DEFLATIE-‘BOOM’?
De Europese Centrale Bank ( ECB) weigert voorlopig de rente verder te verlagen. Hardleerse koppigheid? De conjunctuur in euroland zit in het sukkelstraatje – de Duitse economie kromp in het laatste kwartaal van 1998 – terwijl deflatie om de hoek loert. De combinatie van dalende prijzen en een krimpende economie tekenden de jaren dertig. Op het einde van de eeuw duiken de prijzen opnieuw naar benden. Volgt ook de groei?
Michael Hartnett, senior international economist van Merrill Lynch overschouwt de toestand vanuit New York.
MICHAEL HARTNETT (MERRILL LYNCH). In de VS stuwen lagere prijzen de vraag vooruit, zodat de deflatoire trend gepaard gaat met een boomende economie. Productiviteitswinsten, vooral in de dienstensector, en een competitieve omgeving maken deze combinatie mogelijk. De deflatie in Japan en de rest van Azië heeft echter een heel ander karakter. De prijsinstorting van activa (aandelen, grond…) zorgde er voor een negatief welvaartseffect. Dat haalde de vraag én de groei onderuit. Die regio wordt ook geteisterd door overcapaciteit in heel wat sectoren, wat de prijzen verder onder druk zet. Europa hangt ergens tussen die goedaardige en kwaadaardige deflatie. Welke kant het uitgaat, is heel moeilijk te zeggen. Europa zou eigenlijk net als de VS een deflatieboom moeten kennen. Maar de zeer hoge werkloosheid zorgt ervoor, dat de lagere prijzen de Europese consumenten niet aanzetten tot een hogere consumptie.
TRENDS. Wat is op een globale schaal de grootste kracht, de goedaardige of de kwaadaardige deflatie?
Een blik op de evolutie van de grondstofprijzen vertelt dat de laatste kracht overduidelijk domineert. We hebben een enorme monetaire versoepeling gezien in de wereld de jongste vijf maanden: 38 verschillende centrale banken voerden 93 intrestverlagingen door. Probleem is dat wel een pak financiële activa duurder zijn geworden, maar de prijsvooruitzichten voor goederen en diensten werden er niet beter op. De grondstofprijzen vertellen dat een verdere monetaire versoepeling gewenst is. Ook institutionele factoren – de val van de Berlijnse muur en de opgang van technologie en competitieve markten – droegen veel bij tot het huidige deflatoire klimaat in de wereld. Maar om deflatie te bestrijden, heb je een monetaire versoepeling nodig. De geschiedenis leert dat deflatie heel gemeen kan uitpakken. En Japan leert dat eens gevangen in een deflatoire spiraal, eruit ontsnappen heel moeilijk is. De ECB moet dus heel voorzichtig zijn.
Neemt de ECB dan onverantwoorde risico’s door op haar onafhankelijkheid te staan en de rente niet verder te verlagen?
Mocht de slabakkende conjunctuur zich vertalen in hogere werkloosheidscijfers, dan zal de ECB geen andere keuze hebben dan de rentevoeten te verlagen. De druk wordt dan té groot. De vorige intrestverlaging gebeurde toch bij een sterke conjunctuur. Dus, gezien de conjunctuur nu zwakker is… Maar ik denk dat iedereen het met me eens is dat lagere rentevoeten de werkloosheid in Europa niet zullen oplossen. Enkel structurele ingrepen in de arbeidsmarkt kunnen de werkloosheid aanpakken.
In de VS-economie lijkt werkloosheid gebannen, de inflatie verdreven en breekt de beurs records. Maar kan de mirakeleconomie blijven schitteren?
Een vertraging van de economische activiteit in de VS is onvermijdelijk. Voorspellen wanneer dat zal gebeuren, is een ander paar mouwen. Misschien zorgen hogere intrestvoeten daar wel voor een afkoeling. De rente is de sleutelprijs die we in het oog moeten houden, al verwacht ik de komende twaalf maanden dus geen comeback van het inflatiespook. Maar mochten de bestedingen wéér verrassend sterk uitpakken, dan dreigt het al recordhoge Amerikaanse handelstekort verder op te lopen. De kans dat een aantrekkende vraag in Europa en Japan aan dat tekort knabbelt, is heel klein. Dat verhoogt het risico op een rentestijging in de VS om de Amerikaanse vraag af te remmen en zo het handelstekort te verlagen.
Moet dat Amerikaanse handelstekort dan zo nodig naar beneden?
De VS-administratie verschuift de aandacht steeds meer naar de potentiële schade dat het handelstekort aan de Amerikaanse economie kan veroorzaken. Het tekort zorgt er mee voor dat de VS meer investeert dan spaart. Langs de investeringszijde zijn er echter tekenen van overcapaciteit. De Amerikanen slorpen nu nog veel van die overcapaciteit op, omdat de beurskoersen zo fel gestegen zijn. Als je gelooft dat de beurs voor altijd zal stijgen, is er geen vuiltje aan de lucht. Ik geloof echter dat de koersen op Wall Street niet altijd zullen stijgen. Daarom dringt de Amerikaanse staatssecretaris van Financiën Robert Rubin er ook zo sterk op aan dat Europa en Japan een reflatiebeleid voeren.
Krijgt een reflatiebeleid de Japanse economie uit het slop?
De genomen fiscale stimuli zullen de Japanse economie de komende twee kwartalen opzwepen. Maar Japan kan zich dit beleid niet blijven veroorloven. Bovendien zal dat enkel een tijdelijk, statistisch herstel opleveren en geen brede en langdurige opleving.
Zit er voor Japan dan niks anders op dan meer yens te drukken?
De wereld zit te wachten op een zwakkere yen. Yens drukken, zal de Japanse munt verzwakken. Of dat een goede zaak is voor Japan blijft echter een open vraag. We hebben de jongste drie jaar al veel monetaire en fiscale stimuli gezien en een afwaardering van de yen, maar toch herstelde de Japanse economie niet. Dit omdat Japan nooit werk maakte van de verbetering van de rendabiliteit van de bedrijven. Zonder een verschuiving naar een meer entrepreunerial samenleving wordt het voor Japan heel moeilijk terug met groei aan te knopen. Voor Japan zou het beter zijn dat de intrestvoeten en de yen stijgen. Dat zou het zo noodzakelijke proces van creatieve destructie in gang zetten en de overcapaciteit wegsnijden. Die ingreep schuift Japan steeds voor zich uit.
Is zonder een Japans herstel, een herstel in de rest van Azië mogelijk?
Sleutel tot een herstel in Azië is een verdere sanering van het banksysteem. Dat staat nog altijd op te slappe benen. Zolang de berg slechte leningen niet verder afneemt, zit er voor Azië niet meer in dan enkele voorraadcycli die een zijdelings bewegende groeigrafiek opleveren.
Tot slot, hoe zien de groeivooruitzichten van de globale economie eruit?
We verwachten een desinflatoir herstel: het wereld-BBP groeit dit jaar met 1,5% en volgend jaar met 2,2% terwijl de inflatie heel laag blijft in de Oeso-landen. Deflatie is het grotere risico.
DAAN KILLEMAES
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier