Design voor Jan en alleman op Interieur 04
Tijdens de negentiende editie van
de prestigieuze biënnale Interieur in
Kortrijk, wil directeur Farida O’Seery
de elite confronteren met het plebs.
En omgekeerd.
Het blijft natuurlijk afwachten of Jan met de pet tussen 15 en 24 oktober zal afzakken naar dit evenement in Kortrijk Xpo. De vorige uitgaven bestond het publiek van Interieur voornamelijk uit architecten, interieurarchitecten, binnenhuisinrichters en andere vakmensen. En daarnaast uiteraard uit de welstellende klanten van deze specialisten. Een uitermate zwart-witpubliek, de typische modekleuren van de voorbije jaren.
Dankzij de verve en de spirit van FaridaO’Seery (40), directeur van de biënnale, zal de editie 2004 in ieder geval veel kleurrijker zijn. De mode leent zich ertoe, plastic zal alomtegenwoordig zijn (zonder Kartell, maar mét Cappellini), en ook de flamboyante Spaanse Agatha Ruiz de la Prada is van de partij.
“Het thema van dit jaar wil een boodschap zijn voor iederéén,” zegt Farida O’Seery. “Die boodschap luidt dat design heel wat meer is dan een duur meubel van een bekend merk. Dat er bij design veel meer op het spel staat. Dat het overal rondom ons aanwezig is, in al onze eigentijdse producten: wagens, kleren, winkels… alles. Het wordt tijd dat iedereen begint te beseffen dat design ons allen toebehoort. Dat we er allemaal bij betrokken zijn, ook al geven we ons daar meestal geen rekenschap van. Op financieel vlak is design er al lang voor iedereen. Het volstaat het te willen zien of het te willen inzien.”
Farida O’Seery voegt de daad bij het woord. Zo heeft ze niet geaarzeld om KathleenVanZandweghe – vooral bekend voor haar interventies voor Hema, de grootwinkelketen met de haalbare prijzen – uit te nodigen. Samen met zes andere designers, waaronder PatriciaUrquiola zal ze binnen Interieur een project opzetten “met een familiale en geruststellende uitstraling, om het innoverende aspect van design op didactische wijze aan te tonen”.
Dialoog tussen industrieel en ontwerper
Vooraleer een thema te kiezen, getroostte Farida O’Seery zich de moeite om na te denken over alle facetten die vandaag de motor van design doen draaien. O’Seery: “De consument is verwend en loopt verloren in het aanbod, maar hij is ook veel kritischer geworden: tegenover de prijs, tegenover de kwaliteit van het voorwerp, tegenover de verhouding van het voorwerp tot de kwaliteit van het leven in het algemeen. En dan zijn er de signalen vanuit de sector zelf: de fabrikanten beseffen steeds meer dat alleen het design het verschil maakt tussen twee producten en dat ze niet meer om de designers heen kunnen. Sommigen hebben de knop al omgedraaid: ze laten de designer niet meer aan het einde van de rit even meespelen, maar schakelen hem in vanaf de eerste vage contouren van een nieuw product.”
Deze dialoog tussen industrieel en ontwerper bracht Farida O’Seery op het idee om de design- en de corporate-wereld bij elkaar te brengen. Daartoe vroeg ze twee ‘eregasten’ een project te creëren op de intussen befaamde Rambla van de evenementenhal: designer JamesIrvine en de Finse modelegende KirstiPaakkanen.
James Irvine (‘Everything is design because everything is designed’ – zo simpel is het) werd zowel door het uitermate exclusieve B&B Italia aangezocht als door Ikea. Volgens hem beginnen de designers en de industrie te beseffen dat sommige gewoonten uit het verleden geen draagvlak hebben, en beginnen zelfs de consumenten dat te beseffen. In ‘Design for the 21st Century’ (Charlotte& Peter Fiell, Taschen, 2003) formuleert hij het zo: “Men stelt zich vragen over de fundamentele noodzaak van de dingen: moet ik echt een enorme smak geld neertellen voor een auto waarmee ik mijn tijd verdoe in de file? Misschien kan ik wel zonder? Maar dan rijst een probleem: hoe vervang ik hem? De basisvragen worden slechts zelden gesteld. Ik weet zeker dat een nieuwe generatie van denkers belangrijk gaat worden voor de industrie. Niet meer de designers, maar mensen die bekwaam zijn om verschillende disciplines te combineren en die in staat zijn de producten een nieuwe, belangrijke, ecologische of maatschappelijke dimensie te geven.”
Die overwegingen van James Irvine, hebben op hun beurt O’Seery ertoe aangezet om de jury voor de wedstrijd ‘Design for Europe’ samen te stellen met grote namen uit sectoren die aanleunen bij en toch ook losstaan van design: PhilippeLacoste, die het textielhuis met dezelfde naam leidt, LidewijEdelkoort, pausin van de trendwatchers, EbbePelleJacobsen, die Habitat weer op de juiste weg zette, en XavierKegels, die aan de wieg stond van Kipling en nu bij Hedgren de touwtjes in handen heeft.
Serge Vanmaercke
“De fabrikanten beseffen steeds meer dat alleen het design het verschil maakt tussen twee producten, en dat ze niet meer om de designers heen kunnen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier