De rek in het plastic

Roeland Byl redacteur bij Trends

Vier jaar geleden kochten vijf kaderleden van Fardem België hun bedrijf op. Fardem werd Fardis, en de onderneming deed een reeks opmerkelijke overnames. Vorige maand nog rijfde de plasticverwerker uit Beerse het Franse Ceisa binnen; tegen de zomer moet de Fardis-fabriek in Tsjechië operationeel zijn.

Eind februari verviel voor de directieleden van Fardis – bekend van de composteerbare zakken voor groenafval – de sperperiode waarin ze hun aandelen niet mochten verkopen. Voor gedelegeerd bestuurder Frank Vercalsteren en de andere aandeelhouders van de controlerende holding Go 5 is er niets veranderd. “Onze aandelen verkopen was nooit de intentie en is ook nu niet aan de orde. We geloven immers in de toekomst op middellange termijn,” aldus de gedelegeerd bestuurder. Met die geloofsbelijdenis bevestigt Vercalsteren nogmaals zijn bekering tot het ondernemerschap: in 1996 nam hij samen met vier collega’s via een management buy-out (MBO) het toenmalige Fardem België over van de Nederlandse Schuttersveld Holding (zie Trends, 9 mei 1996).

Begin februari bekroonde de Europese verpakkingsfederatie de biologisch afbreekbare trekbandzak van Fardis met de Eurostar Award. Amper twee dagen later volgde een akkoord over de acquisitie van Ceisa. Deze divisie van drankengroep Perrier/Vittel is een onderdeel van het Zwitserse voedingsconcern Nestlé. Het was een gewilde prooi omdat het Normandische bedrijf competente mensen in de rangen heeft én omdat Ceisa pas in de etalage kwam na forse investeringen in een modern machinepark. “Er waren nog kandidaat-overnemers, maar dat wij uitgebreid gingen praten met het personeel gaf blijkbaar de doorslag,” grijnst Vercalsteren.

De fabriek van Ceisa stelt 156 mensen tewerk. Dat brengt het totale personeelsaantal van Fardis in één klap op 530 werknemers. De nieuwe dochter heeft een omzet van ruim 1 miljard frank en zou op jaarbasis het omzetcijfer voor 2000 met 40% kunnen verhogen. In zijn recentste financiële presentatie stelde Fardis dat in 1999 de geconsolideerde omzet steeg van 1,4 miljard frank naar 2,7 miljard. Een groot deel daarvan is te danken aan externe groei, maar ook de organische groei bedroeg 18%. Winstcijfers voor 1999 maakt Fardis pas eind maart bekend. Hoewel de winst van het bedrijf gevoelig is voor grondstofprijzen, laat de eerste jaarhelft met een nettowinst van 52,1 miljoen frank (tegenover 7,4 miljoen over de twee eerste kwartalen van 1998) het beste verhopen. In ieder geval stelt het management zich voor 2000 het ambitieuze doel van circa 4 miljard frank omzet. Bovendien overweegt het een notering op de eerste markt van Brussel.

In de dynamiek van de onderneming spelen de biopolymeren een sleutelrol. Volgens het oorspronkelijke businessplan voorzag Fardis een jaarlijkse omzetgroei in biopolymeren van 30%. De afgelopen jaren bedroeg die stijging gemiddeld 55%. De competitie in het segment blijft relatief klein en de marges zijn goed. Italië kent wel Ipiplast en in Duitsland heeft 4P gelijkaardige biopolymeren, maar naar eigen zeggen heeft Fardis de beste kaarten. Vercalsteren: “Onze kwaliteit is beter. Bovendien boren we naast afvalverwerking ook andere afzetmarkten aan, met onder meer tuinbouwfolie voor de kweek van champignons en speciale bodybags.”

Fardis speelt voor 80% in niches, maatwerk en keurmerken. De strategie richt zich op het leveren van toegevoegde waarde. “Wij zitten nergens in het segment van de premier prix. Daar is de concurrentie uit Zuidoost-Azië te groot,” vat Vercalsteren samen. Ook in het segment van de niet-composteerbare huisvuilzakken zoekt het bedrijf naar toegevoegde waarde. Dat gebeurt onder meer door een aangepast ontwerp. Een goed voorbeeld is de Wavetop-zak. Die heeft vier ezelsoren zodat ijzeren afsluitbanden overbodig worden en de bruikbare inhoud vergroot.

Opvallendste groeipool

van de onderneming is de jongste tijd evenwel de industriële folie. Vorig jaar groeide dat segment met 165%. In hoofdzaak is dat te danken aan de specialisatie in hoogwaardig bedrukte verpakkingsfolie, waarin Fardis na de overname van Ceisa een positie in de Europese topdrie zou innemen. In 1998 stapte het bedrijf in deze activiteit door het failliete Wilrijkse Spruyt & Co te kopen. Vorig jaar breidde het zijn capaciteit in bedrukte folie uit met de oprichting van Aegis. Deze 50/50 joint venture met concurrent Segers & Balcaen slokte de kunststofactiviteiten van het Diestse Eurozak op.

Overigens stond 1999 helemaal in het teken van de strategische overnames. De acquisitie van Hobon uit Waarschoot gaf het bedrijf toegang tot de markt van de medische folies en heeft een flexibel productieapparaat voor kleine runs. “Het Gentse Phoenix kochten we om onze aankoopkracht uit te breiden,” zegt Vercalsteren. “Bovendien beschikte het over een behoorlijke afzet in Frankrijk. Daar stonden wij toen nog niet zo sterk. Hun lijn in stretchfolie was complementair en het machinepark laat toe om zeer grote folies te produceren voor de tapijtindustrie.” Mosatec , een joint venture met het Luikse Dermatex, spekte dan weer de klantencontacten in Wallonië.

Vercalsteren ziet in de komende jaren nog heel wat kansen voor acquisities. Ook Oost-Europa wenkt. In het Tsjechische stadje Olomouc kocht Fardis daarom vorig jaar een voormalige suikerfabriek voor 15 miljoen frank. De renovatie kostte nog eens 13 miljoen frank. Deze zomer moet de fabriek operationeel zijn; ze zal aanvankelijk een capaciteit hebben van 8000 ton, wat de totale capaciteit van Fardis op 85.000 ton brengt. Vercalsteren: “De keuze voor Oost-Europa heeft bij ons niets met lage lonen te maken. Geografisch is de regio ideaal om Tsjechië, Oostenrijk en Polen te bedienen. Zowel voor huisvuilzakken als bedrukte folies heeft die markt nog een sterk groeipotentieel.”

Terugblikkend herinnert nauwelijks iemand zich de saneringsperiode die aan de MBO voorafging. Het vijfkoppige team is er vandaag nog steeds en heeft via de holding Go 5 nog 42% van de aandelen in handen. Frank Vercalsteren kreeg als benjamin de taak van gedelegeerd bestuurder, terwijl nestor Eddy De Bruyn als verkoopdirecteur verantwoordelijk is voor de afvalproducten. Peter Walters is verkoopdirecteur verpakkingen. Productiedirecteur Jef Van Eynde en technisch directeur Walter Vereycken verdelen de rest van de taken.

Ze gaan prat op de goede sfeer van de werkvloer. “Eén van onze regels is dat bij elke dag ook een lach hoort. We beperken de hiërarchie en maken er een huisregel van om elkaar aan te spreken met de voornaam. Tenslotte zijn we allemaal van eenvoudige afkomst en hebben een hekel aan capsones.”

Brengt de recente expansie die aanpak in gevaar? “We beseffen dat we onze huidige structuur door de externe groei moeilijk in stand kunnen houden. Daarom sleutelen we aan het organigram.” In de nieuwe structuur blijft het hoofdkwartier in Beerse, daar worden operationele en overkoepelende activiteiten opgesplitst. Eind februari opende de groep Quintus. Dit nieuwe filiaal zal vanuit Beerse fungeren als een centrale aankoopcentrale. Later dit jaar wordt Filos, dat service van computers onder zijn hoede krijgt, boven de doopvont gehouden.

roeland byl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content