De paria van de vleesindustrie
Ondanks onze steeds exotischer eetgewoontes bestaat er een zekere pudeur tegenover paardenvlees. Chevideco, de underdog van de Belgische paardenvleesverwerkers, zet het offensief naar de consument in.
De temperatuur ligt dan wel rond het vriespunt, de sfeer allerminst. Rond een grote tafel staan vijf mannen in witte pakken vlees te versnijden. De belendende koelruimte bulkt van de dozen met voorverpakte paardenentrecotes en -worsten. Dit is het decor van de productiehal van Chevideco, de paardenvleesverwerker uit Menen. Het kneusje van de vleesindustrie. Want de productie van Chevideco mag met zo’n 300 ton per week voor een leek indrukwekkend lijken, vergeleken met de duizenden tonnen rund- en varkensvlees die we jaarlijks achter de kiezen steken, is dat niks. Van de ruim 120 miljoen grootvee-eenheden die jaarlijks in Europa worden geproduceerd voor de vleesindustrie, neemt de paardensector amper 1,5 % voor zijn rekening. De Belgische vleesfederatie Fenavian heeft zelfs geen cijfers over de paardenvleessector. Zó onbeduidend dus.
“Dit is dan ook een zeer gevoelige sector,” zegt de behoedzame Olivier Kemseke (33). Hij is samen met zijn neef Philippe de derde generatie van het familiebedrijf Chevideco. Grootvader Georges Kemseke pionierde al met de import van paarden uit Canada. Onder de leiding van diens zonen Walter en Donald kende Chevideco een mooie groei. De groep telt vandaag 75 werknemers, die een omzet genereren van bijna 27 miljoen euro. Het bedrijf heeft productievestigingen in Kaufman (Texas) en Roemenië. Ook in Nieuw-Zeeland beschikken de West-Vlamingen over een exclusieve leverancier. “Door de minieme marges is een eigen productie onontbeerlijk,” zegt Olivier Kemseke.
België levert 80 % van wereldmarkt
“Het Amerikaanse paardenvlees is echt de Rolls-Royce,” aldus Kemseke. Maar in de VS woedt een polemiek over het slachten van paarden voor consumptie. “Ook in Europa moeten we ons verantwoorden, maar in de VS zijn we pas echte paria’s. Ook al stellen we er bijna vijftig mensen tewerk.” Hoe anders gaat het eraan toe in de Zwitserse restaurants, waar het malse en lichtzoete paardenvlees op bijna elke menukaart prijkt. “Ook in Italië weet men het vlees te waarderen.”
Met z’n vieren zijn ze, de paardenvleesverwerkers in België. Velda, Equinox en Multimeat zijn een maatje groter dan underdog Chevideco. “Samen hebben we zowat 80 % van de paardenvleesmarkt in handen,” schat Kemseke. Voor een goed begrip: de wereldmarkt. Een samenwerking of consolidatie op Belgisch niveau ziet hij echter niet snel gebeuren. Dus probeert elk bedrijf via innovatie marktaandeel in te pikken.
Een van die technieken is convenience. Olivier Kemseke heeft zich de jongste twee jaar toegelegd op het ontwikkelen van consumentenverpakkingen. Via de groep Colruyt is nu een proefperiode van start gegaan die veelbelovend lijkt. De voorverpakte – al dan niet gemarineerde – paardenentrecotes kregen een natuurgroene transparante verpakking, met een doordacht paardenlogootje.
Lieven Desmet
“De vier Belgische paardenvleesverwerkers hebben zowat 80 % van de wereldmarkt in handen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier