De vier hormonen van de leider

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Er lopen nog altijd leiderschapsgoeroes rond. Een van de invloedrijkste is Simon Sinek, die goed naar Steve Jobs heeft gekeken. Optreden in jeans, simpele boodschappen gebruiken en je recht tot het hart van de toehoorders richten. Geen theorie is zo gek of ze wordt onderbouwd met neurowetenschappen. Bij de keuze tussen hormonen en hersenhelften heeft Sinek gekozen voor hormonen. Leiderschap is: het vermogen om bij jezelf en je medewerkers vier soorten hormonen te doen stromen. In ieder geval heeft zo’n theorie een air van wetenschappelijkheid. Ze is bovendien origineel en het is niet omdat je een goeroe bent, dat je per definitie onzin uitkraamt.

Twee hormonen zijn gericht op de bescherming van het ik. Endorfine helpt de pijn te onderdrukken. Je houdt vol en je vindt het leuk. Je haalt je deadlines door die extra inspanning. Alle langeafstandsjoggers kennen de rol van endorfine. Weinige dingen zijn zo leuk als the jogger’s high. Dopamine is het andere egoïstische hormoon: al wat goed is, wordt beloond via het dopaminesysteem. Strikt genomen is dopamine vooral actief bij de voorspelling van beloningen. We hoeven niet telkens opnieuw te onderzoeken of een rode peper brandt in de mond of een ananas zoet is. Bij de mens kunnen ook ideeën en visies belonend werken. Denk maar aan ‘hemel’, ‘vrijheid’ of ‘KPI’. (Dat laatste werkt niet altijd even belonend.)

Twee hormonen plaatsen ons in een sociale context. Serotonine komt vrij als we door anderen worden gewaardeerd. Het schouderklopje, de eerste prijs winnen, onze foto in de krant: we reageren met een hormoon dat ons zelfvertrouwen optilt. Oxytocine, het knuffelhormoon, is het gevolg van fysieke contacten en emotionele bindingen. Dat heb je te weinig gehad als je in een ouderwets weeshuis bent opgegroeid.

Wat hebben die vier hormonen nu met leiderschap te maken? Welnu, een echte leider zal ervoor zorgen dat zijn hormoonbalans positief is en die van zijn medewerkers nog positiever. Dopamine komt vrij bij een positieve verwachting. Denk maar aan de rol van een sommelier in een restaurant: het water komt je al in de mond. Een heldere visie, een haalbare strategie, een motiverende speech kondigen beloningen aan. De leider heeft ook voor zichzelf een helder plan opgesteld en een boeiend pad naar de toekomst uitgetekend. De dopamine zal rijkelijk vloeien.

Een echte leider geeft natuurlijk niet op bij de eerste tegenslag. Hij laat de endorfines stromen bij iedereen – bij zichzelf in de eerste plaats. Volhouden is nooit voldoende – je kunt koppig blijven geloven dat de toekomst aan de postkoets is – maar het is wel noodzakelijk voor succes. Vooral bij ondernemen is de kans op tegenslagen heel hoog. Optimisme is een kenmerk van heel veel grote leiders. Een voorbeeld bewijst niets, maar denk even aan Nelson Mandela.

Een groot leider zal er zeker voor zorgen dat in de ploeg veel serotonine vloeit. We voelen ons gewaardeerd door de leider, we gaan voor hem door het vuur. Het omgekeerde gaat niet echt op. Leiders moeten opletten dat ze niet al te sterk hengelen naar de erkenning van hun ploeg. Het is uiteraard wel meegenomen dat een leider die een duidelijke koers vaart, daarvoor wordt erkend.

Leiders smeden hechte teams. Daar vloeit de oxytocine. Een van de leukste – en meest verwaarloosde – concepten uit leiderschap is camaraderie. Tot mijn grote vreugde – te merken aan een dosis van het een of andere hormoon, ik weet niet goed welk – besteedt Sinek daar wel aandacht aan. O, de studententijd, de solidariteit in het kamp, het zingen in koor, de vriendschap op het sportterrein. In een prestatiegerichte economie is er steeds minder tijd voor camaraderie. Mijn leukste ervaringen als piepjonge werknemer waren de fratsen die we als ‘collega’s’ uithaalden. Het was in die tijd echt leuk om te gaan werken. Was het productief? Meestal niet, maar het beschermde ons wel tegen een burn-out. We verloren af en toe een kwartiertje, maar moesten geen maanden uitgeblust thuisblijven.

Kan leiderschap worden gereduceerd tot vier hormonen? De vraag stellen is ze beantwoorden. Maar bij mij stroomt er dopamine én zelfs wat oxytocine bij het lezen van zo’n analyse. Liever vier hormonen dan één enkel supervaag begrip zoals charisma of situationeel leiderschap. Of erger nog: authenticiteit.

De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

MARC BUELENS

Een echte leider zal ervoor zorgen dat zijn hormoonbalans positief is en die van zijn medewerkers nog positiever.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content