De Waalse charme
Steeds vaker verhuizen Vlaamse kmo’s naar Wallonië. De Union Wallonne des Entreprises, de tegenhanger van het VEV, beklaagt zich over de hardnekkige en negatief gekleurde mythes over Wallonië. Hoe anders zijn beide wingewesten voor ondernemingen ? ALGEMEEN KADER
Vlaanderen en Wallonië ? “Dat zijn twee verschillende culturen, hé ?” zegt VEV-voorzitter Johan De Muynck nuchter. Met zijn bouwgroep Van Roey/Franki is De Muynck sterk aanwezig in de beide landsdelen, en dus een bevoorrecht getuige. “Het algemeen socio-economisch klimaat kan je niet vergelijken,” zegt De Muynck. “Zo participeert de Vlaamse overheid nauwelijks of niet in privé-bedrijven, terwijl de Waalse economie voor bijna veertig procent gecontroleerd wordt door de publieke sector. Deze discrepantie heeft gevolgen. Zo pakte Van Roey, vóór de fusie met het Waalse Franki, omzeggens systematisch naast Waalse bestellingen. Diverse Waalse ministers kwamen er openlijk voor uit : je moet als bedrijf fysisch aanwezig zijn in Wallonië, of je krijgt geen stuk van de koek. Sinds de fusie met Franki kennen we dat probleem niet meer.”
De noodzaak van een Waalse “poot” : geen enkele Vlaams bedrijf ondervond meer nadeel van zijn afwezigheid in Wallonië dan Van Hool. De busbouwer uit Lier was in 1994 in de running voor een miljardenorder bij de Waalse vervoermaatschappij Transport en Commun, kortweg TEC. Het resultaat was nihil. Concurrent Jonckheere, dat jaren geleden al een kantoor opende aan de oevers van de Samber, had de “Waalse boodschap” veel beter begrepen. Van Hool heeft het inmiddels ook geleerd. Medio oktober 1996 kondigde Alfons Van Hool in de beurskrant L’Echo de la Bourse een samenwerking aan met de Waalse vestiging van Caterpillar. Op die manier versterkt, dingt de Lierse busbouwer opnieuw naar een order bij TEC.
Vlaamse bedrijven, die ook maar de geringste interesse betonen voor een aanwezigheid aan de andere zijde van de taalgrens, kunnen rekenen op de rode loper. Elke West-Vlaamse bedrijfsleider die naar Moeskroen en Henegouwen afzakte, kan prachtige verhalen afsteken over snelle service, efficiëntie, veel hartelijkheid en allerlei steun. De groep Desimpel opende zopas een nieuwe fabriek in Péruwelz nabij Mons. Zegt Christophe Desimpel : “Onze ervaring bij de voorbereiding was over de hele lijn werkelijk positief. Het viel bijvoorbeeld op hoe vlug we alle noodzakelijke vergunningen binnenkregen.”
In het even verderop gelegen Charleroi is het dezer dagen niet anders. Daar kwam recent een Task Force tot stand, onder impuls van de alomtegenwoordige burgemeester Jean-Claude Van Cauwenberghe. In die Task Force krijgt de potentiële investeerder een soort peter aangewezen die hem of haar begeleidt in zijn zoektocht.
“Ik stel vast dat de politici er veel toegankelijker zijn dan bij ons,” zegt Jacques Rabaut van SunParks dat een vakantiepark in Vielsalm heeft. “De regerende macht is zich bewust van het feit dat er iets moet gebeuren, en stelt zich daardoor ook bedrijfsvriendelijker op.”
Vlaamse bedrijfsleiders, die opteren voor een wip over de grens, hebben vaak in eigen regio een helletocht achter de rug : bedrijfsgrond was niet beschikbaar of, als die grond er al was, duurde het wachten op een bouwvergunning al te lang. In Wallonië ligt dat wel even anders. De Bruggeling Guy Préaux, die vrij actief is in het zuiden van ons land (zie Trends van 5 december jl.), getuigt : “Hier liggen nog tientallen hectares langs autowegen, vaak terreinen die ten tijde van de grote bouwwerken opgespoten werden en die voor slechts één derde van de prijs bij klassieke intercommunales van de hand gaan. Het voordeel van de beschikbare ruimte zal mettertijd alleen maar aan belang winnen.”
MILIEU
Wallonië heet steevast zoveel soepeler te zijn qua milieureglementering. Tot die bevinding komt ook advocaat Peter Flamey (advocatenassociatie Ghysels, Flamey en Empereur), gespecialiseerd in milieurecht en ruimtelijke ordening. Hij gewaagt van een gunstiger ondernemersklimaat in Wallonië : “Dat komt vooral tot uiting op het vlak van de administratieve regelgeving,” zegt Flamey. “In Vlaanderen heerst grote rechtsonzekerheid door de opeenvolgende wetswijzigingen. De wetgeving wordt gekenmerkt door een gebrek aan consistentie. Sinds de invoering (1 september 1991) van het Vlaams Reglement inzake Milieuvoorwaarden ( Vlarem I), is het decreet al driemaal fundamenteel aangepast. De lijst van hinderlijke bedrijven is zelfs aan haar vierde versie toe. Bovendien heeft de Raad van State het eerste uitvoeringsbesluit ( Vlarem II) vernietigd zodat lange tijd een rechtsvacuüm bestond. Dit heeft geleid naar heel wat strafrechtelijke vervolgingen die misschien niet eens nodig waren.” Nu staat de nieuwe wet op poten, maar de anomalieën blijven. Peter Flamey : “Het fundamenteel probleem betreft de procedure om de nodige vergunningen te krijgen. Op papier zijn bouw- en milieuvergunning geïntegreerd, maar in de praktijk lopen ze nog altijd naast elkaar, zodat de ondernemer vaak tijd en geld verliest.”
De West-Vlaamse ondernemer Christophe Desimpel getuigt over de baksteensector : “In Vlaanderen worden we voortdurend geconfronteerd met Vlarem. In Wallonië kennen ze geen Vlarem. En kennelijk zit het er ook niet snel aan te komen.” Ook Johan De Muynck zijn de verschillen inzake milieubeleid opgevallen. Zegt de VEV-voorzitter : “Vlaanderen speelt haantje-de-voorste en is nogal snel met strenge maatregelen voor de dag gekomen, met alle aanpassingsmoeilijkheden vandien. Maar Wallonië haalt nu snel haar schade in. De discrepantie inzake vergunningsbeleid blijft niettemin nefast voor Vlaanderen, of het is toch minstens een handicap. De procedure om in onze regio een toelating te bekomen, verloopt zeer stug en traag. Die onzekerheid is moordend voor het ondernemerschap. In Wallonië, en overigens ook in Frankrijk, krijg je na hoogstens enkele maanden een antwoord op je aanvraag.”
FISCAAL
Uit een recent wetenschappelijk onderzoek van de universiteit van Namen ( Facultés Universitaires Notre Dame de la Paix), is gebleken dat Vlaamse bedrijven vaker belastingen moeten bijbetalen dan Waalse en Brusselse.
Hoe anders is het fiscaal klimaat in Vlaanderen en Wallonië ? Jean De Lame, stafmedewerker op de studiedienst van de Union Wallonne des Entreprises, ziet veel verschilpunten. De Lame : “Zo is de roerende voorheffing van 2,5 procent in Vlaanderen dubbel zo groot als de Waalse (1,25 procent). De gemeentebelastingen zullen ongeveer dezelfde zijn. Net als in Vlaanderen zijn ook de Waalse gemeenten ontzettend actief als het erop aan komt belastingen uit te vinden. We hebben zo’n tachtig soorten gemeentebelastingen in Wallonië. De provinciale belastingen zijn een stuk hoger in Wallonië, terwijl de gewestbelastingen (omwille van minder hoge milieuheffingen) dan weer lager zijn. Het is de uitdrukkelijke bedoeling én wens van de Waalse politici om de bedrijven niet weg te jagen uit Wallonië. In Vlaanderen heb je soms de tegenovergestelde indruk.”
Een West-Vlaamse bedrijfsleider, die een overstap naar Wallonië (Moeskroen) overwoog, zegt blij te zijn dat hij thuis bleef. “Het wordt natuurlijk allemaal zeer aantrekkelijk voorgesteld,” zegt de man. “De eerste jaren geniet je zelfs van een belastingvrijstelling. Maar loontje komt om zijn boontje. Burgemeester Detremmerie van Moeskroen heft na verloop van tijd danig zware grondbelastingen.” Ook Jacques Rabaut van SunParks spreekt in dezelfde zin : “De Waalse taksen zijn doorgaans hoog en helemaal niet negotieerbaar. In Vlaanderen wordt wel eens, mét toestemming van het gemeentebestuur, een verlaging toegestaan van bepaalde taksen, zoals bijvoorbeeld voor huisvuil. In Wallonië is men op dat vlak heel stringent. Dat heeft natuurlijk met de nood te maken. Er is geld nodig om bepaalde vernieuwingen door te voeren en ze innen wat ze kunnen innen.”
SOCIAAL
Hoe anders is het algemeen arbeidsklimaat ? De arbeidsethiek ? Wordt er gretiger naar het stakingswapen gegrepen in Wallonië ? Hoe verhouden werkgevers en werknemers zich tegenover elkaar ?
In Waver, hoofdzetel van de Union Wallonne des Entreprises (UWE), is over dit soort vragen al eens dieper nagedacht. De bewering als zou het Waalse sociaal klimaat slechter zijn dan dat in Vlaanderen, wordt er als onzin van de hand gedaan, met de statistieken in de hand. Daaruit moet blijken dat er sinds 1988 in Wallonië proportioneel niet méér gestaakt werd dan in Vlaanderen. De laatst beschikbare cijfers : 77.151 verloren arbeidsdagen door staking in Wallonië, tegenover 102.073 in Vlaanderen. Op basis van een zelf gevoerde enquête concludeert de UWE dat de meeste Waalse werkgevers “best tevreden” zijn over het sociale klimaat in Wallonië.
De pro’s en de contra’s vliegen gretig in het rond bij een navraag naar het sociaal klimaat. Voor VEV-voorzitter Johan De Muynck zijn de Waalse arbeiders “lichter ontvlambaar”. “In Vlaanderen overheerst een cultuur van overleg en samenwerking,” zegt De Muynck. De Vlaming Patrick Voorspoels, die in Charleroi de leiding heeft over de lokale fabriek van Pauwels Trafo (Mechelen) gewaagt, na een ervaring die teruggaat tot in de jaren zeventig, over een mentaliteitswijziging : “De arbeiders, maar ook de bedienden, tonen nu opvallend veel zin voor initiatief,” zegt hij met nadruk. “Dat gaat zelfs zo ver, dat men vragen komt stellen als het al eens een iets kalmere periode is. Dat was vroeger totaal ondenkbaar. En vandaag zie ik dat zelfs in Vlaanderen niet meteen gebeuren.” Ook Christophe Desimpel ziet het positief : “Je zou de mentaliteit van de arbeiders in Henegouwen, let wel ik spreek alleen over Henegouwen, best kunnen vergelijken met die in West-Vlaanderen : hard werken staat hier duidelijk in het woordenboek ingeschreven.”
Jacques Rabaut vergelijkt het “klimaat” van het SunParks vakantiedorp aan de Westkust met dat in de Ardennen. Zegt Rabaut : “Het plaatje moet sterk genuanceerd worden. Je kan moeilijk zeggen dat het hier of daar beter is. Het is wel anders. Dat zit in de cultuur. In Vlaanderen is er een samenwerkingspatroon, in Wallonië een strijdpatroon. Wat een beetje vervelend is in Wallonië : men durft de strijdbijl al eens bovenhalen voor enkelingen. Anderzijds : de samenhorigheid van de Waalse werknemer is groter dan die van de Vlaamse als er conflicten zijn. De Waalse werknemers zijn ook traditioneler dan de Vlaamse. Je kan in Wallonië moeilijker aanpassingen doorvoeren aan het arbeidsreglement. Het wederzijds vertrouwen tussen syndicaat en patronaat is minder hoog in Wallonië. Daartegenover staat dat de Franstalige blauwe kielen fierder zijn over hun werk. Een Waal werkt niet voor zijn baas (zoals nog vaak in Vlaanderen), maar eerder voor het bedrijf, of voor het product dat hij vervaardigt.”
TOEGEVOEGDE WAARDE
Wie de bedrijfseconomische prestaties van Wallonië en Vlaanderen naast elkaar legt, kan moeilijk anders dan concluderen : de leeuw haalt veruit de bovenhand op de haan. In de VEV-studie ” De Vlaamse Conjunctuur in Perspectief, 1993-1996“, wordt de thesis omtrent een land met twee snelheden met cijfers in de hand kracht bijgezet. Alle gehanteerde parameters (Bruto Binnenlands Product, privé-werkgelegenheid, export, investeringen) doen de balans overslaan richting Schelde en Noordzee.
De Union Wallonne des Entreprises betwist die gegevens ook niet, maar laat opmerken dat “de Waalse achterstand op economisch vlak niet definitief is”. Wallonië is immers aan een industriële herstructurering bezig, heet het daar. Dat de economie op- en neergaande golven heeft, is een wet die overeind blijft.
KAREL CAMBIEN
VLAANDEREN EN WALLONIE Een wereld van verschil ?
JOHAN DE MUYNCK (VEV-VOORZITTER) Vlaanderen speelt haantje-de-voorste qua milieureglementering.
JACQUES RABAUT (SUN PARKS) De Waalse taksen zijn doorgaans hoog en meestal niet negotieerbaar.
CHRISTOPHE DESIMPEL (DESIMPEL) De mentaliteit van de arbeiders in Henegouwen is vergelijkbaar met die in West-Vlaanderen : hard werken staat voorop.
MICHEL HAHN (PRESIDENT UNION WALLONNE DES ENTREPRISES) De Waalse achterstand op Vlaanderen is niet definitief.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier