Een stroompanne is een ramp voor de samenleving en het bedrijfsleven. Het energiebureau Vanparijs-Maes speelt handig in op dit dure energierisico. Hun systemen moeten garanderen dat het licht blijft branden, ook als het net uitvalt.
Stel, u bent een chirurg die naarstig het mes in een of ander lichaamsdeel zet, of erger nog, u bent de patiënt die op de operatietafel ligt, en de elektriciteit valt uit. Of u bent een luchtverkeersleider die een 747 naar beneden gidst, en floep, uw scherm valt weg. Of u bent een valutahandelaar die in de marktenzaal van de bank net een winstgevende positie op oliefutures wil afsluiten, en daar gaat de elektriciteit, en daar gaat ook uw winst.
Om maar te zeggen dat voor een aantal vitale functies van banken, luchthavens of ziekenhuizen een stroomonderbreking uit den boze is, want de kostprijs van een panne kan bijzonder hoog oplopen. De economische schade van een algemene black-out is al helemaal niet te overzien, terwijl het risico dat het elektriciteitsnet vroeg of laat helemaal uitvalt de jongste jaren alleen maar toegenomen is (zie ook kader: Wanneer gaat het licht uit?).
Ravage in computersystemen
“Wij bieden een oplossing voor de stijgende vraag naar stroomzekerheid,” zegt Jo Vanparijs, topman en partner van Vanparijs-Maes, een studiebureau in energie en elektriciteit, dat van het leveren van UPS-systemen – UPS staat, vertaald, voor ononderbroken stroomvoorziening – zijn kernactiviteit heeft gemaakt. Dergelijke systemen vangen zowel heel korte pannes op, die niet langer duren dan het knipperen met de ogen maar niettemin een ravage kunnen aanrichten in computersystemen, als langere periodes van stroomuitval. Dan springen batterijen of een dieselgenerator in en dat geeft bedrijven de tijd om hun productieproces op een ordentelijke manier af te sluiten. Dat maakt de heropstart veel makkelijker en goedkoper dan bij een plotse stroomuitval. De grootste concurrent van dergelijke UPS-systemen zijn trouwens de verzekeringsmaatschappijen. Want een verzekering tegen een stroomuitval kan misschien goedkoper uitvallen dan de installatie van een UPS-systeem.
Daarnaast licht Vanparijs-Maes ook de energiehuishouding van bedrijven door, ontwerpt het cybercenters en bouwt het, vooral in de groene stroommarkt, kleinschalige energiecentrales. “We doen zowel het voorbereidende studiewerk, de levering en installatie, als de exploitatie en het onderhoud van de systemen. Die combinatie, dat is onze kracht. En op onze schaal zijn we vrij uniek,” zegt Jo Vanparijs.
Om de nodige expertise in huis te halen, kan het bedrijf ook terugvallen op nauwe banden met het elektrotechnische instituut van professor Ronnie Belmans ( KU Leuven), die ook voorzitter is van de raad van bestuur van Elia, de beheerder van het Belgische hoogspanningsnet. Nogal wat werknemers van Vanparijs-Maes zijn oud-student van professor Belmans. Voor bepaalde taken huurt Vanparijs-Maes de universiteit in en vice versa. “Maar als hier morgen een ander bedrijf binnenstapt, bieden wij hen op gelijke voet onze diensten aan. Is er een vraag van de markt, dan helpen we mee,” zegt Ronnie Belmans.
Indrukwekkende lijst referenties
Vanparijs-Maes viert dit jaar zijn tiende verjaardag en kan al een indrukwekkende lijst referenties voorleggen. Fortis, KBC, de Nationale Bank van België, de VRT, Belgacom, BP, Interbrew, Janssen Pharmaceutica, Biac, Aéroports de Paris of AZ VUB, ze rekenen allemaal op Vanparijs-Maes voor hun stroomzekerheid. Het bedrijf boekte de voorbije twaalf maanden voor 10 miljoen euro orders. “Die omzet kan elk jaar met een beheersbare 20 % groeien,” zegt Jo Vanparijs. “We hebben daarbij altijd een beetje winst gemaakt en die steeds geherinvesteerd in het bedrijf. De kosten stegen gestaag, maar de omzet is meegegroeid.”
Vanparijs-Maes wist ook zijn graantje mee te pikken van de ICT-gekte van een paar jaar geleden. “We waren marktleider in de bouw van cybercenters – zalen vol computers die én stroom vreten én continu gekoeld moeten worden. We hebben in deze branche ook onze eerste internationale stappen gezet door in Frankrijk en Spanje een cybercenter te bouwen,” zegt Jo Vanparijs. “Na de crash van de ICT-markt zijn we gespaard gebleven van onbetaalde facturen. We hebben ons personeelsbestand toen ook niet afgebouwd, ook al kostte dat geld. Maar nu hebben we onze niche gevonden: decentrale en ononderbroken energievoorziening.”
De vraag voor deze systemen kan verder groeien als energieleveranciers zoals Electrabel, Luminus, Nuon of Essent hun klanten een energiegarantie gaan aanbieden als extra dienstverlening, ook als het net uitvalt. “We praten al met Electricité de France (EdF) over het leveren en het garanderen van ononderbroken stroom aan hun klanten,” zegt Jo Vanparijs.
Het energiebedrijf heeft intussen een bruggenhoofd in Parijs opgericht om de Franse markt te bespelen, terwijl er ook in Zwitserland al een paar projecten lopen. Zwitserland vormt met al zijn banken en koopkrachtige klanten trouwens een gedroomde markt voor het bedrijf. Bij Vanparijs-Maes werken intussen een dertigtal mensen en dat zijn, moet het gezegd, vooral elektrotechnische ingenieurs.
Stroom voor de verkeersgeleiding
Op de Franse luchthaven Charles de Gaulle bouwt Vanparijs momenteel een centrale met een vermogen van 8 megawatt (MW) die de stroom voor de verkeersgeleiding moet garanderen. Het risico dat de stroom alsnog uitvalt, is daarbij ook door Vanparijs-Maes te dragen. Want gaat het licht uit, dan moet het bedrijf een boete betalen.
“Er is over die boetes zwaar onderhandeld. Laat me zeggen dat als de stroom twee keer per jaar uitvalt, ook al is het maar voor heel even, dat we dan niks verdienen aan dit project,” zegt Jo Vanparijs. “Maar het risico dat we op ons nemen, is beheersbaar omdat we een voldoende grote portefeuille van dergelijke installaties hebben, en ook omdat we zelf instaan voor de exploitatie van de totale installatie. “
In de omgeving van Parijs bouwt Vanparijs-Maes samen met een Franse partner een cybercenter dat back-upsystemen wil aanbieden aan industriële en financiële instellingen – in het geval er bijvoorbeeld een vliegtuig crasht op de computerzaal van het hoofdkantoor. Jo Vanparijs: “Dat cybercenter zit dus verstopt onder de grond en mag ook niet van buitenaf zichtbaar zijn. Op die 20.000 vierkante meter moeten we een vermogen van 20 MW zonder onderbreking kunnen leveren en moeten we ook een equivalent van 25 MW warmte zien kwijt te geraken. We kunnen dus geen grote schoorsteen plaatsen. We bekijken nu hoe we de energie voor die computers kunnen opwekken en hoe we de warmte kunnen afvoeren. Zo’n project kunnen we met twee mensen aan – ook omdat we het al een aantal keer gedaan hebben.”
Het gebeurt ook wel eens dat Vanparijs-Maes een eigen kleinschalige centrale bouwt als het bedrijf op een opportuniteit botst tijdens de doorlichting van de energiehuishouding van een bedrijf. Jo Vanparijs: “Projecten rond groene energie, vooral biogasinstallaties dan, zijn economisch zeer interessant. Zo ontwikkelden we een vijftal biogas- installaties tot 3 MW – waar we zelf en met financiële partners voor de investering instaan. De uitbating van grotere cogeneratiecentrales daarentegen is niet ons metier. Wel adviseren we klanten technisch en economisch in hun zoektocht naar het juiste concept én de meest geschikte energieleverancier. Maar omdat er nogal wat investeerders geïnteresseerd zijn in groene stroomprojecten, stellen we geregeld investeringsdossiers voor hen samen. Zo hebben we bijvoorbeeld wel studiewerk gedaan voor de warmtekrachtcentrale die Essent bouwt op de site van Ineos én waren we betrokken bij de ontwikkeling van het WKK-project van Nuon op de site van BRC.”
Daan Killemaes
Nabij Parijs bouwt Vanparijs-Maes een cybercenter dat back-upsystemen aanbiedt aan financiële instellingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier