De zwanenzang van de vaste rente
Zelden was met zoveel waarschijnlijkheid voorspelbaar dat een Titanic in de golven zal verdwijnen. Het orkest blijft spelen, maar het feest op de obligatiemarkten is bijna zeker gedaan. Vergeet niet dat obligatiefondsen met een constante looptijd in dollar de jongste veertig jaar liefst 7,5 procent return per jaar opleverden. Dat is nauwelijks minder dan de return van de S&P 500-index. Die obligatiereturn had alles te maken met de rentedaling, die voor een stijging van de obligatiekoersen zorgde. Normaal verwacht je van aandelen dat 60 procent van hun return afkomstig is van koersstijgingen, maar sinds de jaren zeventig was dat eerder voor obligaties het geval. De omgekeerde wereld.
Nu de rentevoeten met nul flirten of al negatief zijn – 90 procent van de overheidsobligaties heeft een rente onder 1 procent – is het wachten op een ijsschots, een zwarte zwaan, om de obligatie-Titanic naar de bodem van de oceaan te verwijzen. Om de volgende jaren de historische return van 7,5 procent vol te houden, moeten de rentetarieven dalen tot min 17 procent. Dat berekende Bill Gross, lang de grootste obligatiebeheerder ter wereld, tot hij tien jaar geleden veel te vroeg de ondergang van de Titanic aankondigde. Sindsdien deden de Amerikaanse obligatiemarkten het met 9 procent return, twee keer beter dan de aandelenmarkten. Gross kwam dan ook in conflict met zijn werkgever Allianz. Onlangs herverpakte hij zijn doemdenken in een nog veel sterker beeld. We beleven in de obligatiemarkt een supernova, zegt hij. Dat is een ster die net voor ze helemaal uitdooft, heel sterk licht afgeeft. Dat doen de obligatiemarkten, volgens Gross, nu. Net voor ze imploderen.
En we hoeven niet te wachten op dat supernovamoment om al veel schade vast te stellen. Stel dat je jaren geleden een schenking van een obligatieportefeuille deed, met behoud van vruchtgebruik. Van inkomen is nog nauwelijks sprake. Stel dat je met obligaties gedurende vele tientallen jaren een provisie aanlegde voor de berging van nucleair afval. Die provisie zal lang niet volstaan. Stel dat je pensioenverplichtingen aanging, voorzichtig uitgaande van een vaste rente van 2,5 procent. Sorry, gepensioneerden, het geld zal er niet zijn. Dat pensioenfonds moet vandaag geld bijleggen als het zijn cash ergens tijdelijk wil opslaan. En we hebben het niet eens over de publieke pensioenbeloften waarvan de geactualiseerde kosten mathematisch stijgen naarmate de rente daalt. Enkele jaren geleden bedroeg de actuele waarde van de Belgische pensioenbeloften ongeveer 750 procent van het bbp, vandaag durft niemand dat nog te berekenen.
Over de schuldenmarkten publiceerde professor Bruno Colmant een bijzonder interessant artikel in het jongste nummer van het Luxemburgse maandblad Agefi. “De aankoop van overheidspapier door de ECB ten bedrage van 80 miljard euro per maand werd voorgesteld als een middel om de economie op gang te krijgen, maar de eigenlijke bedoeling is de overheden te helpen bij hun financiering. Vrije kapitaalmarkten zouden de nu door die overheden geboden rentetarieven nooit hebben aanvaard.” Dat leidde tot een rentestand die zo uitzonderlijk is, dat we voor een precedent moeten teruggaan tot vóór 1830, toen het verbod op intresten in het kerkelijk recht werd opgeheven. Zolang dat verbod gold, was de rente nul, tenminste voor wie zich aan de kerkelijke geboden hield.
Colmant voorspelt ook dat de overheidsobligaties die vandaag op de balansen van de ECB-banken staan, nooit zullen worden terugbetaald. Ze zullen daar een eeuwigdurend karakter krijgen. In 2017 zal 2000 van de 10.000 miljard euro publieke schulden in de eurozone, 20 procent dus, op die manier definitief zijn ‘herschikt’. Colmant verwacht niet dat de ECB nadien nog meer schulden uit de markt zal nemen, maar dan moeten Noord- en Zuid-Europa het er wel over eens zijn dat de rente geleidelijk weer marktconform kan worden, dus omhoog kan. Als dan ook inflatie weer tot 2 procent toeneemt, dan wordt dat pijnlijk voor wie onlangs voor 100 jaar een paar 100 miljoen euro leende aan de Belgische staat tegen 2,3 procent. Colmant zegt verder niets over de ontwaarding van de bestaande obligatievoorraad, zodra de rente weer zal stijgen. Bij een normalisering van het rentepeil krijgen we het omgekeerde van wat we de jongste dertig jaar beleefden. Daarenboven kunnen veel staten een hogere rente budgettair gewoon niet aan. De centrale banken krijgen er dan ook een opdracht bij: zij zullen moeten instaan voor een dwingend beheer van de openbare schuld.
De auteur is publicist.
PAUL HUYBRECHTS
Om de volgende jaren de historische return van 7,5 procent vol te houden, moeten de rentetarieven dalen tot min 17 procent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier