De mannen die het licht doen branden
De verlichtingsfabrikant Delta Light investeert 20 miljoen euro in de uitbreiding van zijn fabriek in Wevelgem. 25 jaar na de oprichting geeft Paul Ameloot de fakkel door aan zijn twee zonen. Hij blijft aan boord om aan productontwikkeling te doen, zijn dada.
In het kantoor van Paul Ameloot (65) hangt een Panamarenko met een soort fictief opstijgende vliegende schotel. “Gekocht toen de kunstenaar nog niet zo hot was”, zegt Ameloot bijna verontschuldigend. Het kunstwerk staat symbool voor de aankondiging van Delta Light: een uitbreiding van 20 miljoen euro.
Op de terreinen van Delta Light in de industriezone van Wevelgem ging een oude loods tegen de vlakte. De bestaande black box met mathematische glaspartijen en wit interieur krijgt een verlengstuk van 5500 vierkante meter oppervlakte en 26 meter hoogbouw. Een nieuw baken in het landschap, deels voor bijkomende productiecapaciteit, deels voor logistieke afhandeling en dus betere efficiëntie.
“De productie gebeurt zo veel mogelijk geautomatiseerd”, zegt Ameloot. “We kunnen niet anders, gezien de Vlaamse loonkosten. Maar er is meer. De extra ruimte hebben we nodig voor het inhouse ontwikkelingsproces dat sinds de introductie van led veel intenser en complexer werd en nieuwe eisen stelt aan de productie. Vergeet niet dat alles hier intern gebeurt: van de eerste prototypes tot de testen in ons internationaal erkende labo.”
Van mechanica naar elektronica
Als fabrikant van architecturale designverlichting is Delta Light de marktleider in België. Het exporteert ook naar 120 landen, goed voor 70 procent van de omzet. In België tekent het voor 62 miljoen euro omzet met 250 medewerkers. In de achttien buitenlandse filialen werken nog eens 350 mensen. Niet slecht voor een bedrijf dat in 1989 begon met zijn tweeën: Paul Ameloot, bijgestaan door zijn vrouw.
“Dit bedrijf heeft, zoals elk bedrijf, een eigen cultuur. Het is soms moeilijk te definiëren wat er zo typisch aan is. Wat ik wel weet, is dat het voor afgestudeerde designers soms jaren duurt voor ze die cultuur vatten. Alles draait hier rond de creatie van nieuwe producten. (met een lichte zucht) In de hoop dat ze ook aanslaan en verkocht raken. Bij ons mogen er van vandaag op morgen vijf designers beginnen, als ze zich maar snel kunnen inpassen in het DNA van ons bedrijf. En dat DNA is simpel: focus op innovatie.”
De onderneming is verankerd in de buurt van Kortrijk. In de loop der jaren evolueerde ze van een eenvoudig mechanicabedrijf naar een elektronicabedrijf waar alles in huis gemaakt wordt. Tot de ledlampen toe. “Bijna alles gebeurt nog hier in Vlaanderen”, zegt Ameloot. “We zijn daar trots op, ook al kent de overheid ons amper.”
Als Ameloot door zijn fabriek loopt, is dat met forse tred en bij elke stap met een hoofd vol ideeën. “Het wordt soms onderschat hoe intensief het stappenplan is naar een nieuw en innovatief product. Het begint allemaal bij ons team van een dertigtal ingenieurs en designers die elk jaar zorgen voor 300 nieuwe producten.”
“Een goed idee kan evengoed tot stand komen op een velleke papier als op een bierkaartje. Zo heb ik er zelf ontelbaar veel getekend. Toch halen veel ideeën weliswaar de tekentafel, maar overleven ze niet de laatste etappe, de finale test van de productie. Zeg maar dat de helft nog een onvoldoende krijgt. Als er geen bewezen meerwaarde is, hoeft het niet. Een vijs zien of een vijs niet zien, kan soms het verschil maken of een product al dan niet op de markt komt.”
Samenwerking is noodzakelijk
“We hebben altijd baat gehad bij een open cultuur van samenwerking. Ik ben ervan overtuigd dat samenwerking de enige juiste manier is om in Vlaanderen een creatieve maakindustrie in stand te houden. Geen enkel bedrijf kan of mag zichzelf de pretentie toe-eigenen dat het in elke fase van het productieproces het beste of het meest performante is. Daarom werken we graag samen met hogescholen of met toeleveranciers. Ze leveren niet alleen toe, ze denken ook mee. Ook bij hen is kennis aanwezig die nuttig en bruikbaar is voor ons. We hebben berekend dat we ook goed zijn voor 200 indirecte jobs in de regio.”
Delta Light is geen sant in eigen land. “Geen enkele designinstelling in Vlaanderen is hier al langs geweest om mee te denken of na te gaan wat ze konden doen voor ons. Soms heb ik het gevoel dat die organisaties liefst producten verzamelen van designers die ze zélf graag zien, die tentoonstellen om dan een receptie te organiseren. Maar voorts gebeurt er niets. Een betere samenwerking tussen al die designorganisaties lijkt me een minimum minimorum.”
“En wat te denken van designbeurzen die in Vlaanderen vooral, zo niet uitsluitend, het label made in Italy in de kijker plaatsen? Als Vlaanderen zijn roeping als creatieve maakregio wil waarmaken, moet nog een lange weg afgelegd worden. Laat ons meer investeren in onderwijs waar van jongs af aan geleerd wordt wat productontwikkeling en design kan betekenen. Laat de industrie en de hogescholen ook beter samenwerken, nu wordt te veel gepraat. Waarom bestaat er geen designcampus ergens in Vlaanderen?”
Een ongenaakbare bruid
Of zijn bedrijf niet bovenaan in de lade ligt van private-equityspelers? “Of we opgevrijd worden? Wat denk je? Maar we luisteren zelfs niet naar die sirenenzangen. Want zeg eens, stel dat je toehapt, wat moet je dan? En bovendien, wat kennen zij in hemelsnaam van dit vak? Niets toch. Mijn zonen wel, dat hebben ze al bewezen, ze draaien al twaalf en vijftien jaar mee.”
Delta Light blijft een onafhankelijk familiebedrijf, want Ameloot heeft de bedrijfsleiding formeel aan zijn zonen Peter en Jan overgedragen. Niet zomaar, wel na een voorbeeldig voorbereidingsproces met advies van professionele derden. “We hebben er drie jaar aan gewerkt met de hulp van fiscalisten”, zegt Paul Ameloot. “Ik onthoud dat het in Vlaanderen zelfs niet eenvoudig is om je bedrijf door te schuiven aan je kinderen.”
Ook op andere terreinen is de Vlaamse logica soms ver zoek. “Waarom moet industriegrond in Limburg 25 euro per vierkante meter kosten, terwijl hij in deze andere uithoek van Vlaanderen vier keer zoveel moet kosten?” Peter Ameloot treedt hem bij. “Want elke investeerder weet toch dat elke euro die je te veel geeft aan grond, een euro is die je niet meer in innovatie kan investeren, en dat is jammer.”
Wie 65 wordt, denkt na over zijn pensioen. Niet Paul Ameloot. Hij zal zich nu helemaal toeleggen op zijn dada: technologische innovatie. In zijn ogen staat de trein van de vernieuwing nooit stil. Hij weet dat draadloze armaturen niet meer ver weg zijn. Zoals hij ook opnieuw zoekt naar andere vormgeving. Hij is trots op zijn levenswerk. Bij het afscheid fluistert hij ons nog zijn laatste boodschap toe. “Weet je, anderen praten erover, wij doen het liever. Het is ons lang leven. We kunnen niet anders als we de welvaart hier in stand willen houden.”
KAREL CAMBIEN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier