De stroomverkoper die in spanning leeft

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Luminus is op dit ogenblik in Vlaanderen de enige uitdager van Electrabel met een serieus marktgewicht. Maar de stroomverkoper heeft weinig ruimte om betere tarieven aan te bieden. Gevolg: Vlamingen blijven lekker bij hun vertrouwde leverancier. Dan maar verzekeringen verkopen, denken ze bij Luminus. Of iets dergelijks.

Pruttelt het koffiezetapparaat? Brandt de lamp? Ja? Dan zal het de gemiddelde Vlaming worst wezen wie de nodige elektriciteit levert. Electrabel, Luminus, Wattplus of Nuon, wie maalt erom?

Nochtans kunt u sinds 1 juli kiezen wie uw energieleverancier wordt. Maar omdat er voor koopjesjagende gezinnen hoogstens enkele procentjes korting te verdienen vallen, baadt de vrije markt in de grootste onverschilligheid. Bijna geen enkele verbruiker maakt een actieve keuze. Dat werd dan maar voor u gedaan. Was u aangesloten bij een gemengde intercommunale, zoals 80 % van de Vlamingen, en kiest u niet, dan blijft u automatisch ‘trouw’ aan Electrabel. Verdeelde een zuivere intercommunale bij u de stroom, zoals in bijna heel Limburg, dan staat op uw factuur voortaan het merk Luminus, de commerciële stroomverkoper die de klanten van de zuivere intercommunales bedient.

Die erfenis leverde Luminus 600.000 klanten in elektriciteit en 190.000 in gas op. Dat zijn voor een goeie helft Limburgers en een kleine helft klanten verspreid over de andere Vlaamse provincies. Samen zijn ze goed voor een marktaandeel van 20 % in elektriciteit en 13 % in gas in Vlaanderen. Luminus mag zich daarom de grootste uitdager van marktleider Electrabel noemen.

De onverschilligheid van de klant is voor Electrabel en Luminus een enorm strategisch voordeel om de eigen markt te verdedigen. Maar dat betekent voor Luminus ook dat 80 % van de markt een bijna niet in te nemen Electrabel-bastion blijft. Voor de nieuwkomers, die elke klant die ze werven eerst wakker moeten schudden, is het helemaal vechten tegen de windmolens. Het enige pluspunt voor de nieuwe spelers is dat ze aan cherry-picking (kersen plukken) kunnen doen: ze kunnen de interessantste klanten afsnoepen, terwijl de standaardleverancier, die alle klanten erft, ook de slecht betalende klanten in zijn portefeuille krijgt.

“Hoogstens een paar duizend klanten veranderen nu van leverancier. Soms verliezen we er eentje, af en toe winnen we er eentje, maar in het algemeen is er een status-quo op de markt. Misschien hadden we te veel verwacht vanaf de eerste dag van de vrijmaking,” zegt Jaak Rutten, de chief executive officer van Luminus. Maar er is hoop: in een vlot draaiende vrije markt zoals de Britse verandert ongeveer 30 % van de verbruikers van leverancier. Rutten: “Het is onze ambitie om op de hele Belgische markt een aandeel van 20 % in elektriciteit en 13 % in gas te halen. De verkoop moet dus verdubbelen binnen vijf jaar. Slagen we daar niet in, dan is de liberalisering van de energiemarkt een mislukking. We willen trouwens een Benelux-speler worden. In Nederland gaat op 1 juli 2004 de markt helemaal open.”

Werknemers eindelijk rendabel

Luminus is het kind van een honderdtal gemeenten die de eigenaars zijn van de zes Vlaamse zuivere intercommunales: Interelectra en Pligas (Limburg), Iveg (Antwerpen), PBE (Brabant), VEM (Oost-Vlaanderen en Antwerpen) en WVEM (West-Vlaanderen). Ook het Antwerps Havenbedrijf en de regies van Essen, Vosselaar en Izegem sloten zich aan bij deze alliantie. Met het oog op de vrije markt verplichtte de wetgever aan deze gemeentelijke stroombedrijven om de distributie en de verkoop van stroom op te splitsen in aparte vennootschappen. Want wie én stroom verkoopt én het distributienet beheert, zou de concurrentie het leven onmogelijk kunnen maken. De zuivere intercommunales blijven daarom alleen de distributie verzorgen, terwijl de commerciële activiteit en dus de klantenportefeuille werd ondergebracht in een nieuw bedrijf: Luminus.

En de gemeenten waren slim genoeg om die portefeuille met hondstrouwe klanten te laten waarderen door de markt. Ze brachten de portefeuille als natura in Luminus in en het Britse Centrica, een grote energieverkoper op de Britse markt, was bereid 85 miljoen euro te betalen om een belang van 50 % in Luminus af te kopen van de gemeenten. De markt schatte het klantenbestand van de zuivere intercommunales dus op 170 miljoen euro.

Die klantenportefeuille schrijft Luminus af op tien jaar, waardoor het nettoverlies in 2002 aandikte tot 29,2 miljoen euro. Zonder afschrijvingen is het verlies beperkt gebleven tot ongeveer 10 miljoen euro. “We zijn een opstartbedrijf met heel wat aanloopkosten. Het gros van de 250 mensen die hier werken wordt nu pas rendabel,” zegt Jaak Rutten.

Maar de afschrijvingskosten op de klantenportefeuille zorgen ook voor een aftrek van 170 miljoen euro van de belastbare vennootschapswinst. En die winst wordt verwacht. Rutten: “We verwachten dat de cashflow in de loop van volgend jaar uit het rood komt, en ergens in 2005 zullen we ook na afschrijvingskosten break-even draaien. We liggen iets voor op schema. Intussen moeten we in 2004 de kaap van 800 miljoen euro omzet ronden.”

Geen prijzenoorlog mogelijk

Aan de receptie van de voormalige Philips-kantoren in Hasselt vragen enkele klanten van Luminus om inlichtingen. Luminus vond in die kantoren in juni een nieuwe groeistek. Nu vinden elke dag particuliere klanten hun weg naar het hoofdkantoor, onaangekondigd maar daarom niet minder welkom.

“We hebben een paar mensen moeten aantrekken om die mensen op te vangen,” zegt Rutten. Hun dagelijkse komst illustreert dat onduidelijkheid en verwarring nog troef is op de markt. “De verwarring belet dat de marktwerking op toerental komt. Wij weten bijvoorbeeld niet hoe het zit met de distributietarieven, hoe moet de consument er dan aan uit raken?” vraagt Rutten zich af.

Vlaanderen telt vandaag zeventien distributienetbeheerders die ervoor zorgen dat de elektriciteit van het hoogspanningsnet naar de miljoenen stopcontacten in de huiskamers stroomt. Het tarief dat zij daarvoor aanrekenen aan de stroomverkopers is van groot belang, want dat tarief kan oplopen tot de helft van de totale kostprijs van elektriciteit.

Maar elk van de zeventien netbeheerders heeft een eigen kostenstructuur en stelde dus een eigen tariefstructuur ter goedkeuring aan de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas ( Creg) voor. Die keurde voorlopige tarieven goed: voor een aantal netbeheerders tot 31 augustus, en voor de andere tot het einde van het jaar. Maar het verschil tussen het goedkoopste en het duurste tarief bedraagt maar liefst 50 %. En gemiddeld liggen de tarieven nog een stuk boven wat bijvoorbeeld in Nederland wordt aangerekend voor de distributie. Luminus vraagt daarom aan de Creg om tarieven goed te keuren op basis van de vergelijkbare kostprijs in het buitenland, en niet op basis van de kostenstructuur die de distributienetbeheerders aan de Creg doorgeven.

“De huidige situatie impliceert voor ons dus een andere prijspolitiek per distributiezone of gemiddeld per 160.000 klanten,” zegt Rutten. “Waar de tarieven lager liggen, zijn kortingen mogelijk, maar in de gebieden met de hoogste tarieven zijn prijsverlagingen uitgesloten. De versnippering zorgt ook voor extra marketingkosten. Luminus spendeert dit jaar 3 miljoen euro aan marketing. Dat is voorlopig een langetermijninvestering in naamsbekendheid.”

Luminus pleit daarom voor één gelijkgeschakeld distributietarief voor heel Vlaanderen. “Om de objectieve kostenverschillen tussen de verschillende distributienetbeheerders te compenseren, kan bijvoorbeeld een centraal herverdelingssysteem uitgewerkt worden tussen de netbeheerders,” stelt Rutten voor.

Gratis elektriciteit

U hebt het al begrepen, de vrijmaking van de markt zorgt nog niet meteen voor een revolutie op uw energiefactuur, een aanbieding hier of daar niet te na gesproken. Temeer omdat de productie van stroom nog grotendeels in handen van Electrabel is. Alleen omdat de publieke producent SPE zich kon loswrikken uit de armen van Electrabel en in zee ging met het Franse EdF, is er een klein alternatief op de markt, maar dat is niet genoeg om de monopolierente weg te concurreren. Het andere alternatief – stroom aankopen in het buitenland – is moeilijk, omdat de Nederlandse stroom te duur is, en de Franse niet of nauwelijks de grens over raakt bij gebrek aan beschikbare transmissiecapaciteit.

Dus zitten de stroomverkopers zonder eigen productiecapaciteit, zoals Luminus, in de tang: de stroom die ze verkopen moeten ze eerst zelf duur aankopen bij concurrenten Electrabel of SPE, of invoeren uit het buitenland. Het spreekt vanzelf dat Electrabel niet meteen met fikse kortingen zal zwaaien. Luminus wil om zijn marktpositie te beschermen niet kwijt waar het de verkochte stroom aankoopt, behalve dat het om verschillende partijen gaat.

De marge waarin de verkopers met de prijs kunnen jongleren, is dus beperkt. Electrabel bepaalt de productieprijs, en de transmissie- en distributiekosten liggen ook vast. Op een ogenblik dat de opstartkosten hoog oplopen, is een serieuze prijsverlaging dus een weinig waarschijnlijke strategie. Bovendien is het onduidelijk op welk niveau de gratis elektriciteit zal verrekend worden – al gauw goed voor 10 % van het geleverde elektriciteitsvolume. Tot nu toe draaiden de producenten op voor de kosten, maar mogelijk moeten de stroomverkopers nu in de buidel tasten. Zij rekenen de kostprijs uiteraard door, maar dat zou opnieuw hun manoeuvreerruimte beperken.

Zelf stroom maken

Is de positie van Luminus op de eigen thuismarkt van beton, dan is de positie van Electrabel in de rest van Vlaanderen van gepantserd staal, precies dankzij de combinatie van het bijna-productiemonopolie en de status van standaardleverancier. Die combinatie kan volgens de Raad voor de Mededinging niet door de beugel. De raad verplicht Electrabel 1200 megawatt van de capaciteit te veilen, hoewel er eerst sprake was van minstens 3000 megawatt, een minimum om de productiemarkt open te breken volgens waarnemers. “Een virtuele veiling van minder dan 10 % van de capaciteit van Electrabel zal een beetje volume vrijmaken, maar de prijs zal niet zakken. Er is een groothandelsmarkt nodig met ten minste drie of vier spelers met elk een marktaandeel van minstens 10 tot 15 %. Zoniet blijft Electrabel in het voordeel.”

Moet Luminus dan maar niet zelf windmolens of gascentrales bouwen zodat het zelf stroom kan opwekken? “Voorlopig niet. Er is genoeg productiecapaciteit, en met één centrale doe je niet veel. Maar op termijn willen we 20 tot 25 % van wat we verkopen ook zelf produceren. Dat maakt onze marktpositie minder risicovol.”

Luminus wil eerst de kernactiviteit onder de knie hebben: de klant goed bedienen. Het facturatieritme aan de klanten is bovendien een stevige voet tussen de deur om aan die klant ook andere producten te slijten, zoals telecommunicatiediensten of verzekeringsproducten, precies zoals aandeelhouder Centrica in Groot-Brittannië doet.

Wat voegt Luminus als eerste toe aan zijn gamma? Rutten: “Dat beslissen we pas de komende maanden. Intussen willen we de wetgever vragen om ons de mogelijkheid te geven de verbruiker de voordelen van een echt vrijgemaakte markt te bieden. In het duurste elektriciteitsland is een discussie over maximumprijzen echt het verkeerde debat.”

Daan Killemaes

Omdat er voor koopjesjagende gezinnen hoogstens enkele procentjes korting te verdienen valt, baadt de vrije markt in de grootste onverschilligheid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content