De twijfels van de kilometervreters
Aanstaande zondag wordt in de Scheldestad de ‘Antwerp 10 Miles’ gelopen. Onder de deelnemers een aantal leden van de Trends Managers Marathon Club die een eerste hoogtepunt uit hun trainingsschema afwerken. Hoe staat het met de conditie van Kris Peeters (Unizo) en Karel Tobback (Koninklijke Federatie van Belgische Notarissen)?
“Kwam iedereen vorig jaar over de eindstreep?” De vraag verraadt een zekere dosis onzekerheid en dat is niet geheel onverklaarbaar. De eindstreep waarvan sprake is Central Park, New York en ligt op 42,165 kilometer van de startlijn. Vandaag, in het knusse kantoor van Karel Tobback bij een verse kop koffie, is de deadline van 2 november ook letterlijk nog mijlenver weg. Op die bewuste dag heeft de voorzitter van de Koninklijke Federatie van Belgische Notarissen immers rendez-vous met zichzelf. En ook wel een beetje met jeugdvriend, ex-buurman en trainingspartner Kris Peeters. Want ook de Unizo-voorzitter is een van de 56 lopers en loopsters die onder de koepel van de Trends Managers Marathon Club aan het trainen zijn voor de Marathon van New York.
De sportieve liaison die Trends en de Managers Marathon Club ( MMC) vorig jaar aanknoopten, beleeft die zondag een hoogtepunt. Maar zover zijn we nog lang niet. Karel Tobback noch Kris Peeters hebben immers al een marathon onder de schoenzolen.
“We leggen ons lot in handen van Wilfried Silon,” lacht Peeters. Silon is de ervaren gids die ‘zijn’ poulains op een gezonde en – alle verhoudingen in acht genomen – comfortabele manier over de eindmeet moet loodsen. “Vroeger hanteerde ik het motto ‘ no pain no gain’, maar intussen blijkt dat dit helemaal niet opgaat,” zegt Karel Tobback. “Blijkbaar maak je slechts progressie als je onder je capaciteiten traint.” “Ik vergelijk het met koorddansen,” zegt Wilfried Silon – 34 marathons op zijn palmares – in een zeldzame poëtische bui. “Aan de overkant zie je het doel, maar intussen moet je een evenwicht vinden in functie van dat doel. Naast trainen betekent dat ook voldoende rustperiodes inlassen.”
Kilo’s te veel
Wie nu nog moet beginnen met trainen is eraan voor de moeite. Iemand met weinig of geen loopervaring mag rekenen op twee jaar voorbereiding. Wie wel over een basisconditie beschikt, klaart de klus binnen het jaar, rekent Silon ons voor. En wie denkt een ander of zichzelf iets wijs te maken, valt al snel door de mand tijdens de allereerste proef die de MMC voor zijn leden in petto heeft.
De conditietest in de Bewegingskliniek Monica in Deurne bij dokter Claire Sneyers laat er niet de minste twijfel over bestaan. Naast de obligate medische tests mogen de Marathon Men zichzelf het hart uit het lijf fietsen en lopen, wijl dr. Sneyers rigoureus allerhande parameters noteert. De hartslagmeter en ander medisch fraais rond de bast verraden gretig wat er binnenin allemaal omgaat, en welke weerstand het lichaam aankan. Na de verkwikkende douche volgt de koude douche in de vorm van het eindrapport dat dokter Sneyers – overigens zelf een verdienstelijk loopster – toelicht. Uw dienaar weet er alles van en heeft zijn marathon alvast voor onbepaalde tijd uitgesteld.
Wilfried Silon stelt aan de hand van dat rapport het individuele trainingsschema op voor zijn lopers. “Fase één is steeds gewicht verliezen en het vetpercentage naar beneden halen,” zegt hij kurkdroog. “Elke kilo overgewicht betekent 4 minuten langer lopen bij eenzelfde inspanning.” Een tijdsfutiliteit die bij een marathon een hemelsbreed verschil kan betekenen.
Een ander relevant kind dat het verdorven huwelijk van (over)gewicht en vetpercentage baart, is de parameter VO2-Max, die staat voor de hoeveelheid zuurstofopname. “In wezen is het simpel,” legt Silon uit. “Op een gegeven ogenblik treedt er tijdens de inspanning een zuurstoftekort op, waardoor melkzuur wordt aangemaakt. Dat zorgt er op zijn beurt voor dat de spieren verkrampen. Of om het in vaktermen te zeggen: de anaërobe drempel wordt overschreden, hoewel sporters het vaker hebben over in het rood gaan. Algemeen wordt aangenomen dat de ideale VO2-Max – uitgedrukt in milliliter per kilogram lichaamsgewicht per minuut (ml/kg. min) – op 50 of hoger ligt. “Echte lopers begroeten elkaar met hun VO2-Max,” lacht Silon.
Is het individuele rapport normaal een goed bewaard geheim tussen dokter Sneyers, de semi-atleet en Wilfried Silon, dan gunden Tobback en Peeters, sportief als ze zijn, ons ten behoeve van deze reportage een blik in hun medisch dossier. Karel Tobback liet tijdens zijn eerste conditietest 35,43 ml/kg. min optekenen, Kris Peeters 48,59 ml/kg. min. Ook het lichaamsgewicht van onze protagonisten bleek vatbaar voor verbetering. Respectievelijk moeten er 8 en 4 kilogram af. Werk aan de winkel dus. “Tja”, zuchten beiden, “onze levensstijl is natuurlijk niet meteen contemplatief te noemen.”
Sporen van vermoeidheid
Een zaterdagmiddag in Boom. Kris Peeters komt binnengesloft in het kantoor van Karel Tobback. Het trainingspak van de Unizo-voorzitter verraadt dat hij geen advies komt inwinnen bij notaris Tobback. “Om het thuisfront niet te veel te belasten, trainen we op zaterdag gezamenlijk over de middag. Zo blijft de namiddag vrij voor het gezin,” verklaart Peeters.
We zitten intussen in de negende trainingsweek, en de eerste sporen van vermoeidheid en twijfel beginnen door te sijpelen. “Waar ik het meest voor vreesde, tekent zich inmiddels af: een agendaprobleem,” zucht Kris Peeters. Gedurende de week loopt de wekker ten huize Peeters ruim voor het krieken van de dag af. “Terwijl iedereen nog slaapt, loop ik al mijn kilometers. En om 8 uur ben ik op kantoor voor mijn eerste vergadering. ‘s Avonds lopen is al helemaal uitgesloten.”
Een ander heikel punt is het relatieve overgewicht. “Voor mijn ideale lichaamsgewicht moeten er vier kilo’s af. Alleen is het niet eenvoudig om tijdens de vele lunches telkens alleen maar een slaatje achter de kiezen te proppen.”
Zelfde verhaal bij Karel Tobback, die toegeeft dat beiden eerst overleg hebben gepleegd met de ‘achterban’. “We hebben al een beroep dat ons veelvuldig van thuis weghoudt. Logisch dat je partner dan even slikt wanneer je het trainingsschema overloopt.”
“En dan begint het ernstige marathonwerk pas echt in juni,” klinkt Peeters vertwijfeld. “Maar in ruil krijgen onze echtgenotes er wél een fitte, messcherpe adonis voor in de plaats,” pareert Tobback lachend de lichte paniekaanval van zijn trainingspartner.
Allebei rondden ze vorig jaar de magische kaap van veertig. Een leeftijd waarop een mens zichzelf al eens anders en vaker in de spiegel monstert. Kris Peeters: “Als ik nu niet categoriek sport in mijn agenda inlas, komt het er niet meer van, met alle gevolgen van dien,” redeneerde ik. “Want ik geloof echt niet dat je op je vijftigste nog een dergelijke switch maakt.”
Vrees dat de balans overslaat naar de andere kant heeft hij niet. “De marathon maakt maar een klein, zij het wezenlijk aspect uit van die ommezwaai. Zonder een duidelijk doel voor ogen zou ik echter niet die discipline kunnen opbrengen.”
“New York is uiteindelijk de kers op de taart,” treedt Karel Tobback zijn vriend bij. “Maar even belangrijk is de weg daar naartoe.” Een weg doorspekt met duurlopen en vetlopen. “Zo’n lange duurloop van anderhalf uur gaat best, alleen ligt mijn tempo nog niet zo hoog. En een marathon is lang hé,” lacht Peeters. Een vetloop betekent dan weer met alleen maar een glas water in de maag maximaal een uur lopen, tegen een uiterst traag tempo. Op die manier verbrandt het lichaam vet, bij gebrek aan suikers. “Ik ben nu al enkele kilo’s kwijt en voel me fitter,” zegt Tobback, die eraan toevoegt dat hij drijft op de bemoedigende reacties van zijn entourage.
Geen obsessie
Wilfried Silon waarschuwt altijd dat lopen geen obsessie mag worden. “Ik kan het niet genoeg herhalen: rust maakt een belangrijk onderdeel uit van de training.” Die rustmomenten geven de loper ook even de kans om de zinnen te verzetten, en het thuisfront de nodige aandacht te schenken. “Ook daarom besteden we met de MMC veel aandacht aan de omkadering van onze trainingen en evenementen.”
Het trainen voor de marathon ziet Karel Tobback als een oefening naar meer bewustwording. “Hoe tegenstrijdig het ook mag klinken: hoe drukker je professionele agenda, hoe vaker je er iets tegenover moet plaatsen. Het is een constant zoeken, maar ik ben ervan overtuigd dat je als mens op lange termijn moet streven naar een effectief evenwicht.” Bewuster omgaan met je tijd, met wat en hoe je eet. Tijd maken voor cultuur. “Bewuster bezig zijn, kortom.”
De Antwerp 10 Miles van aanstaande zondag ziet Kris Peeters vooral als een oefening om in massa te lopen. “Nu train ik alleen of met Karel, wat nog iets anders is. Ook het opnemen van vocht onderweg moet ik nog inoefenen. Ik heb me laten vertellen dat uitdroging een van de meest voorkomende redenen is waarom lopers een marathon moeten staken.”
Voor Tobback vormen de 10 Miles en de andere hoogtepunten in het MMC-schema een soort ijkpunt om de eentonigheid van de constante trainingen te doorbreken. “Ik stel me geen doel tijdens die wedstrijden, maar zie ze als een welgekomen afwisseling.” Belangrijker dan het loopevenement in de Scheldestad is voor Peeters de 20 kilometer van Brussel op 25 mei. “Daar zal ik voor het eerst een beeld krijgen van de tijd die ik kan lopen. Want naast het target van de eindmeet is de tijd een andere uitdaging. Al klinkt dat misschien wat overmoedig,” voegt hij er bijna verontschuldigend aan toe.
Lieven Desmet
“Hoe tegenstrijdig het ook mag klinken: hoe drukker je professionele agenda, hoe vaker je er iets tegenover moet plaatsen.”
(Karel Tobback)
“Eigenlijk zouden er vier kilo’s af moeten. Maar het is niet eenvoudig om tijdens de vele lunches alleen maar een slaatje achter de kiezen te proppen.”
(Kris Peeters)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier