De georganiseerde chaos

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Trends bezocht Patrick Dumont de Chassart op zijn Zimbabwaanse farm. Was het serendipiteit of gewoon het bittere noodlot, maar uitgerekend die dag las de Belg in de krant dat de Zimbabwaanse regering hem twee boerderijen afneemt. Een verhaal van verloren geld en familietrots in het Zimbabwe van de ‘oorlogsveteranen’.

Marondera, (Zimbabwe).

“Ik weet niet wat ik moet doen, ermee stoppen of doorgaan? Ik heb nog de tijd niet gehad om erover na te denken,” zucht Patrick Dumont de Chassart, terwijl hij één van de gebouwen toont waar arbeiders volop beton aan het gieten zijn. De Chassart investeerde de voorbije twee jaren flink in de modernisering van zijn bedrijfsinstallaties. “Waarom ik zo gek ben geweest?” reageert hij spontaan. “Omdat met Philippe de derde generatie Dumont de Chassart op de Surrey Farm aantreedt.” Philippe is 36 en nam zes maanden geleden de zaak over. Daarvoor werkte hij in een financiële instelling in de hoofdstad Harare. Patrick is 56. “Ineens zijn twintig jaar van mijn leven vergooid. Nee, meer dan vijftig jaar,” zegt hij gelaten. Zijn vader kocht in 1948 Surrey Farm in Marondera, zo’n zestig kilometer ten zuidwesten van Harare.

Trends trok naar Zimbabwe om er Belgische boeren te ontmoeten die er hun farm dreigen te verliezen. Le hasard fait parfois bien les choses, hoe cynisch ook. Het lot wou dat we vorige week nog maar net op Surrey gearriveerd waren, toen de Belgische boer er samen met ons het nieuws vernam. Een collega-landbouwer stormde binnen met de melding: ” Patrick, you’re on today’s list!“. Het bericht stond inderdaad gewoon in de krant die we zelf uit Harare hadden meegebracht. The Herald, spreekbuis van de regering van president Robert Mugabe, pakte onder de titel Land Acquisition Act uit met een lijst van 509 landbouwbedrijven. De nummers 145 en 147 werwezen naar twee van de vier bedrijven, samen goed voor 758 hectare grond, van Dumont de Chassart. Het domein is eigendom van Patrick en zijn broer Thomas.

De schok was hevig. En toch is het een iets elegantere manier dan de zaïrisering in het toenmalige Zaïre. Daar stapten de nieuwe eigenaars onverwachts binnen, eisten ze de sleutels op en werden de eigenaars verzocht om meteen op te hoepelen. De zaïrisering brak in 1973-1974 de ruggengraat van de Congolese economie. De gevolgen van de bezetting van 3000 boerderijen (goed voor 20% van het bruto nationaal product (BNP) en 40% van de valuta-opbrengsten van het land), kunnen evenzeer catastrofaal worden voor Zimbabwe (zie kader: De neerwaartse spiraal?).

Joseph Made, minister van Land, Agriculture and Resettlement, is niettemin duidelijk: “Publicatie van de lijst in The Herald betekent automatisch dat de aangeduide boerderijen niet langer in het bezit zijn van de vorige eigenaars.” Hij voegt er wel aan toe: ” Of course, a legal process has to be followed and acquisition orders served.” De regering zal de boeren niet vergoeden. Die middelen zijn er helemaal niet: Zimbabwe kan niet eens zijn olie- en elektriciteitsrekeningen betalen. Het land kampt met chronische tekorten: stroomonderbrekingen zijn schering en inslag en automobilisten moeten, áls er al brandstof te verkrijgen is, urenlang aan de benzinestations aanschuiven. Internationale vliegtuigmaatschappijen mijden Harare omdat ze er niet meer van de grond dreigen te geraken.

“Dit landgoed is

geen stuiver meer waard,” zucht Patrick Dumont de Chassart. Zijn grootvader bezat plantages in Kivu, maar de familie verloor er alles in 1960 bij de onafhankelijkheid van Belgisch Congo. De geschiedenis herhaalt zich.

Er werken op Surrey Farm, een modelboerderij, 150 vaste werknemers en evenveel dagloners. Patrick Dumont de Chassart raamt de totale investering op zo’n 40 miljoen VS-dollar. Na de oorspronkelijke eerste boerderij kocht de familie over de jaren heen nog drie omliggende farms op, zodat Surrey Farm vandaag op 2500 hectare grond vier landbouwbedrijven omvat. Er is een kippenkwekerij voor 110.000 stuks, bestemd voor de lokale consumptie. Vijf keer per jaar wordt dat aantal vernieuwd. Een eigen pluimveeslachterij maakt per jaar 50.000 kippen verkoopsklaar. Daarnaast is er een veestapel van 1300 jonge ossen en stierkalven met bijbehorende slachterij, waar per dag 80 tot 100 dieren voor de Zimbabwaanse markt worden verwerkt. Tot slot is er een plantage van 4000 pecannotenbomen die naar Groot-Brittannië en Nederland exporteert, met een eigen verpakkingsfabriek voor 20 ton noten per jaar.

Patrick Dumont de Chassart stopt bij een werkplaats in opbouw voor het rollend materieel van Surrey Farm: zeven tractoren, vijf koelwagens van acht ton en nog vijf kleinere bestelauto’s. De werken aan een tweede pluimveeslachthuis heeft hij twee weken geleden stilgelegd. Begin augustus was een lijst gepubliceerd van 229 boerderijen die de regering aan de zogenoemde war veterans wil toevertrouwen (in juni verscheen een eerste lijst van 804 landbouwbedrijven). Nu het bericht in The Herald staat, verwacht Patrick dat zowat iedereen op het landgoed kan komen. Begin vorige maand zag hij de eerste ‘oorlogsveteranen’ op Surrey binnendruppelen. Ze installeerden zich in enkele bedrijfsgebouwen, waar ze sindsdien kamperen: jonge kerels met de boodschap ‘War Vet’ op hun T-shirt. Patrick en Philippe vermijden elk contact om ze niet te provoceren. Op 18 juli had Patrick een anonieme dreigbrief ontvangen, en in het land werden al vijf blanke boeren en een dertigtal zwarte werknemers door ‘war veterans’ vermoord.

Maar wie zijn die veteranen? Volgens de onafhankelijke Daily News van Harare gaat het niét om kinderen van de strijders voor de Onafhankelijkheid van Zimbabwe in de jaren zeventig. Het zouden “werkloze jongeren (zijn) die politiek misbruikt worden door een machtsgeile dictator.”

De bezetting van blanke boerderijen begon, nadat Mugabe in februari een referendum verloor dat aan de president meer macht moest toekennen. Na die nederlaag startten Mugabe-aanhangers, met het oog op de parlementsverkiezingen van 24 juni, een georchestreerde campagne van geweld en intimidatie op het platteland. “En de internationale gemeenschap geeft geen krimp,” zegt Dumont de Chassart bitter. “Terwijl we Zimbabwaan zijn, maar met de verkeerde huidskleur.” Patrick was voor het laatst in België in 1981; zijn Frans klinkt gebrekkig. Philippe spreekt geen woord Frans meer; zoals hij zijn de meeste blanke boeren in Zimbabwe dertigers van de derde generatie.

De ‘war vets’ namen

bij hun aankomst op Surrey meteen 37 hectare weiland in beslag. Patrick brengt ons naar het uitgestrekte terrein rond een kunstmatig meer van 500 kubieke meter rivierwater. “We hebben dit vorig jaar klaargemaakt voor de irrigatie van het veld dat we rond deze tijd zouden moeten bezaaien, maar we mogen niet van de war vets.” Hiermee raakt Dumont de Chassart hét probleem aan van de bedrijfsbezettingen. De Zimbabwe Independent van 25 augustus verwoordt het onder de titel Watching as tragedy unfolds: “Behalve voedselvoorziening, vervulden de commerciële landerijen een cruciale rol in het behoud van bossen, weilanden en rivierstelsels. Die worden nu bedreigd. Dit is de prijs die het land dreigt te betalen voor politiek geïnspireerde wetteloosheid.”

Het runnen van een bedrijf als Surrey Farm vergt technische kennis en langetermijnplanning. “Onze generatoren verbruiken 400 liter diesel per dag; dagelijks verwerken we 400 ton veevoeder en produceren we hier 20 ton vlees. Alleen al het voorkomen van ziekten op de boerderij vergt heel wat voorzorgsmaatregelen,” zegt Patrick, terwijl we met de wagen door een ontsmettingsbad rijden. “Dit is bijvoorbeeld het eerste wat niet meer zal worden nageleefd, met als gevolg dat jonge kuikens massaal zullen sterven.”

Voor zo’n honderdvijftig boerderijen, waarop de regering al in 1992 beslag legde, liep het faliekant af. Een zestigtal daarvan ging niet naar landloze boeren, maar naar cronies, de politieke vriendjes uit Mugabe’s eenheidspartij Zanu-PF. Wat er vandaag van overblijft, zijn geplunderde ruïnes: veestapels werden geslacht, het noodzakelijke onderhoud werd verwaarloosd. Maar deze keer zijn 3000 landbouwbedrijven in het gedrang.

“Het dumpen van 500 families, zonder kapitaal of de expertise om zulke gesofisticeerde boerderijen te leiden, is een scenario dat regelrecht naar voedselschaarste leidt,” commentarieert professor François Du Toit van de universiteit van Pretoria. Het USAID Famine Early Warning System raamt het tekort aan graanproducten in Zimbabwe voor volgend jaar op één miljoen kubieke ton.

Patrick Dumont de Chassart hoopt alsnog dat het allemaal niet zo’n vaart loopt. “Maar er kan onherstelbare schade aangericht zijn. Nieuwe investeringen worden uitgesteld en in zowat alle landbouwbedrijven wordt gewacht, terwijl noodzakelijke beslissingen zich opdringen.” En dan stil: “C’est foutu.”

erik bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content