De kater van de kriekpionier
De zoete kriekbieren zijn in volle expansie. Nadat eerder al Interbrew en Alken-Maes zich op dit lucratieve segment stortten, lanceerde Palm Breweries zopas zijn Redbach. Maar de echte pionier van deze steeds populairder wordende biersoort is de familiale brouwerij Lindemans uit Vlezenbeek.
Tot voor kort was het zoete kriekbier van Lindemans zo schaars dat bierhandelaars met hun vrachtwagens de oprit van de brouwerij blokkeerden. “We kregen zelfs telefonische bedreigingen van ontevreden klanten,” lacht bestuurder Dirk Lindemans nog altijd een beetje groen. Na een investeringsprogramma van bijna 10 miljoen euro, waardoor de maximale jaarcapaciteit verdubbelde tot 90.000 hectoliter, kan de orde en rust in Vlezenbeek eindelijk terugkeren. Dirk en Geert Lindemans – de twee neven die de achtste generatie vertegenwoordigen – zitten er dan ook vrij ontspannen bij in het in terracottakleur geschilderde proeflokaal van de brouwerij. De dertigers hopen dat de capaciteitsuitbreiding niet te laat komt, want ondertussen sprongen ook andere brouwers in het gat dat zij noodgedwongen in de markt hadden achtergelaten.
Zo was West-Vlaming Luc Van Honsebrouck er als de kippen bij om met zijn St Louis Premium Kriek een graantje van het succes mee te pikken. Maar ook de grote jongens, zoals Interbrew (met Belle Vue Kriek Extra), Alken-Maes (met Louwaege’s Kriek) en Palm Breweries ( Redbach), ontwikkelden recent nieuwe producten om in dit lucratieve segment mee te spelen. De beroepsfederatie ‘Belgische Brouwers’ schat dat de zoete kriekbieren al goed zijn voor 100.000 hectoliter. Ten opzichte van de totale Belgische bierplas, die ruim 15 miljoen hectoliter groot is, stelt dat nog niet zoveel voor, maar het potentieel is aantrekkelijk.
Zes jaar wachten op een vergunning
Dat het zo lang heeft geduurd voor brouwerij Lindemans de productie kon opdrijven, heeft alles te maken met de ambachtelijke productiewijze waaraan de brouwers geen enkele toegeving wilden doen. Lambiek, de basis van het kriekbier, moet namelijk twaalf maanden rijpen. Omdat die lambiek totstandkomt na spontane gisting – de typische microflora in de Zennevallei is daar verantwoordelijk voor – kan het basisbier bovendien niet gebrouwen worden tijdens de zomermaanden. Daardoor is de opslagcapaciteit van cruciaal belang. Achter elk deurtje van de vroegere boerderij schuilen er dan ook wel één of meerdere tanks waarin lambiek ligt te rijpen. Aan de straatkant ligt nog een vijftal nieuwe exemplaren ongeduldig te wachten op een definitieve stek.
De uitbreiding van de brouwerij verliep overigens niet zonder slag of stoot. “Het duurde maar liefst zes jaar voor we alle noodzakelijke vergunningen hadden,” klinkt Geert Lindemans nog altijd geïrriteerd. De ambtenaren vreesden namelijk dat met een nieuwe bottelarij het ambachtelijke karakter van de brouwerij zou verdwijnen en in het groene Pajottenland kon er absoluut geen sprake zijn van een industriële brouwerij. De vertraging had echter ook een positief effect. “We hadden meer tijd om te sparen, waardoor we finaal minder moesten lenen,” zegt Dirk Lindemans met veel gevoel voor humor.
Het bedrijf kan overigens mooie groeicijfers presenteren. Naar eigen zeggen – de jaarrekening werd nog niet neergelegd – rondde de omzet vorig jaar voor het eerst de kaap van 10 miljoen euro – ruim 20 % meer dan het jaar voordien. De broers René en Nestor Lindemans zijn nog altijd de grootste aandeelhouders van het bedrijf, maar de zestigers zijn al druk bezig met de overdracht van de brouwerij aan hun zonen Dirk en Geert, die al de operationele leiding in handen hebben.
Niemand had in 1979 gedacht dat het zo’n vaart zou lopen met het Lindemans-kriekbier. De typische smaak werd zelfs bijna per toeval ontwikkeld. “In de Verenigde Staten hadden wij een importeur die sterk geloofde in onze producten,” vertelt Dirk Lindemans. “Maar tijdens de overtocht begon ons bier spontaan te gisten, waardoor de kurken in het rond vlogen en onze klant een onverkoopbare, plakkerige boel in de containers aantrof. Om die problemen te vermijden, pasten we onze productiemethode aan. We gingen werken met kriekensap en pasteuriseerden het bier onmiddellijk, waardoor er een uniek evenwicht tussen zoet en zuur ontstond.”
Het pioniersbloed zit de familie Lindemans blijkbaar in de genen, want ze heeft nog andere nieuwigheden op de markt losgelaten. Zo experimenteerde ze met perziken, wat leidde tot de Pecheresse, en wat later introduceerde ze het Tea Beer dat nu nog altijd gretig aftrek vindt in Japan.
De verlammende machtspositie van Interbrew
Aanvankelijk leefde brouwerij Lindemans voornamelijk van de export, want ruim 70 % vertrok in de jaren tachtig naar het buitenland met de Verenigde Staten op kop, gevolgd door Frankrijk, Zwitserland en Duitsland. Gezien het tekort aan bier werden er geen nieuwe initiatieven meer genomen in het buitenland, waardoor het aandeel van de export ondertussen is gezakt tot 25 % van de omzet. In eigen land was de warenhuisketen Delhaize de eerste grote speler die toehapte.
“Ook Colruyt wil nu maar wat graag onze bieren in zijn assortiment opnemen, maar voorlopig houden we de boot af uit respect voor Delhaize,” aldus Dirk Lindemans. “Ondanks onze aanvoerproblemen zijn ze al die jaren een trouwe klant gebleven, en dat willen we nu belonen.”
Voor een kleine brouwerij is het zeer moeilijk om toegang te krijgen tot het Belgische horecakanaal. Interbrew en Alken-Maes zijn immers al een tijdje bezig met verticale integratie, wat inhoudt dat ze alle grote bierhandelaars opkopen. Op die manier controleren zij het overgrote deel van het horecapark en het is dan ook logisch dat zij daar vooral hun eigen merken promoten. “Toch is Interbrew klant bij ons,” verklapt Dirk Lindemans. “Zij het niet van harte. Slechts een beperkt aantal van hun horecaklanten mag ons bier op de kaart zetten.” Interbrew is er overigens ook mee de oorzaak van dat de bieren van Lindemans nauwelijks in Nederland te verkrijgen zijn. ” Heineken en Interbrew hebben een grote voet in huis bij de belangrijkste verdelers,” legt Dirk Lindemans uit. “Als zij niet willen dat je bier er op de markt komt, dan kan je het wel schudden.”
Dirk Van Thuyne
Ook Interbrew is klant bij Lindemans, zij het niet van harte.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier