‘De ziekenhuisfinanciering is de etterende wonde’

Roeland Byl redacteur bij Trends

De econoom Brieuc Van Damme weet hoe de ziekteverzekering 380 miljoen euro kan besparen. De adviseur van vicepremier Vincent Van Quickenborne en gastdocent aan de Universiteit Gent geeft commentaar bij zijn plan dat maandag verschijnt.

“Je kunt het ideologisch oneens zijn met wat Laurette Onkelinx (PS) doet, maar ze is een goede minister”, zegt Van Damme. Voor een kabinetsmedewerker van een liberale vicepremier zijn dat verrassende woorden. Zeker nu hij net een besparingsplan voor de ziekteverzekering de wereld in stuurt. Dat staat in een bijdrage aan Welzijn en zorg in Vlaanderen, een gespecialiseerde uitgave die al voor de achttiende keer bij Kluwer verschijnt.

Van Damme vindt dat het beleid niet ver genoeg gaat om de budgettaire uitdagingen het hoofd te bieden. “Besparingen in de ziekteverzekering worden te gemakkelijk afgewenteld op de geneesmiddelen omdat het zo moeilijk is aan de ziekenhuizen of patiënten te raken”, zegt Van Damme. “Lineaire belastingverhogingen of prijsverlagingen bij de industrie lossen het groeiende uitgavenprobleem fundamenteel niet op.”

Het probleem is eenvoudig: de vergrijzing en de technologische vlucht van de geneeskunde leggen een steeds groter beslag op de overheidsmiddelen. Intussen is het budget van de ziekteverzekering goed voor ongeveer 26 miljard euro. Het besparingsplan van Van Damme wil met acht maatregelen 380 miljoen op korte termijn besparen. Op middellange termijn zijn structurele hervormingen nodig. Het plan is een persoonlijke denkoefening, benadrukt de auteur.

BRIEUC VAN DAMME. “Niet alle ziekenhuizen doen dat. Er is een enorm verschil in praktijkvoering. De ziekenhuisfinanciering is absoluut niet transparant. Patiënten worden in België bijvoorbeeld veel meer blootgesteld aan röntgenstralen en ze gaan vaker onder het mes. Dat verhoogt de risico’s op complicaties. Bovendien zijn de verhoudingen tussen artsen en ziekenhuizen volledig aan het verzuren. Sommige ziekenhuisdirecties zien de artsen echt als een melkkoe. Er is voorts een discrepantie per specialisatie: sommige artsen moeten veel bijdragen om het ziekenhuis te financieren, andere veel minder.

“Die toestanden blijven niet te rechtvaardigen. We evolueren steeds duidelijker naar een villageneeskunde, waar geneesheren de deur van het ziekenhuis achter zich dichttrekken en hun eigen privépraktijk opstarten. Dat kan de kwaliteit in gevaar brengen en als we zo voortdoen, komt de financiële duurzaamheid in het gedrang. De ziekenhuisfinanciering is voor mij echt de etterende wonde van de ziekteverzekering.”

U pleit voor een New Deal in de ziekenhuisfinanciering. Dat houdt in: meer referentieprijzen, meer forfaitaire terugbetaling per pathologie en meer schaalvergroting. Dat zijn toch geen nieuwe recepten?

VAN DAMME. “Inderdaad, maar de uitvoering laat meestal op zich wachten. Nieuw is wel mijn voorstel om tijdens deze regeringsperiode een groep experts aan te stellen die een plan uitwerkt waarbij ook de stakeholders worden betrokken. Dat kan dan ter inspiratie voor het volgende regeerakkoord worden gebruikt. Als we wachten tot 2014 om sociaaleconomische hervormingen te onderhandelen, dan vrees ik dat het te laat is. We moeten proberen nu al een consensustekst te vinden, ook met de partijen van de oppositie, die bruikbaar is bij de volgende regeringsvorming.

“Daarom moet er een groep experts komen die een holistisch plan voor de ziekenhuizen uitwerkt. Je kunt niet aan de ziekenhuisfinanciering beginnen zonder tegelijk de nomenclatuur van de artsen te bekijken. Dat weet iedereen al lang, maar in de realiteit laat ze op zich wachten. Er is trouwens al sinds 2002 een commissie voor de herziening van de nomenclatuur. Alleen is die nog nooit samengekomen, want er kan maar geen voorzitter voor worden gevonden.”

Een herziening van de nomenclatuur zou ook een stijging van de middelen betekenen. Daarom verkiezen de betrokkenen misschien de stand still. Moeten we afstappen van de groeinorm?

VAN DAMME. “Vandaag bepalen we met het oog op de begroting vooraf wat de groeinorm is, en vervolgens nemen we besparingsmaatregelen. Dat is niet de juiste manier. We zouden veel beter hervormen wat verkeerd loopt. Er zijn toch nog veel dubbele facturaties. Er is veel geld dat we verspillen of dat oneigenlijk wordt besteed. Het is veel logischer om vooraf te bepalen hoeveel een efficiënte gezondheidszorg nodig heeft en daarop de groeinorm te baseren. Je hebt een budgettair keurslijf nodig, maar geen koehandel met de natte vinger achteraf.”

Stelt u daarom een zorgrekening voor in de gehandicapten- en ouderenzorg? Het individu neemt daarbij zelf de regie van zijn zorg in handen.

VAN DAMME. “Eigenlijk is het de omkering van een aanbodgestuurd systeem naar meer vraagsturing. Mensen willen zelf meer controle. Via een zorgrekening of persoonsgebonden budgetten beheren ze hun eigen zorgtraject. En eigenlijk kunnen ze dat ook beter dan een intermediair die dat voor hen doet. Daar zit een besparingspotentieel van 115 miljoen. Vergelijkbare systemen in Nederland en Duitsland zijn razend potentieel en leveren besparingen tot 40 procent op. Het mag wel geen verplichting worden en mensen moeten te allen tijde kunnen overstappen naar het klassieke forfaitsysteem.”

In de ouderenzorg wilt u minder in bakstenen investeren en meer in zorg. Hoe moet dat?

VAN DAMME. “De 204 miljoen euro subsidies voor woonzorgcentra gaan alleen naar vzw’s en OCMW’s. Dat is weinig sociaal voor zij die niet anders kunnen dan naar een commerciële instelling te gaan. Zij komen in een woonzorgcentrum terecht waar de dagprijs voor 18 procent minder is gesubsidieerd. Dat is een absurde situatie. Gebruik die miljoenen om de meest kwetsbare ouderen te ondersteunen en maak het aantrekkelijk om aangepaste zorgvoorzieningen te bouwen.

“Volgens de recentste cijfers zitten we weldra met een tekort aan aangepaste zorgvoorzieningen voor ouderen. Het bouwritme volstaat niet om die behoefte te dekken. Het is een goed idee om manieren te zoeken die het privéspaargeld aansnijden om de bouwnoden te financieren. Daar bestaat bij alle politieke partijen een consensus over. Woonzorginfrastructuur financieren via woonrechtobligaties is daarvan een goed voorbeeld. Er moet dan wel nog een en ander veranderen. Zo ontbreken de fiscale stimulansen en is er geen wetgeving die de gebruiker voldoende beschermt.”

U pleit ook voor een frisdranktaks. Waarom?

VAN DAMME. “Ik ben een voorstander van een verschuiving naar responsabiliserende belastingen. Ik weet ook wel dat 3 cent extra per liter geen garantie is voor gedragsverandering, maar het is wel een ethische manier om belastingen te heffen. Mensen mogen hun verantwoordelijkheid nemen.

“Er is een praktisch verschil met de vetbelasting die in Denemarken is ingevoerd. Die zit administratief heel moeilijk in elkaar. Mijn frisdranktaks – goed voor 41 miljoen euro – kun je heel eenvoudig bereiken door één koninklijk besluit aan te passen. Ik denk niet dat mensen het erg zouden voelen, want het zou de accijnzen op frisdrank terugbrengen op het niveau van 2004. We laten individuele verantwoordelijkheid spelen in de belasting op tabak en alcohol, waarom zouden we dat dan niet doen voor frisdrank of ongezonde voeding?”

ROELAND BYL

“Je hebt een budgettair keurslijf nodig, maar geen koehandel met de natte vinger achteraf” Brieuc Van Damme

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content