De laatste top-tien

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Niet om bij te houden waren ze: de hitlijsten, rangschikkingen en tops die bij de overgang van het oude naar het nieuwe jaar, het nieuwe decennium, de nieuwe eeuw, en het nieuwe millennium medialand beheersten.

Toch willen we nog één keer uw aandacht vragen. En wel voor een heel speciaal lijstje: dat namelijk van de beste managementboeken uit de jaren negentig:

10. Op tien plaatsen we het enige boek geschreven door een consultant. Om op die manier aan te geven dat consultants meestal waanzinnig slechte managementboeken schrijven. Ze vinden telkens opnieuw het warm water uit, veralgemenen één succesverhaal, en laten nooit het achterste van hun tong zien. Richard Koch is een leuke uitzondering. En de tachtig/twintig-regel is het enige praktijkboek uit ons lijstje. Een boek vol bruikbare, zeer fundamentele inzichten. Het leukste zinnetje: gebruik je tijd meer excentriek.

9. Op negen vinden we het eerste boek van een journalist. Cairncross is de dochter van een bekend Brits econoom. Haar oom was zo mogelijk nog beroemder: een spion voor de USSR. Zijzelf is journaliste bij het Britse blad The Economist. Zij neemt de lezer mee in een wereld voorbij tijd en ruimte, waar bedrijven in drie ploegen werken: de ochtendploeg in Zweden, de middagploeg in L.A. en de avondploeg in Maleisië. Een boek dat middenin de hype rond internet de dingen in een juist perspectief plaatst. Maar dat perspectief is wel duizelingwekkend indrukwekkend.

8. Op acht staat de eerste van twee academici. Harvard-prof Christensen beschrijft hoe ontwrichtende technologie de regels van het spel zowat overal dreigt te verstoren. Van Amazon.com tot cybershopping, van mini-staalbedrijven tot de nieuwste generatie diskdrives. Eén van de weinige managementboeken die berust op degelijk onderzoek.

7. Op zeven onze eerste goeroe. Nicholas Negroponte van het medialab van het Massachusetts Institute of Technology ( MIT) bundelde zijn columns van Wire en beschrijft op speculatief-overtuigende wijze wat een digitale wereld kan inhouden. Hij wordt niet zoals Cairncross gehinderd door de feiten. Maar zijn verbeelding is verre van willekeurig. En wanneer je inziet dat de computer eerder een butler wordt, dat je een uur videobeelden kan samenpersen en doorzenden op 1 seconde, maar vooral dat we steeds meer informatie over informatie doorsturen, dan begrijp je dat de digitale wereld een radicaal andere wereld zal zijn.

6. Op zes het academisch duo dat sinds zijn overdonderend succes dan maar consultant is geworden. Het Harvard Business Review-artikel van Hamel en Prahalad over kernbekwaamheden deed het beste vermoeden voor het boek. Kernbekwaamheden, stretchen, hefboomeffect, het werden de slogans van het moderne strategisch denken. Maar let wel op: kernbekwaamheid opsporen is zoals de volksaard zoeken. Het is er, maar je vindt het nooit. Toch een schitterend boek, al was het maar voor de vele leuke voorbeelden, de leuke oneliners, en vooral: het boek doet dromen. En managers dromen te weinig.

5. Op vijf opnieuw een (wetenschaps)journalist. Een boek dat zeer integer, zeer volledig en zeer correct is geschreven en door zijn onvoorstelbaar groot commercieel succes ook zeer veel onrechtvaardige kritiek heeft gekregen. De basisboodschap: straatwijsheid is belangrijker dan IQ. Maar lees aub het origineel. Andere boeken met EQ in de titel zijn op zijn best ‘mentaal misleidend’. Wel rapporteren de meeste lezers over ‘Emotionele intelligentie’: te dik, te moeilijk. En dat over een boek dat zo helder is geschreven…

4. Op vier een journalistenduo. Het standaardwerk over management van de jaren negentig. Schitterende research. Correct gerapporteerd. Nagels met koppen. Hoe kritisch de auteurs ook zijn rond een aantal ‘modes’ in management, toch stellen ze telkens opnieuw de vraag: ken je misschien een beter alternatief?

3. Op drie een beroepsbelegger. Een expert inzake portfoliomanagement. Het boek schetst op anekdotische manier de geschiedenis van het denken over risico. Onthutsend, fascinerend en inzichtrijk. En vooral: je moet geen halve letter statistiek kennen om een eerste begrip te krijgen van enkele zeer geavanceerde statistische modellen en redeneringen. Wie dit boek kan lezen zonder zijn hart vast te houden voor de volgende beurscrash, heeft het niet begrepen.

2. Op twee een ander goeroe. Maar dan in zijn letterlijke betekenis, die van wijze leermeester. De Britse sociaal-filosoof, columnist, beroepsschrijver, die kritisch maar vol warmte schrijft over economie en management. Onze economie dreigt een lege regenjas te worden, waar niemand nog in kan schuilen. Een boek waardoor je een beter mens wordt. En dus een beter manager, hopen we samen met Handy.

1. Op één wordt de eer van academia gered. John Kay leverde in 1993 een Europese intellectuele topprestatie van absolute wereldklasse. Waarom zijn bedrijven blijvend succesvol? Door unieke strategische troeven, innovatie, architectuur en reputatie. Synthese van minstens vier vakgebieden, honderden cases, duizenden studies. Vol tongue-in-cheek humor. Glashelder geschreven. Niet eenvoudig, maar toch toegankelijk en – samen met Cairncross – het enige boek uit ons lijstje waar geen Nederlandse vertaling van bestaat. Een intellectuele topper van de man die van ons de (niet-bestaande) Nobelprijs management krijgt, voor het prachtige zinnetje: what can be written down, can be reproduced. Eens de wijsheid in de managementboeken staat, houdt ze op met een competitief voordeel te zijn.

marc buelens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content