Denk goed na voor u zich borg stelt
U bij de bank borg stellen voor de lening van iemand anders kan verregaande gevolgen hebben. U zoekt beter naar een andere oplossing.
Het is een klassieker als je een lening aangaat bij een bank: om de terugbetaling van de lening te garanderen, zoeken banken naar waarborgen. Hoe kleiner de bank de kredietwaardigheid van de ontlener inschat, hoe meer waarborgen ze eist. De meest krachtige waarborgen hebben betrekking op een onroerend goed dat in hypotheek wordt gegeven. Als dat niet mogelijk is, dan wordt in de praktijk vaak gezocht naar iemand die zich garant wil stellen voor de lening van iemand anders, de zogenaamde persoonlijke borgstelling. Het typevoorbeeld is dat van de ouders die zich borg stellen voor een lening van een zoon of dochter die een zelfstandige activiteit wil starten. Een ander voorbeeld is dat van de zaakvoerder of bestuurder die zich bij de bank persoonlijk borg stelt voor een lening van de bank aan zijn vennootschap. De praktijk leert dat er heel wat mensen zijn die een borgstelling ondertekenen zonder goed op de hoogte te zijn van de gevolgen en de risico’s ervan.
Verplichte terugbetaling
De borgstelling houdt in dat u zich ertoe verbindt de schuld van iemand anders (de zogenaamde schuldenaar) te betalen als die persoon zelf niet kan betalen aan de schuldeiser, bijvoorbeeld de bank. Concreet zal de bank eerst en vooral de lening opzeggen bij niet-betaling door de kredietnemer. Vervolgens zal de nog openstaande schuld worden opgevraagd. Kan of wil de kredietnemer in dat geval niet terugbetalen, dan zal de bankier bij u komen aankloppen en eisen dat u de som waarvoor u zich borg hebt gesteld betaalt in plaats van de kredietnemer.
Let wel, in heel wat borgstellingsaktes staat dat u zich niet kunt beroepen op het zogenaamde ‘voorrecht van uitwinning’. Dat wil zeggen dat als de bank bij u komt aankloppen u niet kunt eisen dat ze eerst naar de eigenlijke kredietnemer stapt om daar te proberen de schuld te innen.
Als u de bank betaald hebt, is het aan u om het bedrag te recupereren bij de persoon voor wie u zich borg stelde. In de praktijk zal dat dikwijls niet lukken, bijvoorbeeld omdat de vennootschap waarvoor u zich borg stelde failliet is of omdat de persoon voor wie u zich borg stelde insolvabel is.
Wat brengt de toekomst?
Op het moment dat u zich borg stelt, kunt u de financiële toestand van de persoon voor wie u dat doet goed inschatten en hebt u ook het nodige vertrouwen in hem, bijvoorbeeld omdat uw vennootschap financieel gezond is of omdat uw zoon goed zijn kost zal verdienen met de activiteit die hij begint. Het probleem is evenwel dat u geen glazen bol hebt en niet kunt voorspellen hoe een en ander zal evolueren. U stelt zich borg voor een schuld die gedurende heel wat jaren moet worden afbetaald of even-tueel zelfs voor onbepaalde duur werd aangegaan. U neemt op dat vlak dus een aanzienlijk risico, temeer omdat het lang niet zeker is of de schuldenaar u zelf wel op de hoogte zal houden van hoe zijn financiële toestand evolueert.
Als u zich borg stelt, kan het zijn dat u dat doet voor bedragen die u eigenlijk niet kunt betalen. U moet het bedrag waarvoor u zich borg stelt niet dadelijk betalen of blokkeren op het moment dat u de borgstelling ondertekent.
Wettelijke bescherming
Een wet beschermt sinds 1 december 2007 degene die zich kosteloos borg stelt. Een kosteloze borg is iemand die geen economisch voordeel heeft bij de borgstelling – denk aan ouders die zich borg stellen voor de schulden van een van hun kinderen bij een bank. De nieuwe bescherming is dus niet van toepassing als de borgsteller een vergoeding krijgt om zich borg te stellen, wat in de praktijk trouwens zelden het geval zal zijn. Er is ook geen sprake van een kosteloze borgstelling als de borgsteller financieel belang heeft bij de borgstelling. Dat is vaak het geval voor een zaakvoerder of bestuurder van een vennootschap die er belang bij heeft dat zijn eigen vennootschap een lening krijgt.
De wet bepaalt een aantal formele voorwaarden waaraan de borgstelling moet voldoen. Zo moet de borgstelling vastgelegd worden in een geschreven overeenkomst, die verschillend moet zijn van de eigenlijke hoofdovereenkomst tussen de schuldeiser, zoals de bank, en de eigenlijke schuldenaar. In dat document moet onder andere de duur van de hoofdverplichting worden vermeld, zodat u als borg duidelijk weet waar u aan toe bent. Is de hoofdverplichting afgesloten voor onbepaalde duur, dan is de duur van de borgstelling beperkt tot vijf jaar.
Er rusten op de schuldeiser (bijvoorbeeld de bank) bepaalde informatieverplichtingen. De schuldeiser moet de borg minstens één keer per jaar op de hoogte brengen van het feit dat de hoofdschuldenaar zijn verplichtingen al dan niet nakomt. Komt de hoofdschuldenaar zijn verplichtingen niet na, dan moet de schuldeiser de mededelingen daarover – bijvoorbeeld een aanmaning – tegelijk en in dezelfde vorm meedelen aan de borg. Doet de schuldeiser dat niet, dan kan hij zich niet langer beroepen op de vermeerdering van de schuld met interesten.
Ten slotte moet iemand die een erfenis krijgt van een persoon die zich borg heeft gesteld, ingelicht worden over het bestaan van de borgstelling, zodat hij kan beslissen de erfenis al dan niet te weigeren. Bij aanvaarding van de erfenis kan de borgstelling nooit groter zijn dan het deel van de erfenis dat hij krijgt.
Goed om weten: ook als u zich niet kosteloos borg stelt, bestaan er mogelijkheden om toch nog onder de borgstelling uit te komen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als de borgstelling door een gehuwde alleen werd ondertekend en de borgstelling de gezinsbelangen in het gedrang bracht.
JOHAN STEENACKERS
Op het moment dat u zich borg stelt, kunt u de financiële toestand van degene voor wie u dat doet goed inschatten, maar u weet niet wat de toekomst brengen zal.
Er bestaan mogelijkheden om toch nog onder de borgstelling uit te komen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier