De honger van Ter Beke is nog niet gestild
Tijdens de bijzondere algemene vergadering van vorige week hebben de aandeelhouders van Ter Beke de fusie met vleeswarenproducent Pluma goedgekeurd. Vooral organisatorisch is dat een vrij grote brok voor het beursgenoteerde bedrijf. Toch betekent de transactie allesbehalve het eindpunt van de externe expansie. Ter Beke aast nadrukkelijker dan ooit op een overname voor zijn tweede poot,
de verse mediterrane gerechten.
Het landschap aan de top van de Belgische vleeswarenindustrie wordt grondig herschikt. Na de eerdere bekendmaking van hun huwelijksplannen schoven vorige week Ter Beke en Pluma – de nummers twee en drie in ons land – welwillend de ringen over elkaars vinger om zo samen de nieuwe marktleider te worden. De voormalige nationale koploper, Imperial Meat Products uit Lovendegem, krijgt binnenkort een nieuwe aandeelhouder. Eerder deze maand kondigde het Amerikaanse moederbedrijf Sara Lee aan dat het exclusieve onderhandelingen heeft aangeknoopt met landgenoot Smithfield Foods over de verkoop van zijn Europese vleesafdeling. Daartoe behoort ook het Belgische Imperial Meat Products, dat intussen al aan zijn vierde aandeelhouderswissel in amper tien jaar toe is. In het bedrijf werken zowat 750 mensen, gespreid over vijf vestigingen. Gedelegeerd bestuurder Rik Jacob belde meteen naar zijn vriend Luc De Bruyckere om hem het goede nieuws te melden. De hoofdkwartieren van beide groepen liggen langs dezelfde weg die Gent met Eeklo verbindt, op amper 4 kilometer van elkaar.
Ook Ter Beke had aanvankelijk zijn interesse laten blijken voor een paar onderdelen van Imperial Meat Products. Omdat Sara Lee verkoos om de volledige afdeling ineens te verkopen, viste men in Waarschoot achter het net. Toch klinkt Luc De Bruyckere niet ontgoocheld. “We zijn blij dat Imperial in handen komt van een industriële partner met een authentieke vleescultuur. Veel liever dat dan een financiële groep die op kortetermijnwinst uit is,” reageert hij. “Het is bovendien goed voor de professionalisering van de vleesindustrie, want in onze sector merken we nogal wat gammele financiële constructies,” vult Plumatopman Eddy Van der Pluym aan.
Toch hoeft daarmee het dossier Imperial voor Ter Beke nog niet helemaal afgesloten te zijn. Zegt analist Hans D’haese van Bank Degroof: “Het zou me niet verbazen dat Smithfield Foods onmiddellijk na de overname een aantal afdelingen zou afstoten en dan staat Ter Beke opnieuw op de eerste rij.”
Consolidatie botst met ego’s
Met Pluma heeft Ter Beke – dat nu nog op de fixingmarkt van Euronext Brussel noteert, maar een aanvraag heeft ingediend om te verhuizen naar de continumarkt – al een van gezondheid blozend bedrijf in zijn netten. De aandeelhouders lieten alvast hun vertrouwen blijken, want bij de bekendmaking van de belangrijke operatie ging het aandeel lichtjes hoger. Ook de financiële analisten waren te spreken over de fusie. ” The perfect fit” titelde analiste Pascale Weber van KBC Securities haar recentste rapport. “De activiteiten zijn complementair, zowel op het vlak van assortiment als van klanten. We zien dan ook significante synergiemogelijkheden.” Op de vraag hoe groot die dan wel zijn, moet ze voorlopig even passen. Er zijn nog te veel onduidelijkheden, onder andere over het moment van consolidatie.
In het verleden hadden Ter Beke en Pluma al meermaals aan elkaar geroken, maar onder meer de dioxinecrisis van 1999 stak een stokje voor de ambitieuze fusieplannen. Zowel Luc De Bruyckere als Eddy Van der Pluym bleef er echter van overtuigd dat het zinvol was om samen te gaan. Beide zetelen in de raden van bestuur van onder andere Fevia en Voka-VEV en in de rand van die vergaderingen werden de plannen warm gehouden.
Het samengaan van twee bedrijven met een verschillende cultuur is echter niet zo evident. “We zijn ons bewust van de duidelijke cultuurverschillen, maar we beschouwen dat veeleer als een rijkdom,” klinkt Luc De Bruyckere oprecht. “Bij Pluma proef je nog overduidelijk de ondernemersgeest, terwijl Ter Beke uitblinkt op het vlak van organisatie en structuur. We kunnen echt nog veel van elkaar leren.”
De offensieve strategie is even opvallend als on-Vlaams, maar beide partners beseffen dat in een consoliderende markt de schaalgrootte van zeer groot belang is. Een duidelijke illustratie van de trend: tot voor de fusie had de Belgische top drie zowat 30 % van de markt in handen, in Nederland controleert de top drie 70 %. “Het is een spijtige zaak dat er in de Vlaamse voedingsindustrie niet meer fusies lukken, want wij hebben het potentieel om veel Europese topspelers te leveren. Niet het businessmodel, maar bijna altijd de ego’s van de topmensen vormen het grootste struikelblok,” stelt Eddy Van der Pluym vast. Hij wordt de nieuwe voorzitter van de vleeswarendivisie, terwijl Luc De Bruyckere uitvoerend voorzitter van de groep Ter Beke wordt.
Tijd is rijp voor nieuwe gezichten
De fusiegesprekken, die pas in het najaar 2005 echt op gang kwamen, verliepen voorspoedig. Over de prijs – bijna 28 miljoen euro, waarvan 5,5 miljoen euro cash en de rest in nieuwe aandelen Ter Beke – raakten beide partijen het snel eens. Ook de financiële analisten kunnen zich daarin vinden. “Het is zeker niet spotgoedkoop, maar het is een faire waardering,” klinkt het unisono. “Het had ook geen enkele zin om onredelijke eisen te stellen, want ‘s anderendaags moesten we weer samen door dezelfde deur. Ongezond opportunisme maakte geen enkele kans,” aldus Eddy Van der Pluym. De gewezen rallyfanaat heeft zich overigens voor een langere termijn gebonden aan de nieuwe fusiegroep. Met zijn vennootschap Dutch Meat Group (DMG) stapte hij zonet samen met de stichtende familie Coopman in de stichting administratiekantoor Coovan, die 55,5 % van het kapitaal controleert. In die stichting heeft DMG 36 %, de familie Coopman houdt 64 % aan.
Opvallend: Luc De Bruyckere, sinds mensenheugenis het boegbeeld van Ter Beke, is niet mee gestapt in de nieuwe constructie. “Ik ben hier weliswaar al 35 jaar een deel van het meubilair, maar ik heb geen stichting nodig om met de families te praten. Met mijn vennootschap Seneca ben ik bewust niet meegegaan om de stichting niet onnodig complex te maken. Dat is bovendien niet aantrekkelijk voor de kleine belegger die op die manier met een fort geconfronteerd wordt,” verklaart de Manager van het Jaar 1986 zijn markante beslissing.
Wellicht heeft het ook te maken met de verschuivingen binnen het organigram bij Ter Beke, want Luc De Bruyckere treedt binnenkort terug als gedelegeerd bestuurder. “Aan een gestaag tempo werken we aan de overdracht. Intussen heb ik al heel wat operationele taken gedelegeerd. Marc Hofman wordt de CEO Vleeswaren en Dirk Van de Walle de CEO Bereide Gerechten.” Zelf wordt Luc De Bruyckere uitvoerend voorzitter van de groep, wat vooral betekent dat hij de functie van voorzitter van de raad van bestuur en voorzitter van het directiecomité zal combineren. De strategische ontwikkeling van de groep wordt zijn voornaamste taak.
De cumulatie van beide functies door één persoon bij Ter Beke – nochtans een stichtend lid van het Belgian Governance Institute – vloekt nadrukkelijk met de code-Lippens, maar Luc De Bruyckere wil zich niet laten opjagen door het systeem. “Systemen moeten bedrijven dienen en niet omgekeerd. Ik ken nogal wat bedrijven die aan alle regeltjes voldoen, maar daarom zijn het nog geen toonbeelden van goede corporate governance. Transparantie en integriteit, dát zijn de basisregels,” betoont De Bruyckere zijn afkeer voor het populaire box ticking. Niet het aanvinken van de regels is essentieel, wel de mentaliteit.
Oorlogskas van 40 tot 60 miljoen euro
Dat Ter Beke met Pluma opnieuw een acquisitie in de vleeswarendivisie realiseerde, verraste de financiële kringen. Al jaren verwacht men een overname in de andere tak van de groep, de verse mediterrane gerechten (zie ook: De twee snelheden van Ter Beke). “Met de acquisitie van Pluma hebben we nu natuurlijk nog meer de perceptie tegen, maar onze strategie is absoluut niet veranderd. We hebben al met ontelbare partijen in Europa gesproken en we zijn nog steeds in gesprek, maar de markt is echt oververhit. We zijn niet bereid om gekke prijzen te betalen. Met de komst van de nieuwe partner zijn we dat overigens nu nog veel minder. Eddy is een man met beide voeten op de grond,” zegt De Bruyckere, terwijl hij amicaal zijn nieuwe zakenpartner op de schouder klopt.
Ter Beke heeft er nooit een geheim van gemaakt dat het nadrukkelijk uitkeek in Spanje, maar De Bruyckere moet toegeven dat hij het onderschat heeft om in een groot land aan tafel te geraken met interessante partners. Niemand zit daar te wachten om zijn bedrijf te verkopen aan een onbekende Belg. Omdat de prijzen in Spanje te hoog zijn en omdat het wellicht nog te lang duurt vooraleer die zullen afkoelen, zal Ter Beke nu zijn blik ook op andere Zuid-Europese landen richten. “Als we een overname doen, moet die ons voldoende commerciële draagkracht geven. Je hebt dan een organisatie nodig die voldoende groot moet zijn om het land aan te kunnen, wat meteen impliceert dat het prijskaartje navenant zal zijn. We zijn dus absoluut niet geïnteresseerd om een tiental kleine bedrijfjes zonder relatie met elkaar over te nemen. Niet dat kleine overnames compleet uitgesloten zijn, maar dan enkel en alleen om bepaalde activiteiten te versterken,” laat Luc De Bruyckere in zijn kaarten kijken.
Na de fusie beschikt de groep over acht productiesites, verspreid over België (zes), Nederland (één) en Frankrijk (één). Ook al omdat de logistieke activiteiten grotendeels zijn uitbesteed, is men bij Ter Beke niet meteen van plan om daarin te gaan snoeien. “We kunnen het ons vandaag niet permitteren om capaciteit af te bouwen,” aldus Van der Pluym. “We gaan wel een optimalisatie van de productie doorvoeren. Zo is Ter Beke de grootste salamifabrikant in de Benelux, terwijl Pluma misschien de kleinste is. Het heeft dan ook geen zin om in Wommelgem een klein beetje salami te blijven produceren.” Momenteel worden de twee organisaties in elkaar geschoven. Een operatie die met argusogen gevolgd wordt door de vakbonden, al zijn die over het algemeen wel tevreden over het sociale overleg.
Omdat de overname van Pluma hoofdzakelijk met nieuwe aandelen werd betaald, heeft de operatie geen noemenswaardige sporen nagelaten op de balans. Naar eigen zeggen beschikt Ter Beke nu over een oorlogskas van 40 tot 60 miljoen euro, maar dat is wellicht niet voldoende voor de ambitieuze plannen van de groep. Een kapitaalverhoging moet dan soelaas bieden en dat zal bekeken worden in functie van een concreet dossier. “Alles hangt af van de kwaliteit van de deal, maar de referentieaandeelhouder heeft mentaal de stap gezet om niet halsstarrig vast te houden aan bepaalde percentages. Je moet ook geen 55 % hebben om een bedrijf te controleren. In de jaren negentig hebben we het bijvoorbeeld gedaan met 43 %,” aldus Luc De Bruyckere.
Dirk Van Thuyne
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier