De grijze hersencelletjes slijpen
Het nieuwe schooljaar staat voor de deur. Onderwijs is zowat de belangrijkste investering die een land zonder noemenswaardige grondstoffen kan doen om zijn welvaartspotentieel op peil te houden. Ons land heeft een goede reputatie en we zijn overtuigd dat ons onderwijs goed is. Er zijn echter aandachtspunten om een geleidelijke achteruitgang te vermijden.
België investeert veel in onderwijs. Die materie is geregionaliseerd en beide regio’s hechten er terecht veel belang aan. De kwaliteit zoals gemeten in de gestandaardiseerde PISA-studie van de OESO is gemiddeld goed.
Andere landen (Nederland, Duitsland, Japan, Finland) halen wel een gelijkaardige of betere onderwijskwaliteit met lagere uitgaven. Er zijn een viertal aandachtspunten voor ons onderwijs die ik hier wil aanstippen.
1. Afglijden van het gemiddelde niveau
De gemiddelde score van ons onderwijs blijft op een redelijk peil. Maar de evolutie van de topscores daalt. Dat wijst erop dat we afglijden, en dat de lat voor sommigen te laag wordt gelegd.
Professor Van Damme zei daarover: “Ons onderwijs is te zeer gericht op de gemiddelde leerling. We hebben altijd gedacht dat we goed scoorden bij de sterke leerlingen, maar ook daar zit ons onderwijs niet in de top twintig in de wereld.” Dat betekent dat we ons beste potentieel aan grijze cellen niet genoeg ontwikkelen.
2. Aantrekken van goede en gemotiveerde onderwijzers
Er is een generatiewissel op komst in het lerarenkorps. Een degelijke generatie moet opgevolgd worden, en we moeten talentvolle jongeren motiveren voor een baan in het onderwijs. De concurrentie met andere sectoren is toegenomen. De onderwijslonen zijn competitief, maar tegelijk weinig motiverend. Beter doen, of extra mijlen lopen, wordt niet gevaloriseerd.
Het systeem van vaste benoeming biedt stabiliteit, maar het kan leiden tot “vastgeroeste benoemden”. Een goed evenwicht tussen vrouwen en mannen is ook belangrijk, omdat dat bijdraagt tot een gediversifieerde vorming van de (gemengde) schooljeugd.
3. Hersenvlucht = slechte return on investment
We investeren jaarlijks 6 procent van het bbp in onderwijs. Het is dramatisch dat de beste talenten na dikwijls meer dan twintig jaar investeringen van de gemeenschap ons land verlaten, en dus niet genoeg bijdragen aan de economie. Dat ligt niet aan het onderwijs, maar wel aan hetzelfde egalitaire denken in vergoedingssystemen die talentvolle en gemotiveerde werkkrachten naar het buitenland jaagt.
4. Afstemmen van studies en kennis economie
Een laatste punt blijft het gebrek aan afstemming van onderwijs en studies op toekomstgerichte activiteiten. Ook de algemene kennis van de (wereld)economie is pover.
De beste investering in de toekomstige welvaart zijn investeringen in onderwijs. In crisistijd mogen we er niet op besparen. Doelgerichtheid en een langetermijnvisie zijn nodig om ons onderwijs op een goed peil te houden.
DE AUTEUR IS CEO EN HOOFDECONOOM VAN ECONOWEALTH.
REACTIES ZIJN WELKOM OP TRENDS@ECONOPOLIS.BE.
Geert Noels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier