De proef op de software

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

De razendsnelle evolutie van het Internet maakt testers meer gevraagd dan ooit. Het Leuvense PS-Testware profiteert ervan om zijn groeispurt voort te zetten.

“Testen is een tweederangsactiviteit, een paria-activiteit in vele gevallen,” zegt operations manager Jens Pas van PS-Testware. En paradoxaal genoeg verklaart dat voor een deel waarom PS-Testware dit jaar van 32 naar 60 medewerkers klimt en zijn omzet ziet stijgen van 75 naar 140 miljoen frank. In mei verhuizen de Leuvenaars naar een representatief pand, niet echt associeerbaar met een paria, op de hoek van de Tiensesteenweg en de Expressweg in Kessel-Lo.

De verhuis valt samen met de vijfde verjaardag van dit bedrijf, dat in 1994 ontstond toen account manager Peter Sterck en support consultant Jens Pas de drie jaar oude Benelux-activiteiten van Performance Software Ltd overnamen. In die vijf jaar is PS-Testware geëvolueerd van een distributeur van softwaretools – 8 miljoen frank omzet in 1994 – naar een consultancybedrijf met klanten die zo divers zijn als Janssen Pharmaceutica, Philips, ING Bank en Exact Software. Het testgebied gaat van machinesturingen tot pakketten voor elektronisch bankieren over het Internet. “Natuurlijk zijn we op al die terreinen geen specialist,” geeft gedelegeerd bestuurder Peter Sterck toe. “De klant moet een deel van het werk doen. Hij moet de vereisten van zijn business naar ons vertalen.”

Technieken verdwijnen, methodes blijven

De heroriëntering van PS-Testware, weg van de verkoop van softwaretools, is een strategische keuze. Wat PS-Testware levert, is kennis en ervaring met het testproces. En daaraan is, alle Iso-certificaten ten spijt, nog altijd een groot gebrek. “Het is nog altijd de junior die test, degene die het laatst is binnengekomen,” zegt Peter Sterck. “Als een project over budget loopt, zijn het nog altijd de 5 of 10% die voor tests zijn voorzien, die eerst sneuvelen.”

“De klant denkt vaak dat wij op een knop komen duwen om te kijken of de lamp brandt,” zegt Jens Pas. “Meestal wordt er geredeneerd in termen van: tien maanden ontwikkeling, twee maanden tests en dan gaan we live. Na die tien maanden halen ze er ons dan bij, waarna wij hen moeten uitleggen dat ze dat project beter wat uitstellen omdat zij geen periode voor herstellingen en nieuwe tests hebben voorzien.”

Rendabiliteit voor ogen houden

Eigenlijk begint een testoefening op beslissingsniveau. Een informaticaproject wordt gestart vanuit de bedoeling om een zekere winst te realiseren. Jens Pas: “Dat is de eerste test: wat is de doelstelling, wat willen jullie bereiken? Van daaruit worden al de andere teststappen gedefinieerd.”

Informatici hebben op dat gebied een eigenaardige vorm van blindheid, vindt Jens Pas, die na zijn dagtaak ook nog een MBA-opleiding afrondt aan de Vlerick Leuven Gent Management School. “Als er in een pakket een ingewikkeld algoritme zit om koersen te berekenen, dan vinden zij dat dat uitvoerig moet worden getest. Iets eenvoudigs zoals het ingeven van een adres moet niet zo grondig worden getest. Terwijl juist dat business-kritisch kan zijn.”

PS-Testware leert dat de doelstellingen van het informaticaproject voor ogen moeten worden gehouden. Alleen zo kan de opbrengst van tests worden bepaald. “Als wij in het begin ergens een programma gingen testen, vroeg men ons: hoe goed is het? En dan konden wij daar geen antwoord op geven. Wij hadden geen schaal om dat te meten.” Nu is die er wel. “Als een stuk software wordt opgeleverd, doen wij een reeks tests die we met de klant afspreken en die academisch zijn onderbouwd. Daarvan wordt het resultaat in een cijfer uitgedrukt.” Dat cijfer op zich betekent niets, zegt Jens Pas, maar als de oefening wordt herhaald, krijg je een indicatie van de opbrengst van het testen. “Als dat cijfer eerst snel stijgt, maar daarna aftopt of zelfs terugvalt, dan kan je daaruit conclusies trekken. Bij een test is het heel belangrijk om te weten wanneer je moet stoppen. Van een huis kan je zeggen dat het af is, maar een facturatiesysteem kan je testen tot in het oneindige. En de laatste 20% kwaliteitsverbetering vraagt een enorme inspanning die misschien niet essentieel is voor het bedrijf.”

PS-Testware werkt meestal voor grote bedrijven om daar de testmethodiek in te bouwen. Het eigenlijke testen gebeurt door werknemers van de klant of door ingehuurd personeel, waarmee ook de capaciteitswisselingen kunnen worden opgevangen die samenhangen met het release-schema van het product.

Testen is fouten zoeken

Er bestaat een groot verschil tussen de manier waarop PS-Testware zijn mensen motiveert en de manier waarop de klant het testen bekijkt. “De klant vraagt zich af: ik heb zoveel betaald aan PS-Testware, heb ik nu een verbetering van mijn product?” zegt Jens Pas. Naar zijn testers toe is zijn boodschap totaal anders. “De basisdefinitie bij PS-Testware is: testen is zoeken naar fouten. Testen is absoluut niet aantonen dat het werkt. Testen heeft als resultaat dat je weet of het werkt of niet. Maar dat is een doelstelling op het einde van de rit. Mijn testers hebben maar één ding voor ogen, ze moeten fouten vinden.”

Het managementsysteem

rond de testers moet ervoor zorgen dat de gevonden fouten door de klant worden opgenomen en het product dus ook werkelijk verbetert. “Wij organiseren ons projectmatig,” zegt Peter Sterck. “Iedereen die informaticaprojecten doet, kan bij ons terecht.” Die projecten kunnen maatwerk zijn, maar ook de implementatie van commerciële standaardpakketten, al is dat niet hetzelfde soort klant. “Wie maatwerk implementeert, kan bij ons een TestPack kopen. Dat komt erop neer dat wij onze kennis overdragen op de klant: er zit een stukje vorming in, begeleiding, change management, projectmanagement. De tweede mogelijkheid is outsourcing, waar wij als onafhankelijke partij het testen overnemen. Daartussen ligt een ruime variëteit.”

PS-Testware mikt dit jaar op nagenoeg 100% groei, geheel gefinancierd uit eigen middelen. Moeilijk? “We hebben het vorig jaar al gedaan,” antwoordt Peter Sterck. Een einde aan de vraag is niet in zicht. Integendeel, er is nog een enorm potentieel. Want de gebruiker is nog altijd veel te tolerant voor de fouten van de informatici. Peter Sterck: “Een financieel directeur die een samenwerking aangaat met SAP of Baan gaat er blijkbaar van uit dat dat een aantal maanden niet goed zal gaan. Ik zou een oproep willen doen aan al die directeuren: u hoeft dat niet te aanvaarden. Wij zeggen niet dat er foutloze software zal worden opgeleverd, maar u kan wel degelijk eisen dat u de gewenste functionaliteiten of de business ondersteuning krijgt van zodra het pakket wordt geïnstalleerd. En u kan wel degelijk eisen en verwachten dat u daarvan een objectief bewijsstuk ontvangt. Dat heeft niets met techniek te maken, maar gewoon met hoe je dat proces beheerst.”

BRUNO LEIJNSE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content