‘De markt doet het niet meer’

Luc Huysmans senior writer bij Trends

“We zijn toch geen steenezels? De sociaaleconomische realiteit zal ons toch dwingen de juiste dingen te doen. Maar ondertussen verliezen we kostbare jaren.” Frank Coenen gelooft rotsvast in offshorewindenergie.

” Er moet opnieuw aan beleid worden gedaan.” Het is een eenvoudige vaststelling, geponeerd in een breed uitwaaierend gesprek over de energiemarkt. Frank Coenen is de topman van InControl, dat betrokken was bij de bouw van elf zeewindmolenparken, waaronder Belwind en Northwind voor de Belgische kust. Samen zijn die goed voor 1040 MW, de capaciteit van een stevige kerncentrale. “Sinds de energiemarkt vrijgemaakt is, wordt er geen beleid meer gevoerd. De beleidsinstrumenten van toen zijn weg, maar ze zijn niet vervangen. Politici trachten nu te leren hoe de nieuwe energiemarkt in elkaar zit, maar die is veel complexer dan vroeger.”

Al is hij niet ontevreden over de weg die is afgelegd. “Er is veel kritiek op de groenestroomcertificaten, maar die hebben wel voor een stabiele omgeving gezorgd. Daardoor is de offshorewindsector geëvolueerd van iets exotisch naar een professionele marktspeler.”

“De eeuwige vraag is: hoeveel kost het om één kilowattuur te produceren met technologie X of Y? En dan worden oude kernreactoren vergeleken met nieuwe gascentrales of windenergie. Europa probeert nu alle technologieën naast elkaar te zetten, en een leveled cost of energy te berekenen: welke subsidies worden gegeven, maar met inbegrip van de vrijstelling van accijnzen voor diesel, of de subsidies voor kolen. Want er gaat nog altijd heel veel steun naar klassieke technologieën. Een recente studie, gemaakt door Ecofys in opdracht van de Europese Commissie met cijfers over 2012, spreekt over 10 miljard euro per jaar voor kolen, 5 voor gas, 7 voor nucleair…”

Maar er gaat ook 15 miljard naar zonne-energie, 10 naar onshorewind, en 2 naar offshorewind. Komt hernieuwbare energie er uiteindelijk als goedkoopste uit?

FRANK COENEN. “Dat verwacht ik. Zeker als Europa de volgende stap doet, en berekent wat de social cost of energy is: hoeveel mensen worden ziek door de uitstoot, welke ziekenfondsbijdragen vergt dat, hoeveel vervuiling wordt geproduceerd, en wat kost de verwerking daarvan, wat laten we na voor de volgende generaties,… Want laat ons eerlijk zijn: als Doel en Tihange ooit worden gesloten, moet er over een flink deel van de reactor een sarcofaag komen. Terwijl we onze windmolens gewoon kunnen losvijzen en het staal naar de smelterij brengen.

“Want wat is nu het probleem? Te pas en te onpas wordt de kostprijs van groenestroomcertificaten opgeteld, en vermenigvuldigd met 20 jaar. Maar dat is te eenvoudig. Want die kostprijs wordt niet vergeleken met die van andere technologieën, vandaag en morgen. De echte vraag is dus: is het resultaat van die optelsom veel, of juist weinig?”

Een manier om de vervuiling in kaart te brengen zijn CO2-emissiecertificaten. Maar die markt ligt op apegapen, al probeert Europa ze weer leven in te blazen. Is dat een oplossing?

COENEN. “Waarom niet? Voor zover de rechten niet gratis worden weggegeven — wat te veel gebeurde — en ze, door gelijke behandeling, tegelijk de industrie en het marktmechanisme niet kapotmaken, is dat een goed systeem. Het alternatief is dat de maatschappij later moet betalen om die vervuiling ongedaan te maken. Al heb ik geen probleem met ondersteuning van de energie-intensieve industrie: dat gebeurde vroeger ook.”

Wat vroeger niet bestond, is het gevaar op een brown-out, een gecontroleerd afschakelen van delen van het net.

COENEN. “Voor de liberalisering, toen ons elektriciteitssysteem meer centraal werd aangestuurd, werd de volledige productiecapaciteit als één geheel bekeken en werd er een stuk reservecapaciteit ingebouwd.

“De strategische reserve (centrales die anders uit dienst worden genomen, krijgen subsidie om stand-by te blijven, nvdr) is eigenlijk een terugkeer naar vroeger. Capaciteitsvergoedingen zijn dat ook, maar die zijn een beter alternatief, omdat je daarmee ook nieuwe technologie kan ondersteunen.

“In de huidige energiemarkt heeft elke technologie nood aan steunmechanismes. Kijk naar de recente ondersteuningen die worden opgezet voor de gascentrales, en voor de kernreactoren in wederopstartingsfase. Een capaciteitsvergoeding kan bijdragen tot het evenwicht op het elektriciteitsnet, door rekening te houden met de eigenheden van elke technologie in de energiemix.”

Wind en zon leveren alleen energie wanneer het waait of de zon schijnt. Dat maakt het moeilijker om het net in evenwicht te houden.

COENEN. “Wind draagt juist bij tot het evenwicht. Bij netbeheer draait het om voorspelbaarheid. We wéten wanneer het zal waaien, met een kleine afwijking. Gespecialiseerde meteorologen kunnen dat berekenen. En die veiligheidsmarge stelt niets voor in vergelijking met de problemen als een van de klassieke centrales uitvalt. Die zijn daardoor juist minder voorspelbaar. Met Northwind en Belwind fase 1 hebben we 127 turbines. Als er daarvan één of twee uitvallen, verlies je 3 of 6 megawatt (MW) productiecapaciteit. Valt er in een gascentrale een turbine uit, kan je plots 200 of 400 MW kwijt zijn. Dat komt regelmatig voor, alleen heeft het nog bijna nooit voor problemen gezorgd.

“Bovendien is het voor het evenwicht vooral belangrijk dat Elia kan bijschakelen. Onze turbines zijn daarvoor uitermate geschikt, want zij passen zich binnen een paar seconden aan. Dat kunnen de Belgische kerncentrales niet.

“Wind wordt een professionele operator op de markt. Wat je nodig hebt, is een net met een geheel van productiecentrales die kunnen voldoen aan de vraag van de markt. De mix is lang geweest: nucleair en gas. Ons productiepark is in belangrijke mate verouderd, dus staan we opnieuw voor de keuze. Deze keuzes moeten doordacht gemaakt worden, want als je een technologie kiest, hang je er voor dertig of veertig jaar aan vast.”

Dat was het verleden. Iedereen gaat ervan uit dat we in de toekomst meer en meer naar decentrale productie gaan. Hoe past offshorewind in dat plaatje?

COENEN. “Decentrale productie heeft technische consequenties; het net moet bijvoorbeeld slimmer worden. Hoe ga je daarmee om? Zonnepanelen worden weldra gelegd zonder subsidie. In plaats van die te belasten voor de injectie van stroom op het net, zou de logische oplossing zijn mensen aan te moedigen die energie zo veel mogelijk zelf te gebruiken: isoleren, warmteboilers, en de volgende stap is opslag in batterijen.

“Offshorewindcentrales zijn professionele installaties, met technische eigenheden die verdomd handig zijn voor de goede werking van de markt. Bovendien worden ze almaar goedkoper: wat we krijgen per megawatt, wordt niet geïndexeerd. Dat haalt ons opwaartse winstpotentieel onderuit, en betekent dus meer risico. Ik kan mijn investeerders alleen gelukkig houden door het perspectief van twintig jaar inkomsten.”

Tegelijk vermindert hernieuwbare energie de gemiddelde marktprijs van elektriciteit.

COENEN. “Het fameuze windkannibalisme! Als er veel windproductie is, daalt de marktprijs naar nul. Dat is niet slecht voor de consument, maar voor de energieproducenten is dat een grote zorg. Zeker in Duitsland, waar veel meer hernieuwbare energie is. We weten dus wat op ons afkomt, maar niemand heeft een visie. Je moet naar de markt kijken als een geheel, en op een termijn van dertig tot veertig jaar. De liberalisering is vandaag niet efficiënt georganiseerd.

“We moeten een systeem uitbouwen dat het beste is voor de consument, niet één op maat van de grote energiebedrijven. Er moet aan beleid worden gedaan. Ik denk niet dat veel landbouwers destijds enthousiast waren over de mestactieplannen, maar dat is de essentie van beleid: je doet als maatschappij iets dat de belangen van boeren en milieu overkoepelt.”

Het ideale scenario is dat hernieuwbare energie kan worden opgeslagen. Wat vindt u van het plan voor een energie-atol op zee?

COENEN. “Voor de duidelijkheid: dat atol staat los van offshorewind. Maar zo’n installatie kan heel veel elektriciteit produceren in zeer korte tijd, vergelijkbaar met het stuwmeer van Coo. Een netwerk heeft dat soort installaties nodig, al moet je elk project ook beoordelen op zijn prijs. Opslag wordt het sluitstuk van het energiebeheer. De vraag is hoe we dat organiseren.

“Tot nu toe wordt vooral gesproken over productie, transport, import en opslag, maar zelden worden die zaken in hun geheel bekeken. Daarbovenop ontbreekt er nog een belangrijke factor: waarom richt ons beleid zich niet meer op afnamebeheer? Het is amper mogelijk om onze arbeidsregelgeving flexibeler te maken. Daardoor is het onbetaalbaar om energieverslindende industrietakken meer ‘s nachts te laten draaien, of distributeurs dan hun goederen te laten leveren.

“Die weigering om beleidsaanpassingen te doen, heeft de maakindustrie weggejaagd. We wisten twintig jaar geleden al dat Ford Genk kon verdwijnen. Al wat we moesten doen, was zorgen dat we goedkoper en productiever bleven. Dat hebben ‘we’ niet gewild, en dus is Ford weg. Ik geloof echt dat de sociaaleconomische realiteit ons zal dwingen de juiste dingen te doen. We zijn toch geen steenezels? Maar ondertussen verliezen we veel kostbare jaren.

“De consumptie aanpassen is niet zo moeilijk. Vroeger lieten we de lichten op de snelwegen branden om de energie van de kerncentrales kwijt te kunnen. Opslag is belangrijk, maar slechts één deel van de puzzel. Het gaat ook over productiecapaciteit, de juiste technologie en het verbruik. Alleen is niemand bezig met alle factoren samen te brengen. Minister van Energie Marie-Christine Marghem doet wat vandaag moet worden gedaan, maar we moeten ook verder durven te kijken.”

Marghem wil ook nieuwe investeringen aantrekken.

COENEN. “Die hebben we nodig. Maar als we nieuwe investeringen willen aantrekken, moeten we er nu werk van maken, en een duidelijk kader creëren met inhoud voor de investeerder, maar met toekomst voor de eindgebruiker, voor een periode van veertig jaar. Als we wachten op een markt die we zelf kapot hebben gemaakt, zal het niet gebeuren. De markt doet het niet meer.

“De groenestroomcertificaten hebben er wel voor gezorgd dat er 2900 megawatt aan windturbines wordt gebouwd. Maar dat is niet genoeg. Zeker niet als de elektrische wagen doorbreekt.”

Luc Huysmans

“In de huidige energiemarkt heeft elke technologie nood aan steunmechanismes”

“Minister van Energie Marghem doet wat vandaag moet worden gedaan, maar we moeten ook verder durven te kijken”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content