DE REGERING-MICHEL VOERT EEN FISCAAL NON-BELEID
In 2013 en 2014 zijn volgens Graydon 10.000 bedrijven stopgezet door de verhoging van de liquidatiebelasting. De regering-Di Rupo verhoogde de roerende voorheffing op de uitkering van bedrijfswinsten van 10 naar 25 procent. Veel zelfstandige ondernemers legden de boeken neer om aan de invoering van de maatregel in oktober 2014 te ontsnappen.
De regering-Michel verhoogde het tarief naar 27 procent. Leidt ook deze maatregel tot een afbouw van ons ondernemingslandschap? Neen. De invoering van het tarief onder de vorige regering was geen zware belastingverhoging, maar een eenmalige belastingmaatregel. Die bracht 660 miljoen euro op. De meeste ondernemers die hun vennootschap opdoekten, waren dat al van plan, maar deden dat wat eerder.
Andere bedrijfsleiders konden een beroep doen op allerhande technieken om de hoge liquidatietaks te ontwijken. De vennootschap kon mits betaling van een heffing van 10 procent (in feite 9,09 procent) een belastingvrije reserve aanleggen. Dit fiscale achterpoortje was de creatieve piste van Karel Van Eetvelt van Unizo. Het leverde hem een nominatie voor de Taxman Award 2015 op.
De maatregel had eerst een voorlopig karakter als compensatie voor de belastingverhoging, maar de regering-Michel maakte er een permanente afwijking van. Daarom is de recente verhoging van 25 naar 27 procent een veeleer politiek geïnspireerde maatregel, die op het terrein weinig potten zal breken.
Deze situatie is symptomatisch voor ons belastingsysteem. Ons land heeft hoge belastingtarieven, en allerlei uitzonderingsregimes om die te temperen. Omdat de proporties ervan soms uitdijen, voert de overheid daarop een correctie in. Zelfstandigen wisten ooit de hoge belastingen te vermijden via een managementvennootschap, maar die werd door de vorige regering extra belast met de nodige correcties. Ook de fairnesstaks was zo’n correctie op een andere fiscale correctie. De btw en de personenbelastingen kennen gelijkaardige fiscale koterijen.
De regering-Michel had deze zomer werk kunnen maken van een fiscale sanering. Door de invoering van eenvoudige, verlaagde tarieven had ze met de grove borstel door de fiscale uitzonderingsregimes kunnen gaan. In één beweging had ze een belastingverschuiving kunnen doorvoeren van de zware lasten op arbeid naar andere belastingen. Quod non. Zo’n operatie vereist politieke moed. Die was er niet. Onder Di Rupo was er sprake van een fiscaal wanbeleid. Het fiscale regime van de regering-Michel krijgt voorlopig de kwalificatie non-beleid.
HANS BROCKMANS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier