De gok van Freeport-McMoRan

Freeport-McMoRan heeft twee oliebedrijven gekocht. Daarmee keert de Amerikaanse koperproducent terug naar de energiemarkt. De overnames zouden het management weleens de kop kunnen kosten.

Het Amerikaanse Freeport-McMoRan, de grootste beursgenoteerde koperproducent ter wereld, koopt twee kleinere olieproducenten — Plains Exploration & Production en McMoRan Exploration — voor 9 miljard dollar. McMoRan Exploration is een voormalige dochteronderneming, die achttien jaar geleden werd afgestoten. Freeport-McMoRan betaalt een forse premie voor beide bedrijven, die actief zijn in de Golf van Mexico.

Volgens het management is de dure overname een kans om activa van hoge kwaliteit te verwerven. Bovendien kan de groep haar activiteiten op die manier diversifiëren. Het voorbije jaar groeide de onrust over de Chinese economie, de grootste consument van industriële metalen. De sector kampt ook met stijgende productie- en ontwikkelingskosten. Freeport-McMoRan zag zijn omzet tijdens het voorbije kwartaal afnemen met 15 procent en de nettowinst zakte met 22 procent. Dat was het gevolg van stakingen en productieproblemen in zijn Indonesische Grasberg-mijn, de grootste koper- en goudmijn ter wereld.

Freeport-McMoRan staat onder grote druk om zijn riante cashflow goed te besteden. Maar het is moeilijk nog nieuwe koperprojecten te vinden. Het bedrijf kiest er dus voor om terug te keren naar de energiemarkt. Na de overname zou een groep ontstaan met een jaarlijkse bedrijfskasstroom van 12 miljard dollar, waarvan 74 procent afkomstig is van de mijnbouw en 26 procent van olie en gas.

Vlijmscherpe reacties

“Proficiat met een van de slechtste teleconferenties die ik ooit heb gehoord om een deal te verantwoorden”, was de reactie van Evy Hambro, nadat de CEO van Freeport-McMoRan de overname had aangekondigd. Hambro is de beheerder van het BlackRock World Mining Fund, dat 12 miljard dollar in portefeuille heeft. Het fonds is met een belang van 8 procent ook een van de grootste aandeelhouders van Freeport-McMoRan. Volgens Hambro kan Freeport-McMoRan geen kostenbesparingen realiseren via de overnames. Door het samenbrengen van de mijnbouw- en de olie- en gasactiviteiten wordt dus geen aandeelhouderswaarde gecreëerd. Erger nog, McMoRan Exploration is verlieslatend, wat betekent dat de winstgevende mijnbouwproductie de verlieslatende olie- en gasactiviteiten moet subsidiëren.

Slechte ervaringen

Freeport-McMoRan is niet de eerste mijnbouwer die zich waagt op de energiemarkt. Maar de ervaringen van zijn sectorgenoten zijn niet positief. Het Brits-Australische BHP Billiton spendeerde vorig jaar 20 miljard dollar aan Amerikaanse olie- en gasactiva. Het bedrijf moest daar dit jaar al afschrijvingen op boeken. De beurswaarde van het Britse Vedanta is gehalveerd, nadat het twee jaar geleden 8,67 miljard dollar had besteed om toegang te krijgen tot India’s grootste onshore-olieveld.

Een bijkomende reden tot be-zorgdheid is de kwaliteit van de gekochte activa. De koers van McMoRan Exploration was de voorbije weken in elkaar gestort, nadat de groep er weer niet in was geslaagd aan te tonen dat ze haar Davy Jones-gasbron commercieel kan uitbaten. Ze heeft al 1 miljard dollar in het project gepompt en zit nu al op 9 kilometer diepte, zonder voldoende hoeveelheden aardgas te hebben gevonden. Jim Moffett, de CEO van Freeport-McMoRan en een bestuurslid bij McMoRan Exploration, heeft zijn reputatie verwed op het welslagen van het Davy Jones-project. Als Davy Jones een bodemloze put blijkt te zijn, dreigt een opstand van de aandeelhouders. Ons advies is dan ook om het aandeel te verkopen.

MATHIAS NUTTIN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content