De schatbewaarder van de antieke kamer

Lieven Desmet Lieven Desmet is redacteur bij Trends.

Hij is kind aan huis bij koningskinderen en ander hoog volk. Aristocratische klasse en discrete charme lijken zijn tweede natuur. Trends ging op audiëntie bij topantiquair Patrick Declerck van The Antique Room.

The Antique Room, www.antiqueroom.be, tel.

Het zijn drukke tijden voor de kunst- en antiekhandelaars. De 49ste editie van de Antiekbeurs van België sloot nog maar net de deuren van het Brusselse Tour & Taxis, of de internationale fine fleur van de sector trok al richting Maastricht voor de European Fine Art Foundation ( Tefaf). En morgen, 19 maart, opent de beurs Eurantica haar deuren. Patrick Declerck (44) mag er graag gaan rondwaden, maar zelf deelnemen aan deze kunst- en antiekevenementen doet hij niet. Discretie typeert hem.

Wanneer we een eerste maal aanbellen bij een anoniem, eerder onopvallend, appartementsgebouw in hartje Antwerpen, kunnen we niet vermoeden dat achter deze muren heuse authentieke schoonheid zit verborgen. Vier hoog staat een rijzige, verzorgde slanke man in een onberispelijk bruin geruit pak ons op te wachten. Plaats Patrick Declerck in een Engels landhuis en je denkt dat hij er geboren is. Het appartement zelf is dan weer van een heel andere orde. Ruim en licht, ondanks – of is het dankzij? – de vele meubelen, objecten en schilderijen. Schijnbaar lukraak, maar de nonchalance lijkt bestudeerd. Op de salontafel, die het bijna begeeft onder het gewicht van de gesigneerde kunstboeken, prijkt een bronzen leeuw en tijger van Barye. Op de marmeren schouwmantel treffen we twee bronzen van Antinoo in Rome en Bacchus, Italië begin achttiende eeuw.

Onder een geurige koffie doet Declerck zijn verhaal. Onze ogen dwalen af naar een mahonieconsole met een wit marmeren tablet dat vol staat met foto- en wenskaarten. Niks ongewoons, behalve dan de afzenders, die ofwel van koninklijke afkomst zijn ofwel behoren tot de (inter)nationale jetset. Maar Declerck is er de man niet naar om te koketteren met zijn beroemde vrienden en hij stuurt schijnbaar onbewogen, doch behendig, de aandacht een andere richting uit.

Decorateur van Céline Dion

Patrick Declerck heeft een bijzonder parcours afgelegd. En al komt hij niet uit een antiquairsfamilie, toch lijkt hij in de wieg gelegd voor deze job. “Het is geen job, maar een passie”, zegt hij. “Noem het gerust een ziekte. Ik ben er ook van overtuigd dat je niet kan studeren voor antiquair. Uiteraard is het bestuderen van de kunstgeschiedenis en de evoluties van de vormgeving onontbeerlijk. Meer zelfs: zonder die bagage loop je verloren in deze wereld. Maar ik ben er vooral van overtuigd dat je hét moet hebben. Het herkennen van de authenticiteit, de pedigree.” Zelf was hij op veertienjarige leeftijd al bezig met antiek, tot grote bezorgdheid van zijn entourage. “En ook vandaag is het niet steeds makkelijk om een evenwicht te vinden tussen die passie en de economische realiteit.”

Na een leven als kunstgaleriehouder, waar hij naar eigen zeggen vooral zijn tijd zat te verdoen, wendde Declerck zijn steven richting de Empire-periode. “Hedendaagse kunst is zo onderhevig aan modegrillen. Het is minder een zaak van ambacht, des te meer van emotionaliteit. Ik hou vaak mijn hart vast wanneer nog maar eens een talent als hype van het moment wordt gebombardeerd. Maar wat daar in de toekomst van zal resten? Daar staat tegenover dat oude kunst bijzonder waardevast is. Het is objectiever.”

Hij specialiseerde zich in de laat-achttiende, begin-negentiende eeuw. “Ik ga niet speciaal op zoek naar bepaalde stukken”, zegt Declerck. “Ik koop wat ik zelf graag zie en dan geeft het niet zo wanneer ze hier langere tijd blijven,” glimlacht hij. Zijn grootste bezorgdheid is waar de stukken terechtkomen. “Het moet gewoon passen, kloppen. En dan bedoel ik dat niet alleen letterlijk.” Hij gaat liefst zelf de verkochte objecten presenteren. “En indien het niet klikt, neem ik ze gewoon weer mee.”

Die professionele, maar allesbehalve commerciële, ingesteldheid gecombineerd met zijn discretie maken dat zijn cliënteel uit de absolute toplagen komt. Internationale decorateurs, die werken voor sterren als Céline Dion lopen zijn deur plat. Koningshuizen weten hem ook te appreciëren.

Op bezoek in het heiligdom

Na de koffie troont Patrick Declerck ons mee naar zijn Antique Room. Deze bevindt zich in de voormalige conciërgewoning van het appartementsgebouw. Binnen wanen we ons in een compleet andere wereld. Antwerpen lijkt plots niet meer te bestaan, we bevinden ons eerder in een Italiaanse patio van rond de achttiende eeuw. Een zacht blauw overheerst de kleine, maar schitterende ruimte. Er klinkt klassieke muziek op de achtergrond. “Op vraag van mijn klanten heb ik eind vorig jaar besloten om deze Antique Room in te richten. Ze kunnen hier rustig enkele uren op het gemak doorbrengen, waarbij we onder het genot van een glaasje kunnen discussiëren. En neen, dat hoeft niet steeds over kunst of antiek te gaan. Ik kan ook enorm genieten van andere gesprekken.”

Absolute trekpleister van de uitgestalde collectie is ‘Le Faon’ van Bugatti Rembrandt (Milaan 1885-Parijs 1916). Ook een paar kandelaars, gesigneerd Thomire à Paris, in brons en goud verguld, zijn ronduit majes- tueus. Voorts sieren een aantal schilderijen van Pol Mara de ruimte, die ondanks hun popartkarakter verbazend complementair zijn met de antieke objecten.

Dat de kunst- en antiekhandel een gesloten en met een aureool van geheimzinnigheid omgeven wereldje is, erkent Declerck. Toch heeft hij woorden van lof voor Jan De Maere, de voorzitter van de Koninklijke Kamer van Antiquairs van België.: “Ik kan niet anders dan hem feliciteren met de jongste Antiekbeurs van België. Hij slaagde erin om de drempel te verlagen, zonder daarom toegevingen te doen op het niveau.” Zelf is Declerck geen lid van de Belgische Koninklijke Kamer van Antiquairs. “Ik ben nergens lid van, waarom zou ik?”

Wij ondervonden alvast dat die eigengereidheid, op velerlei vlak, hem in het wereldje niet steeds in dank wordt afgenomen. “Je betaalt er wel een prijs voor als je het spel niet wilt meespelen.” Liever nog dan roddelen poogt men hem gewoon te negeren, zelfs zijn bestaan te ontkennen. Dat leidt tot hilarische taferelen, want het is een beetje moeilijk vol te houden dat iemand niet bestaat, terwijl je wel objecten uit zijn collectie komt lenen om in dure antiekboeken te presenteren.

Declerck schenkt een frisse Spaanse witte wijn en merkt intussen op dat de belangstelling voor oude kunst in de lift zit. Waren het vroeger vooral de notabelen die antiek kochten, dan lijkt er vandaag ook een jongere generatie geïnteresseerd in authenticiteit, merkt hij op. Die particuliere en verjongde belangstelling herkent Declerck uit zijn eigen jeugd: “Je bouwt een band op met die werken. Soms is het net dat ene stuk dat een interieur maakt.”

Zelf woont en leeft hij tussen zijn kunstschatten en toch heb je niet het gevoel dat je in een museum zit. “Door het te ontrekken uit zijn museale context komt het werk tot leven. Je ontdoet het van zijn spektakelelement.”

Lieven Desmet

Internationale decorateurs, die werken voor sterren als Céline Dion, lopen de deur van Patrick Declerck plat. Koningshuizen weten hem ook te appreciëren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content