De Prins knoopt zijn eigen strop om
Maurits De Prins gaf voor het eerst toe aandeelhouder van EMB Designs te zijn. De Superclub-jaarrekeningen van 1990 waren dus vals.
Zoals vermoed schoven Maurits De Prins, stichter van de geflopte videoketen Superclub, en diens juridische rechterhand Charles Cool tijdens de debatten in de rechtszaak over Kempense Steenkoolmijnen ( KS) en Superclub alle schuld op het Nederlandse elektronicaconcern Philips. Dat had op 22 maart 1991 het nagenoeg failliete Superclub van De Prins overgenomen.
De strategie van de advocaten van het duo Cool en De Prins had veel weg van een kamikazevlucht. Typerend was het gebruik van de verklaringen van Eddy Wauters, de gewezen voorzitter van de Kredietbank. Die zei ooit onder ede dat Van Weezendonk namens Philips een kredietaanvraag van De Prins bij Kredietbank had verhinderd. Met als gevolg dat Philips Superclub in handen kreeg. Toen De Prins tijdens zijn ondervraging met dit verhaal op de proppen kwam, werd hij er prompt op gewezen dat die verklaring strijdig is met latere getuigenissen van Wauters. Desondanks legden de advocaten van De Prins en Cool de verklaring van Wauters als bewijsstuk neer en bleven zij er tijdens hun pleidooien naar verwijzen.
Het neerleggen van het revisorenrapport van Kurt Coninx was ook niet snugger. Hoewel gebruikt ter verdediging, legt het rapport in wezen uit wat er strafrechtelijk fout was aan de jaarrekening per 31 januari 1990 van Superclub. Die rekening had, zo gaf De Prins nu toe, moeten worden geconsolideerd met de rekeningen van de firma EMB Designs. Omdat de consolidatie niet gebeurde, sloot de jaarrekening positief af, terwijl er in feite verlies was geboekt. Zo werd Superclub voor zijn aandeelhouders mooier voorgesteld dan het was. Waar hebben we dat nog gehoord? De Prins lijkt met dit revisorenrapport de strop om eigen hals te hebben gelegd.
Ook de strategie om Philips rechtstreeks te dagvaarden lijkt achteraf gezien geen slimme zet. Daardoor verscheen Johan Verbist, een doorgewinterd cassatiepleiter en de advocaat met de grootste kennis van het dossier, op het toneel. Hij bracht nog meer voor Cool en De Prins belastende gegevens naar de oppervlakte.
Ook voor Thyl Gheyselinck en Gerard Van Acker ziet het er niet goed uit. De rechter leek maar weinig geloof aan hun verhalen te hechten. Zo stelde Gheyselinck dat Van Acker “toevallig” het akkoord over de koop van Superclub-aandelen met De Prins mee had ondertekend. Waarna de rechter hem vroeg of het eveneens toeval was dat Van Acker mee onderhandelde over de overname van bouwbedrijf Pieters-De Gelder. De grote vraag is of de drie rechters het verhaal aanvaarden dat het vervalsen van de notulen van de beheerraad van KS te goeder trouw gebeurde.
willy van damme
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier