De ultieme marathon van Kris Peeters & co.
Is de marathon lopen een drug? Een manier om de midlifecrisis te overwinnen? Of een puur goddelijke ervaring? Unizo-topman Kris Peeters en Karel Tobback trokken samen met 43 andere leden van de Managers Marathon Club naar New York en pogen de mystiek te ontsluieren.
New York, zondag 2 november, 10.30 uur. De Verrazzano-Narrows-brug, die Staten Island met Brooklyn verbindt, danst op de ritmische cadans van ruim 60.000 voeten. Tientallen meters onder hen, in de Hudson-rivier, zorgen enkele brandweerboten voor een feestelijke fontein, terwijl uit de luidsprekers ‘New York, New York’ van Frank Sinatra schalt.
Geen twijfel mogelijk, dit is de ING New York City Marathon. En bij New York horen nu eenmaal superlatieven. Tussen de start bij Fort Wadsworth, op Staten Island, en de aankomst bij Tavern on the Green, in Central Park, schreeuwen meer dan 2 miljoen kelen de goed 30.000 deelnemers toe. Intussen kan de marathon in 125 landen op nog eens 224 miljoen kijkers bogen.
“Het is een gebeuren dat op mijn netvlies is gebrand,” zegt Kris Peeters (41) over de start. De aandachtige Trends-lezer weet intussen dat de Unizo-topman lid is van de Managers Marathon Club ( MMC). Ook Karel Tobback (41) haalt het beeld zo voor de geest. “Een kippenvelmoment,” vindt de voorzitter van de Koninklijke Federatie van Belgische Notarissen.
“De marathon heeft me gered”
De dag vóór de marathon, tijdens de International Friendship Run, stroomden duizenden buitenlandse deelnemers toe voor het gebouw van de Verenigde Naties. Van daar ging het tijdens een zes kilometer lange trainingsloop gezamenlijk naar de finishlijn.
“We kunnen toch al zeggen dat we de eindmeet in Central Park hebben bereikt,” grappen enkele MMC’ers. De zenuwen zijn gespannen. Het moment van de echte marathonstart mag nu stilaan komen. Iedereen is er klaar voor. “Op een gegeven ogenblik ga je echt hunkeren naar dat moment van de waarheid,” zegt Karel Tobback. “Deze marathon is het uiteindelijke doel, maar de weg ernaartoe is minstens even belangrijk.”
Die weg is doorspekt met lopen, lopen en nog eens lopen. Ook het voedings- en levenspatroon ondergaan een grondige wijziging. “In totaal verloren de 45 MMC-deelnemers van deze marathon het afgelopen jaar 256 kilogram,” weet MMC-goeroe Wilfried Silon. “Het voorbereidingsschema is loodzwaar. Daarenboven zijn het stuk voor stuk mensen met een drukke beroepsagenda. Maar net omdat die agenda hun hele leven opslorpt, is het trainingsschema zo belangrijk. De lopers ontdekken een andere kant van zichzelf. En tijdens de eigenlijke marathon loopt iedereen tegen zichzelf. Wat er dan allemaal met je gebeurt, is onbeschrijfelijk.”
Wat doet een marathon met een mens? Wie er het trainingsschema op naleest, bekruipt het angstige gevoel dat de slinger de andere kant dreigt uit te slaan. Pekka Airaksinen, topman van de luchtvaartmaatschappij Finnair, zit op ons vliegtuig richting New York. Hij heeft er dit jaar al drie marathons op zitten en is helemaal klaar voor The Big Apple. “Natuurlijk is dit gek,” lacht de minzame man die al een hartoperatie achter de rug heeft. “Maar ik kan het niet laten.”
Zeker tijdens de laatste twee maanden komt alles in het teken van die 42,195 kilometer te staan. Is de marathon die vele inspanningen wel waard? De vraag stellen in MMC-kringen lijkt op vloeken in de kerk. “Voor de marathon was ik dik, lusteloos, depressief en ging het niet goed met mijn zaak,” getuigt een deelnemer. “Ik ben op Wilfried toe gestapt, die mij een schema voorlegde waar zowel ik als mijn gezin van schrokken. Maar weet je wat zo gek is? Zodra je eraan begint, kom je in een positieve spiraal terecht. Je let op je voeding, vermagert, je conditie gaat er zienderogen op vooruit en je voelt je steeds beter. Wilfried heeft mij en mijn zaak gered.” Ook Kris Peeters, die evenmin verdacht kan worden van te veel vrije tijd, vindt het de inspanning waard. “Ik begrijp de vraag en vind ze relevant, maar de slotsom is ontegensprekelijk positief.”
Zonder de steun van het thuisfront lukt zoiets niet, beseffen ze allemaal. “Even leek het erop alsof de hele familie zou beginnen trainen,” lacht Peeters. De wederhelft van Karel Tobback bleek dan weer een welgekomen bevoorradings- en spreekpunt tijdens de urenlange duurlopen. “Toen we twee jaar geleden op de top van de Mont Blanc stonden, zei de gids tegen ons: ‘welkom in de club van de gezonde gekken’. En gelijk had hij.”
Een leugentje om bestwil
De hoek van 1st Avenue en 79th Street in Manhattan. De 36 mannen en 9 vrouwen van de MMC hebben er hier al 26 kilometer op zitten wanneer ze de Belgische supporters voor het eerst langs het parcours ontmoeten. Voor ongeveer vijftien lopers – behalve managers ook een arts en een priester – is het hun eerste marathonervaring.
Zichtbaar opgelucht dat ze het tot hier hebben uitgezongen, en opgezweept door de sympathiebetuigingen van de schare fans zetten ze het vervolg van hun kilometertocht voort. “Je ziet er stralend uit,” roepen we naar enkele MMC’ers, terwijl we beiden weten dat het een leugentje om bestwil is.
“Ik zat dood op dat punt,” geeft Karel Tobback ootmoedig toe. Anderen dansen bijna van vreugde, al wordt zoveel ijver even verder bekocht: een ontmoeting met de man met de hamer. Na een goede 30 tot 35 kilometer is het lichaam op en leeg. Vandaar gaat het verder op training en wilskracht, en wordt de pijn verbeten. Voor de ene een moment van pure trance, voor de ander het begin van een lijdensweg. “Je begint je lichaam te zien als een chemisch proces,” aldus Kris Peeters. “Je wordt je veel bewuster van wat er allemaal in je omgaat, en wat de gevolgen zijn van deze of gene daad.”
Hoe gezond is dit eigenlijk allemaal? Andermaal ben ik de luis in de pels van het MMC-gezelschap. “Ergens heb je gelijk,” probeert Kris Peeters voorzichtig. “Net daarom is een marathon zo populair bij managers. Alle nuances in acht genomen is het lopen van een marathon een bovenmenselijke prestatie.” Karel Tobback is er, net als vele anderen uit het gezelschap, echter van overtuigd dat het louter een kwestie van training is en dat er niks onnatuurlijks, laat staan bovenmenselijks mee verbonden is.
“De marathon is een metafoor voor het leven,” citeert Kris Peeters de Amerikaanse rapper P. Diddy. De populaire Amerikaanse artiest liep de marathon voor een goed doel, en werd continu gevolgd door een cameraploeg. Vandaar allicht het poëtische reveil aan de aankomstlijn. “Je hebt de ups en downs, en uiteindelijk sterf je een beetje”, lacht de Unizo-man. “Ik wist overigens niet dat Central Park zó groot was. Hier komt geen einde aan, dacht ik bij mezelf.” Hij liep zijn eerste marathon in 3.58 uur, Karel Tobback klokte af op 4.50 uur. Beiden lijken al plannen te smeden voor een volgende.
De marathon als drug? Of zou het toch die midlifecrisis zijn?
Lieven Desmet
“Ik wist niet dat Central Park zó groot was. Hier komt geen einde aan, dacht ik bij mezelf.” (Kris Peeters, Unizo)
“Natuurlijk is een marathon lopen gek. Maar ik kan het niet laten.” (Pekka Airaksinen, Finnair)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier