De pirouette is een faux pas
Met de artistiek directeur Kathryn Bennetts sprokkelde het Koninklijk Ballet van Vlaanderen ook internationale faam. Alleen de financiële basis van het dansgezelschap vindt het juiste ritme nog niet.
Donderdagavond, 16 december. In een zo goed als uitverkochte Stadsschouwburg in Antwerpen brengt het Koninklijk Ballet van Vlaanderen het Zwanenmeer van Peter Tsjaikovski. Het wordt een wervelende uitvoering van de bekende balletklassieker, door een bijzonder goed op elkaar afgestemd dansgezelschap. Minutenlang applaus volgt.
In 2009 viel de eer van zo’n daverende ovatie het Ballet van Vlaanderen ook te beurt in onder meer Moskou, Parijs en Rotterdam. De artistiek leider van het Ballet, Kathryn Bennetts, kreeg de jongste weken dan ook de internationale pers aan haar kant in haar conflict met de Vlaamse minister van Cultuur, Joke Schauvliege (CD&V). Half oktober kondigde de Australische haar ontslag aan, na herstructureringsplannen van Schauvliege.
Het conflict klinkt als een dissonant orgelpunt van de evolutie in het balletgezelschap sinds de komst van Bennett. Het enige klassieke balletgezelschap in Vlaanderen en België kende de voorbije jaren een scheefgegroeide verhouding tussen artistieke ambities en financiën. Toen Kathryn Bennetts in het boekjaar 2005 de artistieke leiding nam, sloot de vzw Koninklijk Ballet van Vlaanderen het jaar nog af met zwarte cijfers, bij een overgedragen verlies van 121.568 euro. Eind 2009 was dit overgedragen verlies aangezwollen tot 2,4 miljoen euro. Het boekjaar 2009 sloot weliswaar met winstcijfers, na drie verliesjaren. Enkel door te putten uit een fonds van 2,5 miljoen voor herstructureringen, gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap, waren winstcijfers mogelijk.
Een bijzonder gebrekkige boekhouding
Het is niet de enige eigenaardigheid bij de cultuurinstelling. Een revisor voerde een financieel onderzoek in de lente van 2008. Daar kwam toen een vrij chaotische boekhouding boven water. De financiële diensten hadden te weinig zicht op uitstaande facturen. Er was geen procedure voor het opstellen, opvolgen, bespreken of bijsturen van de budgetten. Facturen en betalingen werden goedgekeurd, zonder voorafgaande budgetcontrole. Met de komst van Kathryn Bennetts waaide er een nieuwe artistieke wind door de vzw. Maar de vereniging investeerde in die nieuwe artistieke doelstellingen, zonder dat daarvoor middelen waren. Ook het personeelsbeleid zat scheef. Van de medewerkers in een 35-urige werkweek werd geen rendement gevraagd. Sommigen trokken zich terug in de eigen kantoorruimte. Bij voorkeur met de deur dicht.
Het is bijzonder merkwaardig dat de Australische er in zo’n omgeving toch in slaagde het gezelschap op te tillen naar een internationaal niveau. En dat terwijl een danser er gemiddeld nauwelijks 2500 euro bruto per maand verdient. Een principal (‘sterdanser’) krijgt amper 4000 euro bruto in het loonzakje.
Geleidelijk pakt het Ballet van Vlaanderen ook zijn financiën aan. Een moeizame herstructurering met acht ontslagen in de administratieve diensten is achter de rug. Daarvoor werd het fonds van 2,5 miljoen euro aangesproken. De onderneming werkt voortaan via een analytische boekhouding. De budgetten worden per productie dus effectief vooraf vastgelegd, en bovendien opgevolgd. Elke zes maanden maakt de revisor een financiële doorlichting, eventueel gekoppeld aan een bijsturing. Vorig jaar werd daarom een productie afgelast, wegens financieel niet haalbaar.
Te afhankelijk van de subsidies
Toch blijft het Koninklijk Ballet van Vlaanderen financieel ondermaats georganiseerd. Dat blijkt nog eens uit de documenten, die donderdag 16 december werden neergelegd bij de commissie Cultuur van het Vlaams Parlement. Het balletgezelschap maakt daarin een berekening en prognose van 2010 tot 2015. In die erg optimistische cijfers gaat het Ballet uit van een blijvende verhoging van de subsidiestroom. De eigen omzet zou klimmen met 29,5 procent, naar 1,2 miljoen euro in 2015. Maar de subsidies zouden met de helft toenemen, naar 9,4 miljoen euro in 2015. Ook de lonen en de totale uitgaven stijgen daarbij procentueel sneller dan de omzet. Het is een bijzonder optimistische prognose in een tijdperk dat getekend wordt door verwachte overheidsbesparingen.
“We budgetteren de eigen inkomsten bewust zeer voorzichtig”, antwoordt zakelijk leider Chantal Pauwels. “We hebben wel degelijk ambitie, maar we rekenen ons niet rijk.” De omzet uit buitenlandse voorstellingen zou slechts met 5 procent klimmen. Dat is een merkwaardig denkspoor voor een dansgezelschap met faam buiten de eigen landsgrenzen. De opbrengst voor twee uitverkochte voorstellingen in het Bolshoi-theater in Moskou in 2009 bedroeg 30.000 euro. In Rotterdam mocht het Ballet voor drie acts met 100.000 euro naar huis. Volgens het Ballet zijn de buitenlandse prijzen al zeer marktconform. De vzw vraagt nu een kwart miljoen euro extra aan de Vlaamse overheid, als culturele ambassadeur bij economische missies in het buitenland (twee in Europa of één intercontinentaal). Het lijkt een gedroomde gelegenheid om sponsorgeld te ronselen, maar het Ballet gaat enkel uit van subsidies voor die voorstellingen.
De opbrengsten uit sponsorgeld zouden de volgende jaren zelfs licht dalen. Voor die motivering verwijst het Ballet naar 2009. In het recessiejaar hielden bedrijven massaal de hand op de knip. In groei is wel voorzien via giften en fundraising. Maar sponsoring, giften en fundraising zijn vrij marginaal. Ze leverden 2,4 procent van de bedrijfsopbrengsten in 2009. Sponsoring in natura, een stijgende categorie, wordt weliswaar niet in de boeken verrekend. Bedrijven houden het liever discreet, zo niet krijgen ze massa’s steunaanvragen.
De grote groei van de omzet zou vooral via de voorstellingen in eigen land komen. In 2015 wil het Ballet van Vlaanderen die inkomsten met de helft laten stijgen naar een nog steeds bescheiden bedrag van iets minder dan driekwart miljoen euro. Die groei moet komen via een betere toegang tot de grote zalen. Het Ballet klaagt graag over de dure prijzen in Brussel. En in de Vlaamse Opera (Antwerpen, Gent) is de vzw welkom, maar tijdens de mindere periodes. Want de eigen voorstellingen van de Opera hebben voorrang. Dat zou de volgende jaren moeten verbeteren, via een hechtere samenwerking tussen de twee Vlaamse culturele instellingen.
WOLFGANG RIEPL
Vorig jaar werd een productie afgelast, wegens financieel niet haalbaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier