De Vurige Stede begint te vlammen
De grauwe industriestad Luik verandert in een veelkleurig innovatiecentrum. Bijna de helft van alle bedrijven uit het competitiviteitcluster van het Waalse marshallplan komt uit de Luikse regio.
Waals-Brabant, de rijkste provincie van Wallonië, bijt nog altijd de spits af met zijn farmacluster, biotechbedrijven en innovatieve spin-offs van Louvain-la-Neuve. Maar ook vanuit het Luikse industriebekken komen positieve signalen. Je merkt het aan de talrijke bouwkranen en renovatiewerven in de economische hoofdstad van Wallonië, aan het station Luik-Guillemins van de Spanjaard Santiago Calatrava of de ambitieuze architectuur van het winkel-, woon en bedrijvencomplex Médiacité van de Israëlische designer Ron Arad. Befaamde ontwerpers gaan niet waar het grauw en grijs is. Het nieuwste teken van de heropleving is Crowne Plaza Liège, Walloniës tweede vijfsterrenhotel, een privé-investering van 38 miljoen euro.
Burgemeester Willy Demeyer (PS) is wat laat wegens een vergadering over de herinvoering van tramlijnen in zijn stad. “Mobiliteit en onderwijs zijn onze belangrijkste uitdagingen”, klinkt het verontschuldigend. De tram past in de kandidatuur van Luik voor de organisatie van de Internationale Expo 2017. Dat moet een bijkomende katalysator worden voor stadsvernieuwing en een gelegenheid voor Waalse spitsbedrijven – “ook Vlaamse”, benadrukt hij – om onder het thema ‘creativiteit met het oog op een beter leven’ op 25 hectare hun expertise aan de wereld kenbaar te maken.
De vastgoedprijzen stegen de voorbije jaren door inwijking van 1000 nieuwe inwoners per jaar. Die trend wordt nog versterkt door twee opkomende ontwikkelingsassen rond de gerenoveerde historische kern: het stadsdeel Guillemins-Mediacité en de as langs de nieuwe tramlijn vanuit het stadscentrum naar het tentoonstellingsterrein die later omgevormd wordt tot een ecowijk. De 2 miljard euro financiering voor de Expo is al rond. Demeyer beklemtoont dat de gigantische Luikse schuldenberg uit de jaren tachtig is weggewerkt. “Financieel zijn we weer gezond en uit gesprekken met ondernemers voel ik hoe het marshallplan de nieuwe dynamiek versnelt.”
Innovatieve projecten
Industriële trekkers in de regio zijn: Mittal, Umicore, FN Herstal, Techspace Aero (ex-FN Moteurs), Eurogentec, aangevuld met een reeks innoverende groeibedrijfjes als EVS Broadcast equipment of Amos (Advanced Mechanical and Optical Systems). Ook de universiteit van Luik en haar wetenschapspark vuren innovatieprojecten aan. Ruim 47 procent van de bedrijven die meedraaien in de zes bedrijvenclusters ( pôles de compétitivité) van het Waalse marshallplan hebben hun thuisbasis in de provincie Luik.
Een tiental bedrijven uit het Luikse is lid van de innovatiecluster Biowin ( life sciences), evenveel maken deel uit van de cluster logistics, een twintigtal van Wagralim (agro-voeding), een dertigtal participeert in Skywin (lucht-en ruimtevaart). De 50 deelnemers aan Mécatech (mechanische engineering) zijn vaak omgebouwde en afgeslankte overblijvers van de Luikse staalindustrie of toeleveranciers van wapenfabrikant FN Herstal. Drie bedrijven startten onlangs de nieuwste cluster Greenwin (groene technologie).
Vlakbij het Centre Spatial – dat een van de drie topcentra is van het Europese ruimtevaartprogramma ESA – stappen we binnen bij Amos in het wetenschapspark van de Université de Liège. Amos is een dochter van Ateliers de La Meuse (ALM) dat zelf gegroeid is uit vroegere staalreuzen en zich ontpopt tot een toonaangevend familiebedrijf in zijn niche: het maken van mechanische onderdelen van een paar micron doorsnede tot tien meter diameter (zie kader Sluw en slim). Amos verwierf wereldfaam door de combinatie van de precisiemechanica van ALM met de opticaknowhow in precisielenzen van nauwelijks enkele nanometers van de universiteit.
Een deel van de 80 hoogopgeleide werknemers is bezig met engineering, terwijl de overige technici precisie-uitrusting bouwen voor de twee nichemarkten waarin het bedrijf excelleert: maatwerkproductie van professionele astronomische telescopen voor alle grote sterrenwachten in de wereld en van ruimtevaartapparatuur voor ESA en onder meer de Zuid-Koreaanse en Indiase ruimtevaartorganisaties, testapparatuur, toestellen voor vluchtcontroles en ruimtesimulators.
De telescopen wegen amper enkele kilo’s of zijn mastodonten tot 20 meter hoog met een gewicht van 150 ton. In dat domein behoort Amos tot de top drie van de wereld, naast het Duitse Zeiss en het Franse Sagem. Ruim 90 procent van de 14 miljoen euro omzet is export, grotendeels buiten Europa. Enkele belangrijke klanten zijn European Southern Observatory (ESO), de universiteit van Hawaï, Amerikaanse en Indiase onderzoekscentra.
Meer competitieve kmo’s
“We hebben geen specifiek O&O-budget”, zegt Amos-manager Jean-Pierre Chisogne. “Onze hele omzet is feitelijk onderzoek in opdracht van klanten en het voortdurend aftasten van nieuwe ontwikkelingen.” Van bij de engineering tot in de productieafdeling ontwerpt en maakt Amos unieke onderdelen in kleine reeksen. Het is daarom economisch niet doenbaar om de productie ervan, zelfs maar gedeeltelijk, over te brengen naar lagelonenlanden.
Amos werkt zowel met de cluster Mécatech als met Skywin. Het lidmaatschap van de pôles de compétitivité heeft volgens Chisogne nieuwe samenwerkingsverbanden tot stand gebracht met Waalse bedrijven en onderzoekscentra, bovenop de vanouds bestaande netwerken van het bedrijf met verenigingen als Wallonie Espace en EWA-Entreprises Wallones d’Aéronautique in eigen land en de klassieke, professionele contacten in het buitenland.
Voor Chisogne bieden contacten en geregeld overleg tussen partners binnen de clusters van het marshallplan het bijkomende voordeel dat een aantal buitenlandse toeleveranciers kon worden vervangen door Waalse bedrijfjes. “40 procent van onze omzet wordt gerealiseerd in onderaanneming met Luikse bedrijfjes. Het zijn bedrijfjes die we vroeger niet kenden of gecontacteerd zouden hebben omdat we in onze zeer specifieke nichemarkten traditioneel vooral actief zijn met buitenlandse partners.” Chisogne is ervan overtuigd dat de synergie binnen de bedrijvenclusters een aantal Waalse kmo’s meer competitief heeft gemaakt.
Samenwerking binnen de pôles de compétitivité versnelt ook de anticipatie op technologische evoluties, vindt Chisogne. “Met onze klanten zochten we uiteraard ook naar mogelijke evoluties van de technologie, maar via de partners in deze clusters komen we terecht in onderzoeksdomeinen die we voordien niet kenden. Nieuwe contacten helpen onze kennis te verbreden en daar komen soms verrassend nieuwe oplossingen uit voort.” De upgrading van bestaande bedrijfsexpertise gaat sneller en ook de overstap naar nieuwe commercialiseerbare toepassingen krijgt een extra duwtje.
Voor een kmo is het financiële luik van het marshallplan dan weer een ander aantrekkelijk pluspunt. Naargelang het project kan de overheid 50 tot 70 procent voorfinancieren, voorschotten die door het bedrijf alleen terugbetaald moeten worden als de doelstellingen van het project zijn bereikt.
In het geval van Amos – maar heel wat bedrijven in Wallonië botsen op een tekort aan gekwalificeerde arbeidskrachten – biedt het luik ‘vorming en opleiding van werknemers’ uit het marshallplan ook soelaas. “Als kmo ben je minder aantrekkelijk dan grote bedrijven die de weinige pas afgestudeerde wetenschappers en ingenieurs naar zich toe zuigen. We zouden om de twee maanden nieuwe aanwervingen kunnen doen, maar vinden de geschikte mensen niet”, klaagt Ghisogne.
Amos probeert dat euvel zo goed mogelijk op te vangen door interne bijscholingen waarvoor in het marshallplan middelen voorzien zijn. “Het tekort aan talent zet hoe dan ook een rem op onze groei.”
Jobcreatie
Behalve naar innoverende technologie en bijscholing gaan financiële tussenkomsten uit het marshallplan nog naar infrastructuurwerken, renovatie van gebouwen, sanering van bedrijfsterreinen en het bouwrijp maken van nieuwe industriezones. Luik heeft nog tal van grauwe zones met hardnekkige werkloosheidskernen, zeker in de periferie. Burgemeester Demeyer wijst naar een stijging met 11 procent in de tewerkstellingsgraad van de stad tussen 2005 en 2009, terwijl het aantal inwoners tegelijk met 6 procent omhoogging.
Jobcreatie in de stad komt op rekening van een duizendtal nieuwe zelfstandige bedrijfjes in het afgelopen decennium en van nieuwe hotels en winkelcentra. De burgemeester zet vooral in op het project Trilogiport (nieuwe haven-, spoor- en wegeninfrastructuur) dat 2000 banen moet opleveren. Het wordt een multimodaal logistiek havenplatform op een terrein van 100 hectare langs het Albertkanaal, waarvan 42 hectare state-of-the-art logistieke magazijnen.
Trilogiport wordt voor 45 miljoen euro gefinancierd door het marshallplan en voor 115 miljoen euro uit privé-investeringen. Demeyer benadrukt nog het succes van de luchthaven van Bierset voor vrachtvervoer, waarin ook Luik-Guillemins goed presteert. Een nieuw elan in het toerisme en culturele activiteiten rond een twintigtal musea, de Opéra de Wallonie, het filharmonisch orkest van Luik en vijftien stadstheaters zorgen voor bijkomende arbeidsplaatsen en animatie.
De burgemeester verwacht extra economische impulsen van de oprichting van een metropolitaine gemeenschap met de omringende gemeenten. “Zo’n institutionele koepel zal meer economische synergie teweegbrengen voor een half miljoen inwoners in plaats van de 200.000 van de stad Luik en zorgen voor een efficiënte aanpak van mobiliteitsproblemen in en rond Luik. “Op onze terrasjes hoor je niet alleen Frans, maar evenzeer Nederlands en Duits. Er is ook onderling overleg op het niveau van de euregio Maastricht-Aken-Hasselt-Heerlen-Luik. Al kan ook dat nog beter, naar het voorbeeld van de euregio Rijsel-Kortrijk-Doornik.”
Lees Geen compromis van de middelmaat, blz. 32 opinie
ERIK BRUYLAND
“Samenwerking tussen bedrijven binnen de clusters verhoogt de competitiviteit van onze kmo’s” Jean-Pierre Chisogne (Amos)
De burgemeester van Luik verwacht extra economische impulsen van de oprichting van een metropolitaine gemeenschap met de omringende gemeenten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier