Delitraiteur wint de Mercuriusprijs

Delitraiteur, een keten van de groep Louis Delhaize, heeft zopas zijn twintigste vestiging geopend. De vernieuwende aanpak wordt nu bekroond met de Mercuriusprijs van Fedis. En voortaan mogen we de opening van zes nieuwe traiteurs per jaar verwachten.

De gedelegeerd bestuurder van Delitraiteur heeft redenen te over om te glimlachen. Niet alleen heeft Jean-Marc Van Cutsem de opening van een twintigste vestiging te vieren. Zijn keten van ‘verbruiksklare voeding’ werd ook nog eens bekroond met de Mercuriusprijs van de Belgische federatie van distributiebedrijven, Fedis. De prijs gaat naar een handelszaak die zich op een bijzondere manier heeft onderscheiden op het gebied van innovatie.

De twintig winkels, die behoren tot de groep Louis Delhaize (Cora, Match…), positioneren zich eigenlijk meer als traiteurs dan als supermarkten. “Onze winkels zijn als het menu van een restaurant,” zegt Van Cutsem. “De bedoeling is om een oplossing te bieden voor de verwachtingen van ons cliënteel, dat vooral uit actieve mensen bestaat. Als ze bijvoorbeeld een aperitief willen geven, kunnen ze de drank en zakoeski’s op dezelfde plek vinden. We hebben ook een rayon speciaal voor hoofdgerechten en een andere voor voorgerechten.”

Het was vooral die ‘culinaire reisweg’ die de jury van de Mercuriusprijs kon overtuigen.

Befaamde partners

Delitraiteur pikt in op het succes van de kant-en-klare maaltijden. De keten wil zich duidelijk een imago van hoogwaardigheid aanmeten en heeft dan ook allianties gesmeed met befaamde partners. Het gamma bereide gerechten bijvoorbeeld werd gestoffeerd met Aziatische bereidingen van de Blue Elephant, een trendy restaurant in Ukkel.

Van Cutsem is zich ervan bewust dat hij niet eender wie kan aantrekken, maar zegt toch: “We willen tegemoetkomen aan de behoeften van de klant op een welbepaald ogenblik. Als hij iets voor de lunch wil of hij moet diezelfde avond nog gasten ontvangen, dan kan hij bij Delitraiteur een kant-en-klare oplossing vinden. Het spreekt vanzelf dat we niet mikken op klanten die hun wekelijkse boodschappen doen.” Delitraiteur heeft dan ook niet dezelfde klantenkring als een warenhuis. De meeste Delitraiteurs – uitgebaat door zelfstandige franchisenemers – beschikken over een oppervlakte van 250 vierkante meter, waarvan slechts een klein gedeelte voorbehouden is aan de zogenaamde droge voeding: de courante consumptiegoederen van de traditionele supermarkten. “Dat deel van het aanbod is niet meer dan een noodzakelijk kwaad,” zegt Van Cutsem. “Het dient alleen om de klant die iets vergeten is, te depanneren. Overigens vertegenwoordigt het maar 30 % van onze activiteit. De andere 70 % wordt gevormd door ons traiteuraanbod.”

Marge van 35 %

Dankzij zijn positionering slaagt Delitraiteur erin om een behoorlijke marge te realiseren op zijn producten, vooral dan op de bereide gerechten. In dat segment halen de marges 35 %. Het succes is overigens niet uitgebleven: “Meestal wordt aangenomen dat een keten pas rendabel wordt vanaf 25 winkels. Wij zijn echter al twee jaar uit de rode cijfers en we hebben pas onze twintigste winkel geopend,” zegt Van Cutsem opgewekt. De gemiddelde omzet van een Delitraiteur ligt tussen 25.000 en 55.000 euro per week. Het meest rendabele verkooppunt is de winkel in Waterloo. Die heeft onlangs een GB Express als buur gekregen, “maar we ondervinden daar geen echte weerslag van”, aldus Van Cutsem.

Gesterkt door het succes begint de keten, die tot nog toe alleen opereerde in Brussel en Waals-Brabant, zich uit te breiden. Het twintigste verkooppunt ligt namelijk in Jambes, bij Namen. “We hebben er tot nu toe de voorkeur aan gegeven geografisch uit te breiden als een olievlek en onze naambekendheid geleidelijk op te bouwen,” licht Van Cutsem toe. “We zitten nu ook in Jambes omdat we aanwezig willen zijn in stedelijke gebieden met een vrij grote bevolkingsdichtheid, en op plekken waar er een grote actieve bevolking is.”

Het offensief zal daarmee niet stilvallen. Delitraiteur is van plan om in België zes traiteurs per jaar te openen en onderzoekt nu al de mogelijkheid om volgend jaar een vestiging te openen in Rijsel en het jaar daarna in Luxemburg.

Christophe Charlot