De slag om Fluxys kan herbeginnen
De fusiegroep Suez-Gaz de France beheerst zowat de hele Belgische energiemarkt. Dat versterkt de eis van de gemeenten om de controle op Fluxys los te weken uit deze groep en de concurrentie op de aardgasmarkt te reanimeren.
Toen de Franse premier Dominique de Villepin afgelopen zaterdagnamiddag, 25 februari 2006, besloot Suez en Gaz de France te laten fuseren om de aanval van het Italiaanse Enel op Suez af te slaan, kon de Belgische regering enkel toekijken en de schade opmeten. En die schade valt tegen: het oude energiemonopolie, dat de Belgische economie al zoveel gekost heeft, is plots helemaal terug. Want de groep rond SPE, waarin Gaz de France voor een kwart participeert, is (was) de belangrijkste concurrent op de Belgische elektriciteitsmarkt, en Gaz de France is (was) zowat de enige concurrent voor Distrigas op de aardgasmarkt. Ze horen nu plots tot dezelfde grote familie.
De fusie versterkt daarom de eis van de gemeenten om de controle op Fluxys, de beheerder van het aardgasnetwerk, lost te weken uit Suez. Een onafhankelijk Fluxys is immers een must om alvast de concurrentie op de aardgasmarkt een doorstart te geven.
Het akkoord dat niet bestaat?
Sueztopman Gérard Mestrallet heeft echter een akkoord met de Belgische regering op zak waarbij Suez de meerderheid (51 %) in Fluxys behoudt (tegenover 57,25 % nu). De fusie verandert niets aan de Pax Electrica. Maar Daniel Termont, de voorzitter van Publigas (de koepel van de gemeenten die nu 31,25 % van Fluxys in handen hebben) eist nog altijd dat de gemeenten een meerderheid in Fluxys verwerven en betwist dat er met Suez al een akkoord over Fluxys bestaat. Daniel Termont: “De onderhandelingen zijn nog bezig. Als Gérard Mestrallet zegt dat er een akkoord bestaat, is dat zijn interpretatie. Het punt is dat Suez het hele energiedossier op een hoop gooit en met de federale regering een deal sluit. Maar het is niet aan de premier om de belangen van de gemeenten te regelen.”
De positionering van de gemeenten is natuurlijk ook een manoeuvre om een goede prijs in Parijs te bedingen voor het Fluxysbelang van 6,25 % dat Suez aan de gemeenten wil verkopen, en om nog wat ander huisraad uit de brand te slepen. Daniël Termont: “Als Suez 51 % wil behouden in Fluxys, moeten de transitbelangen die nu zijn ondergebracht in Distrigas naar Fluxys.”
Suez houdt vast aan Fluxys, omdat het van strategisch belang is, zeker omdat Suez zijn businessmodel bouwt op de synergiemogelijkheden tussen elektriciteit en aardgas, wat trouwens ook de industriële logica is achter de fusie met Gaz de France. En als de fusiegroep de handen vrij wil hebben om het industriële huwelijk tussen elektriciteit en gas volledig te consumeren, staat ook een volledige overname van Distrigas in de sterren geschreven. Gérard Mestrallet: “Wij willen een meerderheid in Fluxys behouden om onze rol van industriële aandeelhouder te kunnen blijven spelen. Dat is voor ons een must, omdat de aardgashub van Zeebrugge de internationale concurrentie moet aangaan met andere terminals.”
Is de aardgashub van Zeebrugge van cruciaal belang voor Suez, dan is ze dat minder in het fusiegeheel met Gaz de France. Frankrijk geeft op termijn misschien de voorkeur aan de uitbouw van Franse aardgasterminals. Vandaar dat premier Guy Verhofstadt (VLD) nu aandringt om de rol van Zeebrugge uit te bouwen, al kan de overheid enkel toekijken zolang Suez de controle over Fluxys behoudt.
Fluxys beschermt Distrigas
Het hoort trouwens niet dat Fluxys door één speler gecontroleerd wordt, in casu Suez. Want volgens de geest van de Europese liberalisering moet het (gereguleerde) aardgastransportnetwerk gelijk toegankelijk moet zijn voor iedereen. Waarnemers zijn ook van oordeel dat Suez de meerderheid in Fluxys wil behouden om de marktpositie van Distrigas te beschermen. Distrigas is relatief kwetsbaar, omdat iedereen net als Distrigas aardgas kan aankopen op de wereldmarkt om het te verkopen op de Belgische markt.
De marktpositie van Electrabel is minder kwetsbaar, omdat Electrabel kan terugvallen op zijn quasiproductiemonopolie op de Belgische elektriciteitsmarkt, dat tot nu toe nauwelijks is aangetast. De Vlaamse regulator (Vreg) waarschuwde onlangs nog dat de concurrentie op de Vlaamse elektriciteitsmarkt is stilgevallen en dat de nieuwkomers in het defensief zitten. Suez was daarom ook toegeeflijker om de controle op hoogspanningsnetbeheerder Elia en op de distributienetten verder af te bouwen – als het de controle op Fluxys maar behoudt.
Het belang van de Antwerpse Kempen
Een testcase in dit dossier wordt de bijkomende opslagcapaciteit van aardgas. België heeft vandaag nauwelijks opslagcapaciteit (3 % van de jaarlijkse vraag, in buurlanden is dat tot 20 %) en dat is een breekpunt voor de concurrentie op de aardgasmarkt. Want opslagcapaciteit is voor leveranciers een must om de schommelende aardgasvraag van de klanten te kunnen opvangen. Geen opslagcapaciteit betekent geen concurrentie.
De schaarse beschikbare capaciteit heeft Fluxys verhuurd aan Distrigas, en Fluxys heeft de voorbije decennia nooit geïnvesteerd in bijkomende opslagcapaciteit. En laat het uitgerekend Gaz de France zijn die als enige nieuwe speler een stukje van de aardgasmarkt (15 %) kon veroveren dankzij opslagcapaciteit in Noord-Frankrijk en doorvoercapaciteit op de aardgaslijn Nederland-Frankrijk.
Gazprom heeft plannen om samen met de Belgische Energy Group nieuwe opslagcapaciteit te bouwen in de Antwerpse Kempen. Een voorwaarde is dat Gazprom een stuk van die opslagcapaciteit reserveert om ook de Belgische markt te bedienen. Fluxys lobbyt echter druk achter de schermen om dit project naar zijn hand te zetten (lees: om de mogelijke concurrentie van Gazprom in te dijken door aan de Russen bijvoorbeeld wat opslagcapaciteit te verhuren die Gazprom wil inzetten om de Britse markt te bedienen).
Federaal minister van Energie Marc Verwilghen (VLD) kende de exploratievergunning echter toe aan Gazprom en niet aan Fluxys (Suez), precies om de concurrentie op de aardgasmarkt te versterken.
Daan Killemaes
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier