‘De zaadjes zijn geplant’
“Ik hoop dat de politiek de tijd neemt om een juiste analyse te maken van de situatie in Limburg.” Piet Pauwels, professor bedrijfseconomie aan de Universiteit Hasselt, ziet positieve embryonale ontwikkelingen in Limburg.
Overheden, de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM) en werkgeversorganisaties kunnen zich het best eens grondig buigen over de vraag waar Limburg voor staat en waar het naartoe moet, vindt Piet Pauwels, decaan van de faculteit economie van de Universiteit Hasselt. “En dan hoop ik dat die analyse niet een paar dagen, maar een paar weken duurt. Beter grondig dan overhaast. De provincie heeft eind vorig jaar Limburg 2.24 voorgesteld, de opvolger van het Limburgplan. Daarin zit een goede analyse van de speerpunten, maar de echte selectie moet nog gebeuren.”
Grote clusters als die van de biotech in Gent of de grafische industrie rond Turnhout heeft Limburg niet. “We hebben een aantal prille ontwikkelingen. In het verlengde van de Universiteit Hasselt is er een incubator voor biomedica. Die barst uit zijn voegen, wordt zelfs verdubbeld in oppervlakte”, weet Pauwels
Zo zijn er nog voorbeelden. Rond C-Mine blazen hoogtechnologische ondernemingen en gamingbedrijven verzamelen. Er is de duurzame blauwe economie van Gunther Pauli, en de ambitie om van Limburg de eerste energieneutrale provincie te maken. “Mogelijk zit er ook veel potentieel in alles wat met fietsen te maken heeft, met bedrijven als Bio Racer (sportkleding) en Race Productions (fietsenmerk Ridley). Er is dus wel degelijk gezaaid, maar het is nog veel te vroeg om te oogsten, laat staan om te zeggen dat dit de toekomst is van Limburg. Om met Gent te vergelijken: als er één of twee van die ondernemingen echt doorbreken, mogen we blij zijn.”
TRENDS. Bent u hoopvol gestemd?
PIET PAUWELS. “Ik vind dat er gezond is nagedacht over wat er de jongste vijf, zes jaar is gebeurd. De LRM heeft bijvoorbeeld een degelijk beleid gevoerd. Ze is niet zomaar van alles wat gaan subsidiëren. Maar we kunnen er ook niet omheen dat de statistieken mét of zonder Ford een heel ander beeld geven.
“Om maar één voorbeeld te geven: onlangs waren we de marketingdirecteurs van Limburgse bedrijven aan het tellen. Dan spreek je over ondernemingen die groot genoeg zijn om daar een aparte functie van te maken. We kwamen niet aan tien. Het duidt er ook op dat de beslissingnemers in veel gevallen niet in Limburg of Vlaanderen zitten.
“Bovendien is er de tijdsdimensie. Een bedrijf als de Z-Group van Matty Zednikar is een product van de reconversie van de Kempische Steenkoolmijnen. Dat is een kwarteeuw geleden. Die positieve evoluties kunnen de economie van Limburg nog niet dragen.”
Limburg moet dus een paar jaar geduld oefenen.
PAUWELS. “Je kunt Limburg niet tien jaar de woestijn in sturen. Maar het wordt een moeilijke evenwichtsoefening. Enerzijds moet je selectief nadenken over welke sectoren in de toekomst echt het verschil kunnen maken en anderzijds moet je op korte termijn op verschillende paarden wedden om die 10.000 werknemers niet in de kou te laten staan.
“Op de universiteit brengen we in kaart hoe diep de put is. Tegelijk ontwikkelen we een model dat peilt naar het effect op de export, het bruto nationaal product, de investeringsratio’s en dergelijke. Ik hoop dat de politiek daarop wil wachten, om overhaaste beslissingen te vermijden.
“Want de typisch Belgische nadelen speler hier ook, maar zijn niet eigen aan Limburg. Iets als rechtsonzekerheid voor ondernemers, en zeker het gevoel van rechtsonzekerheid, is een thema. Maar je moet dat ook relativeren. Wij denken dat het in Nederland en Duitsland beter is, maar in Nederland leeft diezelfde perceptie over ons.”
Zijn Limburgers te weinig ondernemend?
PAUWELS. “Dat denk ik niet. Er zijn misschien te weinig ontwikkelde bedrijven, maar aan goesting om te ondernemen ontbreekt het niet in deze provincie: zowel bij VKW, Voka als Unizo is er ongelooflijk veel activiteit. We moeten vermijden dat we zelf het fatalisme in de hand werken. Zwaktes kan je niet weggommen, maar als je er niets aan doet, wordt het probleem alleen groter.
“Limburg is misschien een van de zwakke plekken in Vlaanderen en West-Europa, maar de problematiek is niet typisch Limburgs. Ook andere regio’s zijn door zo’n reconversieperiode gegaan, dus wellicht kunnen we daarvan leren.
“We kunnen bijvoorbeeld nog harder werken aan de perceptie over Limburg. Net over de grens, in Nederlands Limburg, is heel wat kennis aanwezig over wat wél en niet werkt in regiomarketing. Want je moet vermijden dat ‘het merk Limburg’ een verhaal wordt van Limburg tegen de rest. De grens stopt echt niet in Lummen. We willen juist een onderdeel zijn van het West-Europese geheel.”
Wat kan de Universiteit Hasselt bijdragen aan de periode na Ford Genk?
PAUWELS. “Wij zijn een kleine universiteit. Met een goede ratio aan spin-off-bedrijven ten opzichte van het aantal studenten en professoren, maar dan nog blijft dat beperkt. Wij zijn geen grote boîte met voldoende middelen om een doos nieuwe bedrijven uit onze mouw te schudden. Maar we hebben wel die traditie om onze kennis zo veel mogelijk te valoriseren.”
LUC HUYSMANS
“Aan goesting om te ondernemen ontbreekt het hier niet”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier