De luis in de pels van Big Pharma
Yusuf Hamied strijdt tegen de patentbescherming op geneesmiddelen. De topman van het Indiase farmaconcern Cipla is daardoor een dikke luis in de pels van de farmasector.
Patenten zijn een vehikel uit het verleden. Ze dienen de patiënten niet altijd”, zegt Yusuf Hamied. De 75-jarige charismatische zakenman heeft in India eenzelfde aureool als dokter Paul Janssen in België. Hij leidt Cipla, de grootste onafhankelijke farmaspeler in India, die nu ook resoluut op Europa mikt. De gevestigde namen uit de farmawereld kijken met argusogen toe. De uit een Indiase vader en een Litouwse moeder geboren Hamied stuurde al tien jaar geleden goedkope aidsremmers — tegen 1 dollar per dag, een fractie van wat de multinationals vroegen — naar Afrika. Hij verwierf daarmee naam en faam als zakenman met een geweten.
TRENDS. Cipla treedt pas nu met uitgesproken ambities de Europese markt tegemoet. Rijkelijk laat?
YUSUF HAMIED. “Het is altijd mijn diepste overtuiging geweest dat Cipla eerst een stevige basis moest hebben in zijn thuismarkt India. Dat is gelukt. Onze strategie in India was dubbel. Enerzijds een actieve speler worden in de markt van de grondstoffen voor geneesmiddelen, anderzijds de rechten verwerven voor de distributie van medicijnen die anderen maken. Vandaag is Cipla in India incontournable met een dertigtal eigen fabrieken voor grondstoffen en afgewerkte farmaproducten.
“Voor de verkoop van geneesmiddelen lagen de zaken minder eenvoudig. Tot in 1972 kregen de multinationals in India volledige bescherming voor de verkoop van hun producten. De facto was 80 procent van de markt in handen van de grote buitenlandse reuzen. In 1972, het jaar waarin mijn vader overleed, leek alles te veranderen dankzij een wet die de patentbescherming ophief in het voordeel van de Indiase spelers. Cipla tekende toen voor 300.000 dollar omzet. Nu klokken we af op 1,5 miljard dollar en staan we in de top 50 van belangrijkste Indiase bedrijven en in de top 15 van grootste generische farmabedrijven wereldwijd. Er is dus wel wat veranderd.”
Maar Europa blijft een late roeping.
HAMIED. “Het probleem is dat in Europa een zekere afkeer bestaat voor afgewerkte geneesmiddelen made in India. Die zouden van mindere kwaliteit zijn. Enfin, die boodschap strooiden de reuzen in de sector tenminste rond. Erg toch, want Cipla was in 1984 het eerste Indiase bedrijf dat in de VS zijn grondstoffen mocht leveren om geneesmiddelen aan te maken. Europa is een ander verhaal. De belangstelling voor onze generieken of voor onze eindproducten was er nooit echt groot, maar we waren daar ook niet echt mee bezig. De Europese farmamultinationals en distributeurs kwamen allemaal zeer regelmatig met ons praten, maar wilden ons niet echt vooruit helpen. Maar de boodschap is duidelijk: niets is eeuwig, alles verandert.”
Hoe wilt u groeien in Europa en Noord-Amerika?
HAMIED. “Cipla is helemaal klaar voor groei. Mijn bedrijf is uiterst gezond, want schuldenvrij, en wij hebben de volledige verticale integratie die alle farmabedrijven ons benijden. In onze thuismarkt worden we nog altijd voor een deel afgeblokt. De wetten in India zijn nog altijd bijna op het lijf van de multinationals geschreven. Met als gevolg de facto een monopolie en extreem hoge prijzen voor geneesmiddelen. Dat is helaas niet alleen zo in India. Alleen de stem van de multinationals wordt gehoord, ook al blijkt soms dat achter heel wat gepatenteerde producten lang geen echte innovatie schuilgaat. Tegen zulke constructies verzet ik me. De grote concerns van hun kant blokken elke vorm van samenwerking af en weigeren zelfs een verkoop van hun producten onder licentie. Ze willen alles zelf controleren en hun agenda luistert naar de naam ‘monopolie’. Cipla kan dus bijna niet anders dan grotendeels op eigen houtje zijn ambities zien waar te maken.”
De auteurs van het boek Bad Pharma ontkrachtten ook al de bewering als zouden de multinationals er altijd zijn voor de dokters en hun patiënten.
HAMIED. “Laat mij een voorbeeld geven. Advair is het belangrijkste astmageneesmiddel. GlaxoSmithKline monopoliseert het gebruik en de verspreiding ervan. Cipla heeft in 2004 een rechtszaak opgestart in het Verenigd Koninkrijk. Een jaar later, in 2005, heeft de Britse rechter ons gelijk gegeven en gezegd dat het zogenaamde nieuwe product van GSK géén innovatie betekende. Toen ben ik naar de Britse regulator gestapt voor ons recht om onze versie van dat product te helpen commercialiseren. We zijn eind 2012 en ik wacht nog altijd op een antwoord. Ik vermoed dat de farmalobby fantastisch werk doet. Dit soort zaken kom je overigens niet alleen in Europa tegen. In de VS gebeurt net hetzelfde.
“Toch merk ik in Europa een voorzichtige kentering in de geesten. Het grote publiek en de politiek beseffen meer en meer dat generieken elke kwalitatieve vergelijking kunnen doorstaan. De deur openbreken is echter niet gemakkelijk. Het zal geduld vragen om alle regulators in elk land te overtuigen. Cipla vindt dat patiënten de medicijnen moeten krijgen waar ze recht op hebben. Beseffen de multinationals wel wat ze de mensen aandoen met hun hautaine houding? Ik wil royalty’s betalen voor de verspreiding van hun producten, maar zelfs dat weigeren ze. Ik wil niet cynisch klinken, maar je zou het bijna een vorm van selectieve genocide in de gezondheidszorg kunnen noemen.”
Cipla noemt zichzelf toch ook graag een farmaconcern. Maar wel een dat zelf weinig aan onderzoek & ontwikkeling doet.
HAMIED. “Cipla is een onafhankelijk concern dat op elke markt het belang van de patiënt vooropstelt. Sorry, maar bij de grote multinationals is dat niet altijd het geval. Ze blijven een leven lang schermen met patenten en O&O, en zo blijft de patiënt soms verstoken van geneesmiddelen of betaalt hij veel te veel. Cipla verzet zich daartegen. Noem het gerust een kruisvaart of puur idealisme.”
Twee gereputeerde Amerikaanse professoren pleiten ervoor alle patenten af te schaffen.
HAMIED. “Een bijzonder goed idee, zeker in onze sector. U hoort me niet zeggen dat innovatie of een patent niet vergoed moet worden. Maar als u een patent hebt, waarom mag ik dat product dan niet verspreiden mits ik correcte royalty’s betaal? Daar zou de markt toch beter van worden?”
Onze landgenoot Frank Pieters moet vanuit België de Europese ambities van Cipla sturen. Hoe kijkt u naar de Belgische markt?
HAMIED. “Tibotec heeft een aidsproduct (rilpivirine, nvdr) waarvoor ik graag een licentie wou verwerven voor de bredere verspreiding, tegen een redelijke prijs. Ik dacht aan India, Afrika en Latijns-Amerika. Hun weigering voor Latijns-Amerika vond ik onaanvaardbaar. Toen kwamen ze met een alternatief: wij verkopen u de grondstoffen. Dat heb ik geweigerd, in de eerste plaats wegens een exorbitante prijs. Dit verhaal beperkt zich helaas niet tot middelen tegen aids. Johnson & Johnson (het moederbedrijf van Tibotec, nvdr) heeft ook tuberculoseproducten. Ook die willen we graag onder licentie verdelen in India. Opnieuw dat antwoord: neen, we gaan dat zelf doen.
“Het heeft ons gemotiveerd om onze generieken en merkgeneesmiddelen voluit naar Europa te brengen. Er zijn drie manieren om dat te doen en we volgen ze alle drie. Helemaal alleen en dus onafhankelijk, of samen met anderen waarbij wij produceren en zij de marketing en distributie verzorgen. Een derde weg is werken via een licentieakkoord. Zo werken we bijvoorbeeld al nauw samen met generiekenmakers als Sandoz, Watson en Teva. Ik weet het, dat strookt niet altijd met mijn eigen visie en strategie, want finaal weigeren ook die multinationals aan onze producten de toegang op andere geregulariseerde markten. Maar soms en voor bepaalde producten kan het niet anders. If you can’t beat them, join them.”
Durft u dat een structurele oplossing te noemen?
HAMIED. “Ik heb een structureel voorstel voor een structureel probleem. Voer de automatic compulsory licensing in. Multinationals zouden een automatische licentie moeten toekennen aan bedrijven die hun geneesmiddelen willen helpen te verdelen. Uiteraard tegen betaling van royalty’s. De vraag die ik altijd stel: waarom blijft de sector zich daartegen verzetten? Het antwoord is simpel: ze willen zelf controle over alles en zo een monopolie in stand houden. Het eigenbelang is groter dan dat van de consument. En dat kan niet. De democratisering van de middelen tegen aids heeft bewezen dat onze strategie beantwoordt aan de vraag van de patiënt. Dat verhaal van tien jaar terug wil ik nog eens overdoen voor de introductie van goedkopere geneesmiddelen tegen kanker. Eens te meer zijn de grote jongens niet erg opgetogen met onze ambities.”
Het laat zich raden dat Cipla op grote internationale markten geen geschenken hoeft te verwachten van de gevestigde farmareuzen. Kunt u zich niet beter tot alternatieve markten wenden, waar er minder of geen regulering is?
HAMIED. “U hebt een punt. We hebben traditioneel veel voeling met Afrika en we zijn er altijd welkom. Cipla heeft er een fantastische reputatie. We hebben in Oeganda een goed draaiende fabriek voor middelen tegen aids- en malaria. In Zuid-Afrika zijn we met onze generieken de nummer drie, maar er zit ongetwijfeld meer in. Een bijkomende fabriek bouwen in een sterk groeiende markt als Zuid-Afrika lijkt me een noodzaak. Ach, ik wou dat ik dertig jaar jonger was.” (lacht)
Waarom vecht u het gebruik van patenten niet openlijk aan?
HAMIED. “Ik heb al een pak processen aangespannen en ook gewonnen. Tegen Novartis en Roche onder meer. Met Cipla blijven we volle kracht vooruitgaan als we vinden dat oneerlijk gebruik wordt gemaakt van het patentrecht. Het Belgische voorbeeld van rilpivirine geeft me de kracht om nog eens vol door te gaan.”
KAREL CAMBIEN
“Waarom mag ik geen gepatenteerde producten verkopen mits ik correcte royalty’s betaal?”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier