De onaangekondigde kater op uw loonbrief
U kijkt met spanning uit naar de belastingbesparing op uw loonbrief eind deze maand? Dat kan een serieuze ontgoocheling worden, want de door Verhofstadt aangekondigde belastinghervormingen worden voor loontrekkers pas in 2006 verrekend. Daar hoorde u dan ook geen radiospots over.
De auteur is fiscaal jurist bij Kluwer Software en belastingconsulent.
Voor heel wat belastingbetalers zal de belastingfactuur er in de toekomst minder dramatisch uitzien. De belastinghervorming die met mondjesmaat sinds 2001 werd ingevoerd, is inmiddels op kruissnelheid. De spectaculairste maatregelen, vooral budgettair dan, gelden pas voor de inkomsten van 2004. Als we 2004 met 2003 vergelijken, dan is een belastingbesparing van enkele honderden tot zelfs duizenden euro reëel, zeker voor gehuwde belastingplichtigen.
Toch zult u dat niet noodzakelijk aan uw loonzakje merken. Blijkbaar houdt de overheid geen rekening met enkele belangrijke maatregelen voor de bepaling van de bedrijfsvoorheffing, die vanaf dit jaar wordt ingehouden. Dat staat in schril contrast met vorig jaar. Toen rekende de Staat de hervormingsmaatregelen wél meteen door in de bedrijfsvoorheffing en werd daaraan ook de nodige ruchtbaarheid gegeven via infospots in de media.
Niets daarvan dit jaar. De hervorming mag dan wel voor sommige belastingplichtigen een serieuze belastingbesparing betekenen in 2004, die besparing vertaalt zich niet direct in de bedrijfsvoorheffing. De druk van een sluitende begroting was blijkbaar te groot. Het belastingvoordeel zal bijgevolg pas worden toegekend bij de belastingafrekening; voor de meesten onder ons is dat het voorjaar van 2006.
Nuances bij het goede nieuws
Als we de impact van de belastinghervorming voor 2004 becijferen, ontdekken we de volgende grote lijnen.
Getrouwde belastingplichtigen realiseren een forse besparing.
Zijn ze gepensioneerd en genieten beide echtgenoten een pensioen, dan kan de belastingwinst wel eens oplopen tot meer dan 3000 euro in vergelijking met 2003.
Voor gehuwden met één gezinspensioen blijft de belastingbesparing in de meeste gevallen vrij beperkt.
Aan alleenstaanden en samenwonenden die beiden een inkomen genieten, gaat de hervorming grotendeels voorbij. Hun voordeel is bijna uitsluitend toe te schrijven aan de normale jaarlijkse indexering van de belastingschaal en van de andere fiscale bedragen.
Wettelijk samenwonenden met slechts één inkomen genieten wél een aanzienlijk voordeel. Waarom? Dat wordt duidelijk wanneer we de hervormingsmaatregelen voor 2004 overlopen (zie tabel: Hoeveel minder inkomstenbelasting betaalt u in 2004?).
Wat brengt 2004?
1. Nieuwe belastingschaal. Voor de inkomsten van dit jaar geldt een nieuwe belastingschaal (zie tabel: Nieuwe belastingschaal inkomsten 2004).
De tariefschijf van 40 % is verbreed. Vergeleken met 2003 resulteert dit – de jaarlijkse indexatie buiten beschouwing gelaten – in een belastingbesparing van 86 à 93 euro (afhankelijk van de gemeentebelasting) voor elke belastingplichtige met een belastbaar inkomen van ten minste 16.480 euro.
2. Decumulatie van inkomsten. Niet alleen beroepsinkomsten maar álle inkomsten worden vanaf 2004 bij gehuwden gescheiden belast. Huurinkomsten worden bijgevolg belast bij de eigenaar van die inkomsten en niet meer automatisch bij de echtgenoot met het hoogste beroepsinkomen. Huurinkomsten ondergaan zo mogelijk een lager belastingtarief. De decumulatie heeft bovendien tot gevolg dat heel wat fiscale maximumbedragen vanaf 2004 niet meer per gezin worden beoordeeld maar per belastingplichtige, en voor gehuwden eigenlijk dubbel tellen. Dat is zo voor de intresten van spaarboekjes, die voor maximaal 1520 euro worden vrijgesteld van belasting. Dat is ook het geval voor de forfaitaire aftrek waarmee het kadastraal inkomen van de eigen woning wordt verminderd. Zijn beide gehuwden eigenaar van hun woning, dan geniet iedere echtgenoot het volledige bedrag van de woningaftrek. Ook het maximumbedrag voor PWA- en dienstencheques dat in aanmerking komt voor belastingvermindering geldt nu per belastingplichtige en niet meer per gezin: voor iedere gehuwde 2200 euro.
3. Gelijke belastingvrijstelling. Vanaf dit jaar genieten gehuwden dezelfde belastingvrije som als alleenstaanden of samenwonenden. De belastingvrije som is het deel van het inkomen dat wordt vrijgesteld van belasting. Dat deel bedraagt nu 5660 euro, voor alle belastingplichtigen. Dat resulteert in een belastingbesparing voor elke gehuwde van 260 à 290 euro, afhankelijk van de gemeentebelasting. Dit verklaart (gedeeltelijk) de belastingbesparing uit voorbeelden 1, 2 en 3 van bovenstaande tabel.
4. Wettelijk samenwonende = gehuwde. Vanaf dit jaar worden samenwonenden die zich hebben laten registreren als wettelijk samenwonenden fiscaal gelijkgesteld met gehuwden. Dat betekent concreet dat wettelijk samenwonenden, naast een aantal andere voordelen, nu ook het voordeel van het huwelijksquotiënt kunnen genieten, als één van de samenwonenden geen of slechts een zeer laag beroepsinkomen geniet (zie tabel, voorbeeld 13). Het belastingtemperende effect van het huwelijksquotiënt kan oplopen tot meer dan 3000 euro. Samenwonenden die slechts één inkomen genieten, hebben er dus alle belang bij om zich te laten registreren als wettelijk samenwonenden op de burgerlijke stand van hun gemeente.
Maar het statuut van de wettelijk samenwonende is een tweesnijdend zwaard. Wettelijk samenwonenden kunnen ook nadeel ondervinden van de belastinghervorming. Dat is het geval wanneer ze, naast andere inkomsten, nog werkloosheidsuitkeringen of nieuwe brugpensioenen, ingegaan vanaf 2004, ontvangen (zie tabel, voorbeeld 14). Bovendien wordt de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid – een belangrijke parafiscale heffing – vanaf 2004 bij wettelijk samenwonenden berekend op basis van hun gezamenlijke inkomen en niet langer op hun individuele inkomen. De verschuldigde bijdrage kan daardoor oplopen met enkele honderden euro. Een (administratief vrij eenvoudige) schrapping van de wettelijke samenwoning, waardoor de samenwonenden opnieuw ‘feitelijke samenwoners’ worden, kan in dat geval de fiscale en parafiscale last verlichten.
5. Decumulatie belastingvermindering. Uit het voorbeeld 2 van bovenstaande tabel blijkt duidelijk dat gehuwden die beiden een pensioen genieten de grote winnaars zijn van de belastinghervorming. Dat komt door de individuele toekenning en berekening van de belastingvermindering op hun pensioenen. Beide pensioenen genieten vanaf 2004 een eigen belastingvermindering (decumulatie).
Tot 2003 werd die vermindering nog collectief (lees: nadeliger) toegekend aan gehuwden. Bovendien zal het inkomen van de ene echtgenoot vanaf 2004 niet meer de belastingvermindering op het pensioen van de andere beperken.
Hoewel het belastingverschil tussen 2004 en 2003 enorm is, kunnen we niet zeggen dat gehuwden bevoordeeld worden. Eigenlijk krijgen ze vanaf 2004 gewoon dezelfde behandeling als samenwonenden en wordt een aloude discriminatie van gehuwden tenietgedaan. Vergelijk voorbeeld 2 met voorbeelden 8 en 12 uit de tabel.
Voor gehuwden met slechts één gezinspensioen is de belastinghervorming niet zo royaal (zie voorbeeld 4). Zij genieten slechts één belastingvermindering op hun gezinspensioen.
Het grote verschil in belastingdruk tussen één gezinspensioen of twee individuele pensioenen leidt tot eigenaardige situaties. Zo is het mogelijk dat getrouwde gepensioneerden toch beter kiezen voor twee individuele pensioenen die weliswaar bruto lager zijn dan hun gezinspensioen, maar waarvan ze netto na belasting meer overhouden. Iets wat vóór de hervorming ondenkbaar was.
Die problematiek doemt op voor gehuwden die als werknemer of als zelfstandige pensioenrechten hebben opgebouwd en van wie één echtgenoot slechts recht heeft op een zeer laag pensioen, wegens een korte beroepsloopbaan of deeltijds werk. De Rijksdienst voor Pensioenen ( RVP) heeft in opdracht van minister Frank Vandenbroucke ( SP.A) de betrokken gepensioneerden met een gezinspensioen aangeschreven. Zij kunnen een raming van de belasting op hun pensioen voor 2004 aanvragen, zodat ze in staat zijn de juiste pensioenkeuze te maken. Blijkt dit de keuze voor de individuele pensioenen te zijn, dan kunnen de betrokken gepensioneerden verzaken aan hun gezinspensioen en zal de RVP met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2004 de individuele pensioenen uitkeren. Uiterlijk tegen eind april 2004 zou die operatie afgerond moeten zijn.
De ‘decumulatie belastingvermindering’ wordt niet doorgetrokken naar álle vervangingsinkomsten. Voor gehuwden met werkloosheidsuitkeringen en nieuwe brugpensioenen blijft alles bij het oude. Nieuwe brugpensioenen zijn brugpensioenen die ingaan vanaf 2004. Aan de nieuwe bruggepensioneerden blijft de belastingvermindering dus collectief toegekend; ze worden met andere woorden uitgesloten van het grootste voordeel van de belastinghervorming. Zo lopen zij jaarlijks tussen de 1000 à 1500 euro mis.
6. Belastingkrediet meer dan verdubbeld. Voor de volledigheid melden we nog dat het bedrag van het belastingkrediet dat belastingplichtigen met lage activiteitsinkomsten genieten (dit zijn inkomsten uit arbeid tussen 5300 euro en 13.250 euro) verhoogt van 260 euro tot 540 euro. Het belastingkrediet is een fiscaal cadeau, een aanvulling van het netto-inkomen. Voor de bezoldiging van de meewerkende echtgenoot blijft het belastingkrediet evenwel beperkt tot maximaal 240 euro.
Bedrijfsvoorheffing kan averechts werken
De bedrijfsvoorheffing die de werkgever van het loon van zijn werknemer afhoudt, kan worden beschouwd als een voorschot op de uiteindelijk verschuldigde belasting. U mag dan ook verwachten dat de bedrijfsvoorheffing rekening houdt met de wettelijke regels die deze belasting bepalen. En met de principes van de belastinghervorming. Maar de nieuwe schalen van bedrijfsvoorheffing, die op 23 december 2003 in het Staatsblad werden gepubliceerd, houden geen rekening met sommige belangrijke maatregelen uit de belastinghervorming. Zo wordt de verhoging van de belastingvrije som voor gehuwden niet doorgerekend in de bedrijfsvoorheffing.
De jaarlijkse indexering van het belastingbarema en van de overige fiscale bedragen werd wel verrekend in de bedrijfsvoorheffing, maar dat voordeel wordt dan weer gedeeltelijk tenietgedaan door de verhoging van de gemeentelijke opcentiemen van 6,7 % naar 7 %. De nettowinst blijft zo beperkt tot pakweg enkele euro’s per maand. Uitstel betekent echter geen afstel. Het teveel aan bedrijfsvoorheffing dat nu wordt ingehouden, wordt uiteindelijk toch terugbetaald, ergens in 2006. Maar dat zijn dan weer zorgen voor een andere begroting…
Een hervormingsmaatregel die wél in de bedrijfsvoorheffing werd geïntegreerd, is de gelijkschakeling van wettelijk samenwonenden met gehuwden. Dat is goed nieuws voor de weliswaar nog kleine groep van wettelijk samenwonenden met één beroepsinkomen. Zo betaalt de wettelijk samenwonende met een bezoldiging van 50.000 euro (zie voorbeeld 13 uit de tabel) maandelijks maar liefst 268 euro minder bedrijfsvoorheffing.
Voor andere belastingplichtigen daarentegen krijgen we bizarre resultaten. Neem het eerste voorbeeld uit de tabel. Gehuwden met een bezoldiging van respectievelijk 50.000 en 20.000 euro realiseren in 2004 een belastingbesparing van 863 euro; dat is maandelijks 72 euro minder belasting. Toch betalen ze gezamenlijk nauwelijks 13 euro per maand minder bedrijfsvoorheffing.
Bekijken we ten slotte het voorbeeld 11 uit de tabel. Hoewel de wettelijk samenwonenden in dit voorbeeld 29 euro per maand minder belasting moeten betalen (349 euro gedeeld door twaalf maanden), zijn ze vanaf 2004 maar liefst 31 euro per maand meer bedrijfsvoorheffing verschuldigd! Of hoe bedrijfsvoorheffing en belasting niet noodzakelijk hand in hand gaan.
Jef Wellens
Het belastingvoordeel zal pas worden toegekend bij de belastingafrekening; voor de meesten van ons is dat het voorjaar van 2006.
De hervorming betekent voor sommige belastingplichtigen een serieuze belastingbesparing. Maar die leidt niet direct tot een lagere bedrijfsvoorheffing.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier