Europese landen.
Keyware werd – tenminste voor de oprichters – het succes dat we kennen (ondanks verliezen die vorig jaar opliepen tot 10,46 miljoen dollar). Excalibur Technologies ging op 19 oktober 1999 met een kapitaal van 146,3 miljoen frank failliet. Dat valt niet zo op in het Keyware-prospectus omdat de naam enkele dagen voor het faillissement werd gewijzigd in E-Wize Tech.
Francis Declercq: “Het Excalibur-verhaal is een beetje negatief afgelopen omdat wij in de distributie met de Amerikanen in conflict zijn geraakt. Zij wilden hun eigen politiek voeren, wij konden aan de producten niets wijzigen, terwijl je zeker in Europa localisatie nodig hebt.” Ook bij Keyware werd het niets met Excalibur. Declercq: “We kregen uiteindelijk niet wat we verwacht hadden van die jongens. Dat bleef maar aanmodderen, vandaar dat we het roer zelf in eigen handen namen.”
Dit soort tegenslagen krijgen Francis Declercq er niet onder. “Je moet optimistisch zijn,” zegt Declercq, die zichzelf daarin “een slecht karakter” noemt. “Niet gaan, bestaat niet. Als het moet, geven we een duwke tot het gaat.”
bruno leijnse
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier