De kaarten gaan erin als snoepjes
Proton World heeft lengten voorsprong op rivaal Mondex in zijn race om een universele geldbeugel in de markt te zetten. Maar de klant blijft moeilijk te verleiden.
Voor de tweede keer dit jaar voert Banksys samen met Master Foods een promotieactie in de kleinhandel. Wie met Proton betaalt, krijgt een mini- Mars gratis. Dat Banksys de klanten met snoep moet lijmen om de Proton-kaart te gebruiken, spreekt boekdelen over de moeizame acceptatie van Proton – zelfs nu iedereen de chipstandaard op zijn bankkaart heeft. Maar de truc werkt. “De promotie doet het aantal transacties toenemen met zo’n 10%,” zegt communicatiedirecteur Youri Tolmatchov van Banksys. En ze draagt bij tot de Belgische knowhow in elektronische betaaloplossingen.
De Belgische credibiliteit op dat terrein heeft onder meer vorm gekregen in Proton World International (PWI), de vennootschap waarin Banksys en zijn filiaal Trasec in mei 1998 hun Proton-activiteitstak onderbrachten De boekwaarde was 100 miljoen frank. Kort daarop schoof Banksys PWI-aandelen door naar twee onderlinge rivalen: American Express en Visa International. De derde nieuwe aandeelhouder, ERG, de Australische specialist in ticketingsystemen voor de transportsector (in België actief via zijn filiaal AES Prodata) bracht knowhow voor niet-bancaire toepassingen mee. Later participeerde ook Interpay Nederland (zeg maar het Nederlandse Banksys). De deal verdeelde de wereld van de elektronische geldbeugels in twee kampen: Mastercard hield vast aan zijn Mondex-kaart, al de overige trekken Proton.
De kaart, de terminal, de host en hun minnaars
Dat doet de situatie stabieler lijken dan ze is. “De hele smart card-sector staat nog in zijn kinderschoenen,” stipt ERG-topman Peter Fogarty aan in zijn jongste halfjaarverslag.
De technologie achter de elektronische geldbeugel of stored value-kaart – een chip(kaart) waarin vooraf een waarde kan worden geladen en die daarna off line kan worden aangewend – is nog in volle evolutie. Overal wordt nog naar de juiste posities gezocht. “Eigenlijk bestaat een totale Proton-oplossing uit drie niveaus: de kaart, de terminal en de back office ( nvdr – de uiteindelijke centrale transactieverwerking),” zegt executive vice president strategy & marketing Dominique Hautain van PWI.
In België
houdt Banksys de meeste van deze elementen in één hand: het baat het centrale systeem uit, bouwt en onderhoudt zelf een groot deel van de terminals en vertelt de kaartfabrikanten hoe de toepassing op de kaart er moet uitzien.
Proton World kan internationaal niet rekenen op dezelfde machtspositie en moet zich veel opener opstellen. Wel ontwikkelt de firma – waarin Banksys de grootste aandeelhouder blijft – de volledige centrale software en de applicatie om de transacties te beheren en te controleren. De software draait op Tandem computers en voor kleinere systemen op Windows NT ( FICS deed de overzetting).
Een trapje lager, op terminal-niveau, geeft Proton World specificaties uit aan terminal-bouwers en certificeert hun toestellen. Onder meer het Hewlett-Packard-filiaal Verifone, het Franse Groupe Ingenico (met onder meer Belgacom als klant) en het Nederlandse CPS Europe (met de Smartphone) produceren Proton-compatibele terminals.
De meest zichtbare manoeuvres gebeuren echter op het niveau van de kaart. Proton World stapt hier af van de “gesloten” toepassingen à la Banksys. En met reden. Intelligente kaartsystemen met meervoudige toepassingen dringen zich op. “Systemen met maar één toepassing bieden typisch een laag rendement op het geïnvesteerde vermogen en zijn duur om in te voeren,” zegt Duncan Brown, de Ovum-analist die mee tekende voor de in mei verschenen studie Smart Card Systems: Multi-application Technologies and Strategies. Het potentieel aan toepassingen is enorm: bankkaart (zowel krediet, debet als stored-value), SIM-kaart in mobilofoons, toegangscontrolebewijs, gezondheidszorg (de Belgische SIS-kaart is echter een “domme” geheugenkaart, geen smart card), openbaar vervoer, tol, getrouwheidprogramma’s, betaaltelevisie, on line beveiliging, om maar enkele te noemen.
Met velen wedden op één kaart
Ovum verwacht dat tegen 2004 dertig percent van de geleverde slimme kaarten meervoudige toepassingen zal aankunnen, tegen 7% nu. Tegen dan zou ook het aantal terminals dat meerdere toepassingen aankan, gestegen zijn tot 17%, van 1% nu. Een en ander vergt echter een “standaard” ontwikkelingsplatform voor toepassingen met intelligente kaarten.
Totnogtoe had elke fabrikant van slimme kaarten zijn eigen besturingssysteem, met welluidende namen als CC voor Bull of Starcos voor Giesecke & Devrient.
In dit opzicht is de evolutie van de smart card een herhaling van die van de pc-industrie, maar dan vijftien jaar later. Naast hun eigen “gesloten” besturingssysteem adopteren de kaartproducenten nu ook “open”, zeg maar “standaard” besturingssystemen. Het gevolg is dat klanten hun gehele smart card systeem niet langer van één leverancier zullen moeten kopen, maar kaart, terminals en toepassingen afzonderlijk zullen kunnen kiezen. Bovendien zullen er toepassingen op de kaart bijgeschreven of aangepast kunnen worden, zonder dat de kaart moet worden ingeleverd. Sun Microsystems staat sterk met zijn Java Card-omgeving, waarvan de eerste versie al van 1996 dateert. Rivaal Maosco Ltd promoot Multos als alternatief. Het consortium staat historisch aan de kant van Mastercard International en zijn Mondex elektronische geldbeugel, maar krijgt ook steun van onder meer American Express, Dai Nippon Printing, Europay International en Discover Financial Services. De derde hond is de Smart Card for Windows van Microsoft, die vorig jaar oktober – zoals gewoonlijk ruim op tijd – door Redmond werd aangekondigd en waarvan men in het volgende kwartaal de software verwacht. Microsoft zou met zijn kaart in eerste instantie op computerbeveiliging mikken – al kwam de firma recentelijk vooral met beveiligingsproblemen in het nieuws.
Proton werkt al lang rond Java en kondigde eind maart aan dat het een elektronische geldbeugel op basis van Java Card zou distribueren. “Wij geloven enorm in Java Card. Dat is een gedeelte van onze strategie,” zegt Dominique Hautain. Maar het is niet de gehele strategie. “Wij zitten niet in de business van de operating systems. Wij zijn marktgericht. Wij zullen onze toepassingen porteren naar de besturingssystemen die een significant marktaandeel winnen,” zegt Dominique Hautain.
Noteer trouwens dat American Express participeert in Proton World, maar toch ook Maosco steunt. Vrijheid blijheid, al is het misschien goed van zich te herinneren dat de Amerikaanse justitie in oktober vorig jaar een antitrustzaak tegen Visa en Mastercard is begonnen, onder meer omdat het duopolie de smart card technologie tien jaar lang zou hebben afgeremd.
Betalen in euroland
Voor de klant maakt het niets uit met welk besturingssysteem zijn smart card werkt. De huidige – Belgische – Proton-kaart laat trouwens meerdere toepassingen toe, terwijl er toch maar één programma – de elektronische geldbeugel – op die kaart staat. De overige toepassingen – getrouwheidskaarten, de calling card van Belgacom, de studentenkaarten aan het Limburgs Universitair Centrum – zijn databestanden op de Proton. “De programmakode kan in de terminal of in de kassa zitten. De punten worden op de kaart geschreven. U hoeft geen applicatie op de kaart zelf te hebben,” zegt Dominique Hautain. Proton wil een getrouwheidstoepassing gaan vermarkten die door Easychip, een filiaal van Interpay Nederland, is geschreven.
Proton World International wil niet concurreren op het vlak van kaartfabricage of besturingssystemen, maar wel in toepassingen, te beginnen met de elektronische geldbeugel. Op dat vlak voert het strijd met Mondex, waarin Mastercard 51% heeft. “Proton is vandaag het enige systeem dat nationaal operationeel is in vijf verschillende landen: België (Proton), Nederland ( Chipknip), Zwitserland ( Cash), Zweden (Cash) en Australië ( e-Card),” zegt Dominique Hautain. De systemen in die landen zijn echter onderling niet compatibel. De Nederlandse Chipknip kan in de Belgische Proton-terminals niet terecht. En vice versa. Met 2002 in zicht is er een race aan de gang om de elektronische geldbeugel (versie Proton World) doorheen heel de eurozone bruikbaar te maken. Daarvoor zijn in maart de Common Electronic Purse Specifications ( CEPS) uitgewerkt: zij moeten toelaten dat de verschillende nationale systemen onderling elkaars kaarten aanvaarden en de nodige informatie uitwisselen. Onder meer Europay International, een traditionele Mastercard-bondgenoot, steunt CEPS. “Alleen Mastercard steunt CEPS niet, de rest van de wereld wel,” vat Dominique Hautain lakoniek samen. En: “CEPS zal ook in de Internet-wereld van toepassing zal zijn voor electronic purse-transacties.” Europay, dat wereldwijd ook al de Maestro debetkaart uitgeeft, die in België als merk geleidelijk Bancontact/Mister Cash vervangt, wil de “CEPS”-elektronische geldbeugel tegen half 2001 in Europa uitbrengen onder de naam Clip. De leden van Europay zijn nog altijd vrij om andere oplossingen te kiezen en perswoordvoerster Gilliane Palmer wil niets kwijt over de positie van Mondex.
Het grote verschil
tussen CEPS (Proton dus) en Mondex ligt erin dat CEPS alle stappen in een transactie registreert, zodat de transactie bij disputen gereconstrueerd kan worden. Mondex heeft meer de aard van elektronische cash omdat er geld van de ene Mondex-kaart naar de andere kan worden overgezet zonder dat een financiële instelling er een spoor van heeft ( McKinsey beweerde eerder dit jaar in een preliminair rapport aan Interpay dat het audit- en settlementsysteem CEPS duurder maakte dan Mondex, wat een levendige controverse ontketende).
Volgens PR-manager Robin O’Kelly van Mondex International in Londen heeft Mondex nu een half miljoen kaarten uitgegeven (tegen de ruim 30 miljoen voor Proton World). In Frankrijk is Crédit Mutuel franchisenemer, maar de concrete Europese toepassingen zijn beperkt tot enkele Britse universiteiten. “CEPS bestaat nog niet. Ons product wel. Het is multi-valuta en het doet alles wat CEPS doet en meer,” onderstreept O’Kelly. Zijn firma probeert via een Internet Open Trading Protocol ook te komen tot een open standaard voor Internet-betalingen, maar Visa ontbreekt bij de lange lijst supporters.
Blijft dat de elektronische geldbeugel – ook de Proton-variant – moeizaam ingang vindt. In België zijn nu 6,9 miljoen bankkaarten met een Proton-chip. In de eerste zeven maanden van 1999 telde Banksys 180 miljoen verkooptransacties via Bancontact/Mister Cash en slechts 25,5 miljoen via Proton.
Co-branding is een commercieel probleem
Meer toepassingen op de kaart moeten de aantrekkelijkheid verhogen. Zo gaat Proton in samenwerking met ERG de elektronische portemonnee ook tot een betaalinstrument proberen te maken op het openbaar vervoer. De transactietijd van nu officieel circa 1 seconde, zal tot minder van een kwart worden teruggebracht door contactloze kaarten te gebruiken.
Zelfs als de nodige standaarden er zijn, zal de introductie van nieuwe multi-applicatietoepassingen ook gewoon praktisch veel tijd vergen. De banken verstrekken hun klanten maar eens in de drie jaar een nieuwe kaart. En volgens Ovum is een belangrijk obstakel bovendien van commerciële aard. Duncan Brown: “Vele organisaties richten hun aandacht op het probleem van branding (opbouwen en onderhouden van hun merken). Dat vertraagt de aanvaarding van multi-toepassingskaarten.” Nochtans is er geen weg terug. “De meeste toekomstige uitgevers van intelligente kaarten moeten hun toepassingen op multi-applicatiesystemen ontplooien. Als ze er een succes van willen maken, moeten ze hun merkproblemen hebben uitgezocht voordat ze samenwerkingsverbanden sluiten.”
Proton heeft dus nog een lange mars voor de boeg. Of heel veel mini-Marsen.
BRUNO LEIJNSE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier