De wraak van de waterzuiveraar
Veertien jaar na de scheiding keert de flamboyante Jean-Pierre Ombregt terug naar zijn vaderland. Zijn doel: wereldleider in de anaërobe waterzuivering worden.
In Puurs experimenteert het farmaceutische bedrijf Pfizer met een anaërobe proefinstallatie om zijn afvalwater te zuiveren. Het doet daarvoor een beroep op de diensten van Global Water Engineering (GWE) uit Zedelgem. “Met bacteriën zetten wij de organische verontreiniging om in methaangas,” zegt Ulrich Ombregt, de 27-jarige gedelegeerd bestuurder van GWE. “Zo recupereren wij energie uit afval. In deze tijden van hoge olie- en gasprijzen betekent dat een flinke besparing op de algemene onkosten.”
De proefinstallatie van Pfizer is het eerste contract van het jonge milieubedrijf in eigen land. En toch staat de groep al aan de wereldtop. GWE is immers de nieuwe naam van Enviroasia, een creatie van vader Jean-Pierre Ombregt (55). In 1991 trok deze burgerlijk ingenieur met een licentieovereenkomst van Fabricom naar de Filipijnen om er zijn geluk te beproeven. Met succes! Veertien jaar later leidt Ombregt het grootste, anaërobe waterzuiveringsbedrijf van Azië, met 150 installaties wereldwijd, waarvan 46 in China.
1991: “België deprimeert me”
“Nooit keer ik nog naar België terug,” vertrouwde de geestelijke vader van Biotim – de voormalige waterpoot van Tractebel – ons in de jaren negentig toe. “Dit land deprimeert me.” Maar voor het huwelijk van zijn dochter – de tweede uit een reeks van tien – maakte Jean-Pierre Ombregt deze zomer graag een uitzondering.
De ambitie van Ombregt is nog steeds groot, net zoals zijn ego. Toen Fabricom in 1987 de waterpoot van Acec kocht, wilde deze dochter van Tractebel zich beperken tot de Benelux en de omringende landen. Daarnaast breidde de groep de activiteiten uit naar het huishoudelijke afvalwater. En dat zinde Jean-Pierre Ombregt niet. “Te veel politiek en te weinig techniek. Ik droomde van een internationale hightechfirma. Aangezien we toen niet uit die discussie geraakten, scheidden we in onderling overleg. Fabricom kocht mijn aandeel van 6 % in Biotim uit en ik startte een nieuw waterzuiveringsbedrijf in Azië op, Enviroasia, dat Biotims naam en referenties mocht gebruiken in ruil voor royalty’s.”
Gezien de sterke groei van de regio, bleek het initiatief een schot in de roos. Het klimaat en de agrobusiness waren uitermate geschikt voor anaërobe vergisting. Op iets meer dan één decennium tijd bouwde Jean-Pierre Ombregt meer dan 150 installaties met een totale waarde van 75 miljoen euro.
Maar toen brak de crisis in Zuidoost-Azië uit. Alleen China wist eraan te ontsnappen. Dankzij zijn dominante positie in het onmetelijke land van de Draak (46 projecten) en een goede lokale partner (Ecco Engineering uit Hongkong) overleefde GWE de crash. Intussen liep de licentieovereenkomst met Fabricom af en verhuisde Ombregt om veiligheidsredenen naar het Thaise Phuket om volledig op eigen houtje verder te werken.
De beslissing om te delokaliseren legde GWE geen windeieren. Op 22 juli 2004 tekende Jean-Pierre Ombregt zijn grootste contract ooit: de waterzuiveringsinstallatie van Beer Chang, Thailands grootste brouwer – goed voor 17.000 kubieke meter afvalwater per dag en een totale contractwaarde van meer dan 1 miljoen euro. Maar toch blijft de omzet van 8 miljoen euro per jaar een pak onder de piek van 15 miljoen euro in 1996.
2005: vanuit Azië terug naar België
“Voor gespecialiseerde nichespelers zoals wij blijft er altijd plaats,” legt Jean-Pierre Ombregt uit. Vooral multinationals uit de voedingsindustrie, die werken met gestandaardiseerde kwaliteitsprocedures, weten de aanpak van de Zedelgemse waterzuiveraar te waarderen. Er staan dan ook klinkende namen op de referentielijst: Heineken, Budweiser, SAB-Miller, Coca-Cola, Pepsi, Nestlé, Pfizer…
Na Azië richt GWE nu zijn pijlen op Europa. Daartoe richtte het bedrijf vestigingen op in Duitsland (2000) en België (2003). Jean-Pierre Ombregt: “Spanje en Italië zijn nog braakliggend terrein. Nochtans hebben beide landen een sterke agro-industrie. Bovendien zijn de temperaturen er hoog, twee elementen die ervoor zorgen dat anaërobe waterzuivering uitermate geschikt is. Daarom heb ik voor deze expansie twee vroegere medewerkers van bij Biotim – Marc Eeckhaut en Pascal Pipyn – aangeworven. Samen kunnen wij bogen op meer dan een eeuw ervaring in de sector. Pipyn en ik vormden begin jaren tachtig al een team bij het roemruchte studiebureau ODK van wijlen Vic De Proost, die indertijd zowat alle waterzuiveringsstations in Vlaanderen uittekende.”
Vanuit Brugge voert zoon Ulrich Ombregt het financiële management en coördineert de logistiek van de groep. Alle belangrijke onderdelen van de installaties komen uit Duitsland en België: zo zorgt DWS voor panels, Aquasystems voor beluchters en Eekels voor pompen.
Ook Oost-Europa lonkt. In Rusland werkt GWE vijf projecten af: Steirerobst (fruit), Klin Brewery (Interbrew), Baltika Samare (bier), Baltika Chabarowsk (bier) en Kaluga Brewery (SAB-Miller).
De huidige oliecrisis betekent een nieuwe duw in de rug van GWE. Jean-Pierre Ombregt: “Met anaërobe waterzuivering kun je de doelstelling van het Kyoto Protocol halen. Dankzij onze techniek bespaar je fossiele brandstoffen en dus CO2. Wij staan namelijk sterk in de recuperatie van biogas. Zo zullen wij voor een lokale zetmeelfabriek in Thailand een vergistingsinstallatie bouwen voor het afvalwater, die 2835 kW elektriciteit produceert en een opbrengst genereert van 970.000 euro per jaar. Bovendien wordt de warmte van de generatoren gebruikt om het zetmeel te drogen, wat 9600 liter olie per dag bespaart – goed voor 576.000 euro op twaalf maanden. Ten slotte stoot de fabriek op jaarbasis 7500 ton minder CO2 uit dan vroeger. De onderneming verdient de totale investering van 2,8 miljoen euro op 24 maanden terug. En dan houden we nog geen rekening met de groene stroomcertificaten. Hier kun je dus spreken van een driedubbel dividend.”
Eric Pompen
“Dankzij onze techniek bespaar je fossiele brandstoffen en dus CO2.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier