DE RUSLAND-REDDER?
De Belg Philippe Maystadt (PSC) werd getipt voor de job. Dat zou het Belgische industriëlen misschien makkelijker hebben gemaakt om de weg naar de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling in Londen te vinden; de Belgische bestuurder, Bernard Snoy, ziet maar weinig landgenoten en nog minder kmo’s langskomen – behalve bekenden als Tractebel, Solvay, Glaverbel, Pauwels International, Transurb, KBC en de Vlaamse MilieuHolding. Maar het roer van de EBRD, European Bank for Reconstruction and Development, is sedert 1 september in handen van de Duitser Horst Köhler (55 j.) – op een wel cruciaal moment, nu de heropbouw van het ex-sovjetblok verderaf dreigt en een domino-effect naar Midden-Europa en de westerse economieën dichterbij lijkt dan tot nu voor mogelijk werd gehouden (zie ook blz. 3).
In Die Zeit van 20 augustus relativeert Köhler nochtans de Russische troebels: “De Russische domino kan standhouden áls de regering werk maakt van hervormingen die het vertrouwen herstellen. Buitenlandse druk heeft daar weinig invloed op. Rusland moet het zélf doen en heeft de middelen om te slagen. De bank kan bijdragen door de stimulerende functie van goede projecten.” De landen van Midden-Europa ziet Köhler wel uit de startblokken schieten.
De “Bank voor Oost-Europa” werd uitgedacht als het instrument om de industrie van 26 landen uit het ex-Oostblok in een kapitalistische mal te gieten. André Leysen van Agfa-Gevaert, die aan drie jaar samenwerking met Köhler als medebestuurder van de Treuhand (het orgaan dat de vroegere DDR-bedrijven privatiseerde) “goede herinneringen en een vriend” overhoudt, noemt hem “de geknipte man.”
Met Horst Köhler treden de Duitsers, voor het eerst na de Oorlog, terug op het voorplan in financiële, supranationale topfuncties. Geboren in Skierbieszwo, nu deel van Polen, en als één van de belangrijkste architecten van het herenigde Duitsland, heeft Köhler ongetwijfeld het fingerspitzengefühl dat zijn Franse voorgangers misten: de hoogdravende Jacques Attali legde zeven jaar geleden de funderingen van de EBRD/BERD, maar diens aandacht ging vooral naar het kwistig bekleden met Italiaanse marmer van het prestigieuze hoofdkantoor in Londen; in die mate dat het gênant werd en Attali plaats moest ruimen voor Jacques de la Rosière die de boekhouding en de (interne) organisatie opnieuw sérieux bijbracht. Toch zal Köhler niet alleen de indruk moeten wegnemen dat de EBRD/BERD een parkeergarage voor Franse topambtenaren was geworden (even werd nog gepoogd Jean-Claude Trichet, gouverneur van de Banque de France, te droppen), hij zal de specificiteit van de Bank voor Oost-Europa, náást de Wereldbank, de Europese Investeringsbank en de rol van de privé-sector, in de consolidering van Oost-Europa uit de verf moeten laten komen. Leysen ziet de Duitser slagen, “met zijn politieke en financiële ervaring, zijn hoogstaand relatienetwerk en de gedrevenheid van een strategisch planner die zich in zijn taak vastbijt.”
Horst Köhler is het toonbeeld van de civil servant, “dull but worthy”, maar in een Duitse versie. De economist stapelde zorgvuldig de bouwstenen voor zijn carrière in het bondsministerie van Financiën. Hij ontpopte zich tot het brein achter de Duitse standpunten op de topontmoetingen van de G7 en drukte zwaar zijn stempel op het Verdrag van Maastricht.
Over de doelstelling van de EBRD botsten de meningen nog sterk op de jaarvergadering in mei jongstleden in Kiev. Beperkt ze zich tot het nemen van tijdelijke financiële participaties in opstartende industriële projecten? Is een heroriëntatie tot borgsteller meer aangewezen om westerse investeerders naar de transitmarkten van Oost-Europa te blijven lokken? – nu buitenlandse beleggers, na de Azië-crisis, psychologisch de aftocht blazen uit de opkomende markten. Of moet de EBRD zich toespitsen op het helpen uitbouwen van solide instrumenten ( institution building) die de pas ontluikende vrije markten vlotter in goede banen kunnen leiden?
“Door het welslagen van spectaculaire privatiseringen hebben we de behoefte aan goed onderbouwde instellingen in die landen onderschat,” erkent Köhler. Vooral in Rusland is dat het geval. “Op het terrein, in rechtstreekse dialoog met de regeringen en met realiteitszin, de voorwaarden creëren voor een gunstig investeringsklimaat,” daar legt de nieuwe baas van de EBRD zijn accenten. “Ondernemerschap bevorderen aan de basis, met de klemtoon op het klein en middelgroot bedrijf. Een solide zelfstandige middenklasse uitbouwen in samenspel met een performant en transparant bank- en financiewezen.” Maar hij hoedt er zich voor met de Oost-Europabank voor de voeten van de Wereldbank of van het Internationaal Muntfonds te gaan lopen.
Köhler is vertrouwd met de kmo-financiering: hij was van 1993 tot eind vorig jaar het hoofd van het Deutsche Sparkassen- und Giroverbandes. De delicate problematiek van opstartende economiëen is hem evenmin onbekend: in 1992 negotieerde hij over een Duits steunpakket van 6 miljard dollar aan Rusland en begin dit jaar toonde hij namens de Duitse banken, tegen de IMF-lijn in, begrip voor de aanpak van Indonesië om de rupia prioritair te stabiliseren opdat het bedrijfsleven niet door geldnood zou droogvallen.
Prijsstabiliteit voor alles, is een stokpaardje van Köhler. De toponderhandelaar van Maastricht is vanzelfsprekend ook een vurig pleitbezorger van de euro: “De eenheidsmunt is in de wereldwijd verstrengelde financiële markten de enige waarborg voor monetaire stabiliteit en economische groei in Europa.” De euro als inflatieremmer – al zou de crisis de centrale bankiers in de richting van een antideflatoir beleid kunnen duwen.
Sinds 1981 is “de sherpa van Kohl“, zoals Köhler wordt genoemd, of nog, “Duitslands belangrijkste politieke lobbyist”, de schaduw van de bondskanselier binnen de christen-democratische CDU. En die band met Kohl werd sterker nadat Köhler zich in een harde publieke confrontatie verzette tegen een privatisering of afbouw van de Duitse spaarbanken, met 38% marktaandeel Duitslands belangrijkste bankgroep. Toch is de storm rond de Sparkassen niet geluwd. Nu Kohl deze maand minder zelfzeker de verkiezingen tegemoet gaat, zoekt “het politieke dier” dat Köhler is ongetwijfeld vastere grond in een buitenlandse carrière. Als hij in Londen succesvol is, kan voor hem zelfs de weg naar de IMF-top openvallen.
ERIK BRUYLAND
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier