De rally van de grotere gek

Geert Noels Geert Noels is chief economist van Econopolis.

De aandelenrally die sinds midden maart bezig is, zoekt naar een tweede adem. Geen nood, in de huidige omstandigheden zijn beleggers bereid om twee keer hoera te roepen voor hetzelfde nieuws.

De auteur is hoofdeconoom van vermogensbeheerder Petercam.

Nog enkele dagen en uit het radiotoestel weerklinkt nog eens “‘t is weer voorbij die mooie zomer” van Gerard Cox. Aandelenbeleggers zullen ongetwijfeld een aangepaste versie meezingen: die zomer begon zowat in maart. En misschien vul ik in een achtergrondkoortje aan: aaah, je dacht dat er geen einde aan zou komen…

De beurszomer is warmer geweest in Europa dan in de VS. De Standard & Poor’s-index beweegt zich nu al dertien weken in een nauwe band van zo’n goede 5 %. Dat is opmerkelijk, gegeven de sterke wijzigingen in twee andere financiële variabelen: de dollar won in die tijd immers meer dan 8 % tegenover de euro en de rente klom van 3,1 % tot ruim 4,5 %.

Momentum. De relatieve koelte van de brede S&P staat in schril contrast met de stomende hitte op Nasdaq. De technologiebeurs bereikte een piek die al veertien maanden niet meer was gehaald en steeg zomaar eventjes 10 % de voorbije dertien weken, tegenover 0 % voor de S&P. Een analyse van Laszlo Birinyi, bekend van zijn gedetailleerd onderzoek naar geldstromen in de aandelenmarkten, maakt duidelijk dat de rally een irrationeel tintje heeft: ” Beleggers kopen alles wat beweegt, zonder te kijken naar winstgevendheid of waardering”.

De vijftig aandelen in de S&P die geen winst maken en dus de hoogste koers-winstratio hebben, gingen dit jaar gemiddeld met 44 % vooruit. Aandelen die de laagste K/W-ratio hebben – en dus als koopjes kunnen worden bestempeld – moesten tevreden zijn met een winst van 9 %. En de vijftig slechtst presterende aandelen van vorig jaar lieten een gemiddelde stijging van zomaar eventjes 45 % optekenen.

Volgens Birinyi wijst dit alles erop dat de rally wordt gedreven door het “verlangen om gelijk welke aandelen te bezitten, en de vrees om een opportuniteit te missen”. Hij besluit dat zo’n sfeer typisch leidt tot nog hogere koersen, maar evenzeer tot een snelle terugval later, omdat aandelen zich in zwakke handen bevinden.

Dit gedrag bij beleggers is niet uniek. Het wordt momentumbeleggen genoemd. Vroeger was het gekend als de rally van de grotere gek. Beleggers kopen niet omdat ze die aandelen voor de lange termijn willen bijhouden, maar omdat ze geloven dat er heel snel anderen bereid zullen zijn om een nóg hogere prijs te betalen. Hoewel de koersen dus gek kunnen lijken, zal er een nog grotere gek worden gevonden die bereid is nóg meer te betalen.

Momentum is Latijn en wijst op een zelfvoedend proces. Dit proces heeft de bubble groot gemaakt. Daarom dat sommigen de huidige beweging ook de echobubble noemen.

Non bis in idem. Maar het beleggerslatijn leert ons nog meer. Non bis in idem betekent letterlijk: niet twee keer om dezelfde reden. Het is een juridische term waarmee wordt aangeduid dat u bijvoorbeeld niet twee keer voor dezelfde overtreding kunt worden gestraft.

Een gelijkaardige gouden vuistregel in de beleggerswereld gaat ervan uit dat de beurs maar één keer mag reageren op een bepaald nieuwsfeit. Dat is tenminste de theorie van de efficiënte markten. Maar als de markt in een momentumgedreven fase zit, kan ze makkelijk oud nieuws heropvissen en er opnieuw wild van worden.

Op 7 april 2003 veerde de beurs op omdat Britse troepen Ali Chemicali dood hadden teruggevonden. Op 22 augustus keerde de stemming op Wall Street opnieuw positief nadat Ali Chemicali – deze keer levend – werd aangehouden. Misschien heeft Ali wel zeven levens. Dan kan deze kaart op het gepaste moment nog eens worden gespeeld om het sentiment op te krikken.

Vorig jaar werd op exact dezelfde manier de dood van Osama Bin Laden geregeld voor het sluitingsuur aangekondigd – kwestie van de sfeer erin te houden. Hoeveel maal werd dit jaar al het gerucht gelanceerd dat Saddam Hoessein werd aangehouden?

Maar ook economische indicatoren zijn soms een herhaling van een bekend feit. Neem nu de vooruitlopende indicatoren of leading indicators. Ze stegen voor de vierde opeenvolgende maand in de VS, wat de beurzen een zetje gaf. Maar de beurzen zijn een belangrijk onderdeel van deze indicatoren: de helft van de stijging was te danken aan de financiële markten. Een kwart was te danken aan een verbetering van de financiële vooruitzichten van de consumenten, die te danken was aan… juist… de stijging van de beurzen. De beurzen waren dus blij met hun eigen prestatie van de afgelopen maanden. Of hoe de markt tevreden is met het kwispelen van haar eigen staart.

Momentum beheerst dus voorlopig nog de aandelenmarkten. Toegegeven: ook het economisch nieuws was de afgelopen maanden iets rooskleuriger. Vergeet echter niet dat we ook dát al eens hebben gezien. De belangrijkste economische indicatoren presteerden begin vorig jaar nog sterker (zie grafiek: Momentum in markten en sentiment). Ook toen heerste het momentumbeleggen, zoals blijkt uit de gelijktijdige sterke stijging van de beurs. De Europese beurzen moeten vanaf hier echter nog 50 % stijgen om de toenmalige niveaus opnieuw te zien.

Non bis in idem zou voor een belegger ook moeten betekenen dat hij niet twee keer in dezelfde kuil valt.

Geert Noels

De huidige rally wordt misschien wel gedreven door het verlangen om gelijk welke aandelen te bezitten, en de vrees om een opportuniteit te missen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content