De wilde West-Vlaamse weldoener
Flamboyant, balorig, het hart op de tong, hyperkinetisch. Het zijn slechts enkele van de eigenschappen die mensen op Joris Ide kleven. De selfmade entrepreneur bouwde jaren in alle stilte en uit de schijnwerpers aan zijn bedrijf. De producent van stalen dak- en wandpanelen zette ruim 200 miljoen euro omzet neer. Pas met de verkoop, nu twee jaar geleden, van zijn Joris Ide Groep aan Ergon Capital kwam Ide zelf in the picture.
Na de verkoop wierp hij zich op als vastgoedmagnaat en vooral als zelfverklaarde consolidator. Hij timmert in een ijzingwekkend tempo aan een nieuw imperium, dit keer in de kunststofsector. Hij rijgt de ovenames aan elkaar en werd aan de vooravond van sinterklaas ook nog eens marktleider in de productie van putdeksels door de overname van de familiale gieterijen Lecomte en Fondatel. In de belevenis van Ide zijn die bedrijven uiterst complementair met zijn kunststoffenactiviteiten. Wie een putdeksel nodig heeft, heeft ook buizen nodig. Het zegt iets over de haast kinderlijke eenvoud waarmee Ide, die vaak in de derde persoon over zichzelf praat, door het ondernemersleven stapt. Aan de telefoon konden we de man echter niet krijgen. De communicatie wordt gevoerd via de mensen door wie hij zich laat omringen.
Ide wordt graag opgevoerd als de zogeheten typisch West-Vlaamse ondernemer, die meer op het buikgevoel drijft dan op strategisch inzicht. “Hij is niet de grote manager met de intelligente commentaren”, zegt Bernard Maenhout van Voka. “Maar hij is een genie als het erop aan komt techniek te vertalen. Hij geniet als hij zaken kan opstarten, bezig kan zijn met het productieapparaat. Dat is zijn wereld.”
De energieke ondernemer uit Wingene mag dan al koketteren met zijn West-Vlaamse branie, hij is veel geslepener dan de eenvoudige boerensmid van weleer. “Het was een bijzonder vreemd gezicht”, zegt een waarnemer. “De hyperkinetische Joris Ide die met een stortvloed aan West-Vlaamse balorigheid de wat deftige Ian Gallienne rondleidde in het bedrijf waar hij met Ergon net een meerderheidsbelang in had genomen.” Gallienne, die het durfkapitaalfonds leidt, is de schoonzoon van de Waalse financier Albert Frère. Ergon wordt gecontroleerd door Parcom Ventures (ING) en GBL, de holding van Frère. Naar verluidt klikte het wonderwel tussen Ide en Frère, die wel viel voor het lef en de no-nonsense van Ide. Na de verkoop van zijn groep bleef Ide aan boord als voorzitter die zich vooral bezighoudt met het aankoopbeleid van de grondstoffen en de investeringen. Met zijn holding Bremhove heeft hij een belang van 40 procent in de Joris Ide Groep, die op termijn van naam verandert.
Te druk
De verkoop van zijn groep, waar hij 25 jaar aan had getimmerd, was geïnspireerd op het feit dat Ide aan de grenzen van zijn professionele kunnen botste. Het leverde hem meteen ook de noodzakelijke financiële vrijheid op. Maar ‘ledigheid is des duivels oorkussen’, en hij wil vooral dat zijn zoon Enzo (18) iets om handen heeft. Of hij daarmee zijn zoon, die uit de schaduw van zijn vader moet kunnen treden, een dienst bewijst, is iets waar Joris Ide niet meteen wakker van ligt. Hij heeft het daarvoor veel te druk met ondernemen. De bedrijven die hij kocht, moeten dringend verticaal geïntegreerd worden. Te druk ook met de geneugten des levens. Hij werd in de gespecialiseerde media even gekoppeld aan Phaedra Hoste. Te druk ook met het beheer van zijn vastgoedportefeuille. Ide bezit vastgoed in Oost-Europa en is in eigen land onder meer eigenaar van het Ieperse Westhoek Expo, dat decimeerde met de teloorgang van het technologie-imperium van Lernout & Hauspie. Overigens is Ide ook eigenaar van het bekende rode bakstenen L&H-gebouw, waar weefgetouwenproducent Picanol voorlopig zijn hoofdkantoor heeft. De rest van het immense bedrijventerrein is inmiddels in handen van die andere flamboyante en hyperkinetische ondernemer, Guido Dumarey, van Punch International. Dumarey en Ide die als wilde weldoeners de regio rond Flanders Fields zoveel jaar na datum alsnog hun technologische hefboomfunctie wil laten vervullen. Het heeft iets surrealistisch.
Dat is ook zijn ijver van de voorbije maanden. Zelfs mensen die Joris Ide al langer kennen, schrikken van de voortvarendheid die hij nu aan de dag legt. De vrees dat hij zich aan het vergalopperen is, klinkt door in hun stem die het midden houdt tussen bewondering en aarzeling. “Maar hij is er nu eenmaal de man niet naar om te rentenieren”, zegt Maenhout. “Hij wil bezig zijn, dingen doen bewegen.” Daarom ook is zijn vastgoedimperium industrieel getint: hij koopt oude bedrijven op en hervormt het geheel tot een bedrijvencentrum. Dat hij daarbij al eens botst op hardnekkige ambtenaren die hem afremmen in zijn gedrevenheid, neemt hij er dan maar voor lief bij. Een uitgebreid netwerk heeft Ide niet, en je zult hem slechtst bij hoge uitzondering op recepties zien. (T)
Lieven Desmet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier