De parabel van de cobra
Tijdens de Britse overheersing in India heerste een cobraplaag. Heel wat mensen in de velden werden gebeten. Om de plaag in te dijken werden premies uitgedeeld aan iedereen die dode slangen bij het bestuur kwam inleveren. Dat beleid was op het eerste gezicht succesvol, tot bleek dat er steeds meer cobra’s werden binnengebracht. De oorzaak was eenvoudig: mensen gingen cobra’s kweken om de premies te kunnen opstrijken. Ze deden niets onwettelijks, want het was niet verboden cobra’s te kweken. Toch was het moreel niet verantwoord wat ze deden, want ze parasiteerden op de overheidsfinanciën en brachten het collectief in gevaar.
Het verhaal toont aan hoe mensen met beleid omgaan. Aan de ene kant heb je de jagers, die worden vergoed omdat ze iets voor de maatschappij doen. Aan de andere kant heb je de kwekers, die uit eigenbelang handelen. De nieuwsberichten van de afgelopen week hebben jammer genoeg aangetoond dat het cobraverhaal nog altijd actueel is.
Vooreerst was er de Europese Commissie die de Ierse regering ertoe aanmaande 13 miljard euro aan onterechte overheidssteun van Apple terug te vorderen. Het Ierse tarief van de vennootschapsbelasting is 12,5 procent. Hoewel dat al weinig is, heeft Ierland met Apple fiscale rulings afgesloten waardoor de belastingvoet voor het bedrijf slechts 0,0005 procent bedroeg. Volgens de Europese Commissie heeft Apple op die manier onterechte voordelen gekregen tegenover andere bedrijven. In een reactie liet Apple weten dat het niets onwettelijks heeft gedaan en voor heel wat werkgelegenheid heeft gezorgd. Oké, maar ook andere Ierse bedrijven kunnen dat zeggen, en die moeten wel 12,5 procent vennootschapsbelasting betalen.
Dezelfde week lekte uit dat Apple samen met 80 andere bedrijven uit Sillicon Valley een brief had geschreven aan de Nederlandse regering, waarin die werd aangemaand het tarief van de vennootschapsbelasting van 25 procent te herleiden tot 12,5 procent. In de brief werd ook gevraagd dat Nederland zijn fiscale rulings strikt geheim zou houden en die niet met andere belastingadministraties zou delen. Vorige week raakte ook nog bekend dat Caterpillar zijn vestiging in Gosselies sluit en 2200 mensen op straat zet, hoewel het overheidssubsidies en een notionele-intrestaftrek van naar verluidt 61 miljoen euro heeft gekregen.
Als reactie op die berichten schreeuwden opiniemakers en politici moord en brand. Het lijkt erop dat de eerste week van september de geschiedenis ingaat als de week van het collectieve fiscale besef. Plotseling leek iedereen te begrijpen dat multinationals alleen maar kunnen functioneren dankzij de goed opgeleide mensen van het gesubsidieerde overheidssysteem en dat ze alleen maar kunnen exporteren dankzij het netwerk van gesubsidieerde autosnelwegen, spoorwegen, havens en luchthavens. Het is logisch dat daar een faire bijdrage tegenover moet staan. Daarnaast kwamen politici tot de vaststelling dat we subsidies en fiscale voordeelregimes, zoals de notionele-intrestaftrek, toch maar beter kunnen koppelen aan investeringsvoorwaarden of aan werkgelegenheid.
Die inzichten komen geen minuut te vroeg. Dankzij de inspanningen van de Europese Commissie is het voor iedereen duidelijk dat het tijdperk van de gratuite fiscale gunstregimes verleden tijd is. En dat is maar goed ook. Bedrijven moeten dezelfde fiscale kansen krijgen, of ze groot of klein zijn. Vandaar dat we de voorstellen van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) voor de verlaging van de vennootschapsbelasting tot 20 procent, in ruil voor de schrapping van allerlei gunstregimes, enkel maar kunnen toejuichen.
Op zich getuigen de regeringsvoorstellen van een gezonde filosofie, maar tegelijk moeten we beseffen dat soortgelijke hervormingen ook in andere landen aan de gang zijn, en dat die fiscale limbodans zijn budgettaire limieten heeft. Europa doet er dan ook goed aan die fiscale concurrentie te controleren en te zorgen voor een gegarandeerde ondergrens, waardoor het tarief van de vennootschapsbelasting bijvoorbeeld op minimaal 15 procent wordt vastgesteld. Met de nakende brexit voor ogen is het ook raadzaam dat Europa die ondergrens als een cruciale voorwaarde inschrijft in zijn handelsakkoorden met derde landen, als garantie voor de toegang tot de interne markt. Misschien is er toch nog hoop.
De auteur is advocaat en hoogleraar fiscaal recht.
MICHEL MAUS
Het tijdperk van de gratuite fiscale gunstregimes is verleden tijd. En dat is maar goed ook.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier