De kweeste is nog niet ten einde
Celera en het Human Genome Project zorgden in 2000 voor vonken in de biotechnologie. Door het groeiende verzet tegen genetisch gewijzigde gewassen zal 2001 echter een moeilijk jaar voor de plantengenetica worden.
Biotechnologie is haar luiers ontgroeid, zelfs in Europa. In de sector wordt nog steeds veel geld verbrand aan duur onderzoek, maar het aantal bedrijven dat wereldwijd winst maakte, groeide in 2000 aan tot twintig – een significante verbetering. Onder hen uiteraard pioniers als Amgen, Genentech en Biogen, maar ook het Zwitserse Serono. Dat laatste sloot op de valreep nog een alliantie met het Amerikaanse Vertex. Het is maar één voorbeeld van de toenemende druk op biotechbedrijven om bij elkaar op schoot te gaan zitten.
In 2000 zorgde de ontrafeling van het menselijke genoom voor optimisme bij investeerders. Het ging daarbij om een kladversie van het menselijke DNA, ons gemeenschappelijke erfelijke materiaal, letter voor letter opgetekend. Een dergelijke mijlpaal mogen we in 2001 niet verwachten. Beschikken over de uitgeschreven genenkaart is één ding, ontdekken welke functie elk gen heeft is de nieuwe opdracht. In jargon heet dat ‘functional genomics’ en daar is de weg nog lang.
De disciplines die ‘hot’ zijn, heten nu bio-informatica, proteomics (het in kaart brengen van eiwitten) en systeembiologie, waarbij de voorspellende kracht van computers wordt aangewend voor het zoeken naar nieuwe geneesmiddelen.
Het investeringsklimaat in het algemeen evolueert veeleer ongunstig. Daarom zullen de bedrijven die geld ophalen nauwlettend onder de loep worden genomen. De trend daarbij is dat investeerders liever in een onderneming stappen die over een technologisch platform beschikt en tevens producten in de pijplijn heeft zitten.
Het gunstige klimaat in de biotechnologie in het afgelopen jaar zorgde er evenwel voor dat de jonge sector een stevig spaarpotje heeft. Het hoogtepunt van de biotechinvesteringen lag in het eerste kwartaal van 2000. De meest aangehaalde verklaring is dat de internetinvesteerders op dat moment hun portefeuille omschakelden naar een nieuwe groeisector die toen al een tijdje uit de gratie was. Hoe groot de impact wel was? Gemiddeld zoog de biotechsector een kleine 3 miljard dollar kapitaal per jaar naar zich toe, in het eerste kwartaal van dit jaar alleen was dat al 16 miljard dollar.
Het optimisme van 2000 zou dit jaar enkele deuken kunnen krijgen. Het verzet tegen genetisch gewijzigde gewassen neemt nog steeds toe en zeker de Europese consumenten reageren met de BSE-crisis allerminst inschikkelijk als het aankomt op de veiligheid van hun voeding. Voor de groene biotechnologie, zeg maar alles wat met plantengenetica te maken heeft, wordt 2001 ongetwijfeld een moeilijk sleuteljaar.
In aantal bedrijven is Europa – en vooral Duitsland – bezig aan een inhaalbeweging tegenover de Verenigde Staten. Gemeten naar ontwikkelde producten is de achterstand echter nog groot. Het gevolg is dat de reële inkomstenstroom relatief kleiner blijft. Maar ook daar is de verwachting dat Europese bedrijven steeds meer producten steeds verder door de klinische proeven zullen jagen.
België past perfect in dat internationale plaatje. Ons land staat bekend om zijn gunstige klimaat voor biotechnologie. Daaraan is de participatieve rol van de overheid via het Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie (VIB) en de financiële slagkracht van het Biotechfonds Vlaanderen niet vreemd. Naar alle verwachting zal het aantal nieuwe start-ups volgend jaar opnieuw toenemen. Onder meer in het veld van proteomics en bio-informatica lijkt er wat te bewegen. Voorts zitten er belangrijke kapitaaloperaties (lees: een beursgang) aan te komen bij Devgen, Tibotec en Virco. De drie bedrijven hebben intussen een maturiteit bereikt en formuleren een ambitieus schema voor de komende jaren. Minder bekend is Algonomics, een bio-informaticabedrijfje uit de stal van de KU Leuven. De verwachting is dat deze spin-off volgend jaar een tweede kapitaalronde afwerkt.
Sleutelrollen voor de Belgische sector zijn evenwel weggelegd voor het vroegere Plant Genetic Systems, nu de researchafdeling van Aventis CropScience, en het op Easdaq genoteerde Innogenetics. Dat laatste kent al ruim een jaar moeilijke tijden. De komst van de nieuwe topman Philippe Archinard bracht enigszins rust, maar de toekomst van Innogenetics hangt voor een groot stuk af van de klinische proeven met het vaccin tegen hepatitis C dat het bedrijf ontwikkelt. De plantenbiologen van Aventis CropScience hebben ook te kampen met de wereldwijd toenemende kritiek op genetisch gewijzigde gewassen. Bovendien is de toekomst van de 250 werknemers in Gent wat onzeker. Wellicht komt er voor de derde keer in vijf jaar een nieuwe roerganger. Aventis gaf immers te kennen de afdeling te willen verzelfstandigen. Het Duitse farmaconcern Schering, tot op heden minderheidsaandeelhouder in de afdeling, is geïnteresseerd.
Roeland Byl is redacteur bij Trends.
roeland byl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier